De Waterschans nr. 1 2000 met Kerstmis tien dagen verlof. Eindelijk was het dan zover: op 9 januari verliet de Queen Elizabeth de haven van Southampton met aan boord de South-Albertas. Vijf dagen later arriveerde de boot in New York en vandaar ging het met de trein terug naar Canada. In Al berta wachtte een enthousiaste me nigte hen op. Het karwei was vol bracht. Helaas, niet allen keerden terug. Hoofdstuk XIII 'Vanwaar die speciale aandacht voor dit hoofdstuk?' vraagt U zich wellicht af. De titel doet misschien een lichtje branden. Die luidt: 'Hell, Bill, let 's take the damned place'. Juist! Dit hoofdstuk is geheel gewijd aan de bevrijding van Ber gen op Zoom. Is die uitspraak ooit gedaan? En zo ja, wie zei dat dan tegen wie? Het verhaal komt van de oorlogscorrespondent Ralph Allen, die het publiceerde in de Globe and Mail van begin november 1944. Volgens Allen was het op vrijdag 27 oktober dat de SAR-commandant 'Swatty' Wotherspoon zich met deze woorden richtte tot Bill Cromb, de commandant van de Links, en daarmee het sein gaf tot het binnendringen van Bergen op Zoom. Er is al heel wat geschreven over de bevrijding van deze stad. Toch tracht elke schrijver weer een nieuw licht op deze historische ge beurtenis te werpen of met nieuwe details het verhaal aan te vullen. Wat hier nu volgt is dus de ge schiedenis van die bevrijding zoals Donald E Graves die ziet. Hij heeft ooggetuigen geïnterviewd, krijgsar- chieven bestudeerd en heel wat li teratuur over het onderwerp ge raadpleegd. Op enkele punten wijkt zijn verhaal wat af van eerdere pu blicaties of vult die aan met nadere bijzonderheden. Een slechte, modderige weg Dat was de Huijbergsebaan, de zandweg van Huijbergen over het vliegveld, langs de Molenhei naar Bergen op Zoom. Het begin van dit onverharde pad lag bij de twee sprong iets voorbij de Huijbergse molen, daar waar de Weg naar Wouw begint. Vroeger was de baan de kortste weg naar Bergen, maar door de uitbreiding van het vlieg veld Woensdrecht moest er een omleiding komen, de huidige Moerkantsebaan. Op 20 oktober zetten de Canade zen ten noorden van Antwerpen een nieuw offensief in onder de co denaam SUITCASE. Twee dagen later veroverde het SAR de stad Es sen. Op 24 oktober reed Wotherspoon met zijn tanks het zwaar getroffen Huijbergen binnen. Om kwart voor twee 's middags stond Danny Mac Leod, luitenant van de C-compag- nie, aan de genoemde splitsing. 'Welke kant uit?' vroeg hij zich af. De Duitsers hadden na het prijsge ven van Huijbergen nieuwe stellin gen betrokken in Wouwse Plantage. De leiding was verdeeld. Divisie commandant generaal majoor Harry Foster wilde over de verharde Weg naar Wouw en via het dorp Wouwse Plantage de weg Bergen op Zoom-Roosendaal bereiken in de hoop zo de Duitsers in Bergen op Zoom de terugtocht af te snij den. MacLeod kreeg op een hooi zolder van een boerderij aan de Wolfsheuvel in het Belgische Es sen-Hoek opdracht om met zijn peloton (4 tanks) via de Bergse- baan op te rukken. Hij zou worden gevolgd door de rest van het C-es- kadron. Een in Huijbergen gecon centreerde eenheid moest probe ren de Duitsers uit Wouwse Plan tage te verdrijven. De vijand had in de uitgestrekte bossen van de Plan tage een uitstekend gevechtsterrein om zich te verdedigen tegen een geallieerde opmars. Een witte koe Even een merkwaardig incident tussendoor. Op de avond van die 24ste, terwijl de staf op de hooizol der vergaderde, kwam een soldaat van de B-compagnie met een witte koe terug in het kamp. Hij had het beest in het schemerduister aange troffen ergens tussen Hoek en Wouwse Plantage. De manschap pen wilden wel eens iets anders dan comedbeef. Elke compagnie had wel een slager en een kok en al gauw deed een heerlijke braad lucht de soldaten watertanden. Zo'n 80 mannen deden zich die avond tegoed aan de malse lapjes. De volgende morgen beklaagde een boer zich bij de commandant, dat zijn koe, zijn enige, was meege nomen. Een controle volgde. De resten lagen nog als belastend ma teriaal in het kamp. Snel groef een van de soldaten een graf, wieip alle bewijsstukken in de kuil, gooide die dicht en zette er een eenvoudig houten kruisje op, bekroond met een Duitse helm. Geen vuiltje aan de lucht. De colonne vertrok maar een man van de achterste tank zag nog juist, hoe een hond verwoede pogingen deed om een koeien- staart uit het grafheuveltje te sjor ren. Het zijn van die gebeurtenis sen die bijdragen tot instandhou ding van het moreel. Humor is on misbaar, vooral in zware tijden. Woensdag 25 oktober De bossen bleken rijk aan mijnen en booby traps. Tegen de middag pas bereikten de Canadezen het Centrum van de Plantage, het kas teeltje waar vijf paden als stralen van een ster het bos ingaan. Geen vijand te zien, verder dus maar, richting dorp. Toen het donker begon te worden zagen de South Alberta's de steen fabriek aan de ingang van de plaats. Die bleek geducht versterkt. De tanks moesten wijken voor de Duitse pantservuisten. Het C-es- kadron verkende die dag onder lei ding van Dave Currie de Huijberg sebaan. Currie had eigenlijk te wei nig tanks en slechts drie pelotons infanterie van elk 35 man tot zijn beschikking. Die pelotons stonden onder bevel van de luitenants Ha rold Kreewin, Danny McLeod en Don Stewart. Danny ging voorop. Eigenlijk verwachtte hij geen pro blemen. Een uitgeschakelde pant serauto van de Manitoba Dra goons, een tankeenheid van de 4de pantserbrigade, deed hem echter op zijn hoede zijn, vooral nadat hij struikeldraden aan beide kanten van de weg ontdekte. Swatty vroeg Danny uit te zien naar krijgsgevan genen om die te kunnen uithoren. Danny had al gauw succes. Twee Duitse soldaten kropen uit hun loopgraaf en gaven zich over. Ze riepen naar hun kameraden het zelfde te doen. Maar liefst 22 gaven aan de oproep gehoor, dit tot grote schrik van MacLeod die toen pas bemerkte dat hij midden in een Duitse stelling terecht was geko men. Het bleken soldaten te zijn van het Zesde Regiment parachu tisten van de Hennan Goering Di visie. Voorzichtig trok Danny verder en bereikte zo de kruising bij de Heimolen. Daar vroeg Frank Moan verlof om zijn tank te mogen verla ten voor het bieden van hulp aan 42 De Waterschans nr. 1 2000 4/6.3. Wrakken van Canadese tanks en andere gepantserde voertuigen langs de Huijbergsebaan na de gevechten op 25, 26 en 21 oktober 1944. een gewonde Duitser. Hij mocht het niet, maar deed het toch. Even later klauterde hij terug in zijn rij dend fort met een Lugerpistool, een Duits automatisch 9 mm wa pen dat bij de Canadezen erg in trek was als souvenir. Een eindje verder klom Moan opnieuw uit zijn tank gewapend met een stengun. Hij ging een huis binnen en kwam even later terug met 7 gevangenen. De stengun bleek overigens on bruikbaar te zijn. Laat in de middag zag MacLeod in de verte de bui tenwijken van Bergen op Zoom, maar toen versperde een sterke Duitse post hem de weg. Een hevig vuurgevecht brandde los. MacLeod gaf zijn positie door aan het hoofd kwartier en vroeg om assistentie. De legerleiding schrok, want de lui tenant was veel verder opgerukt dan de bedoeling was. Hij kreeg be vel om terug te trekken. Stewart zou hem met zijn tanks beschermen. Danny liet zijn Shermans rechts omkeert maken, maar kreeg toen opdracht, te blijven waar hij was. Wat was er gebeurd? De Duitsers hadden zijn onderdeel aistig voor bij laten rijden om vervolgens al hun aanvalskracht te richten op de na hem komende tanks. Zo kregen die van luitenant Stewart de volle laag vanuit de bossen aan weerszij den van de weg. De Shermans vuurden naar beide kanten het bos in om de vijand op afstand te hou den. Kreewin kreeg opdracht om Stewart bij te springen, maar dat kostte hem twee tanks. Zo kon nie mand MacLeod te hulp komen. Die zette zijn tanks achter elkaar, zodat de voorste naar voren kon vuren, de tweede naar rechts, de derde naar links en nummer vier naar achteren. Weldra dreigde hij door zijn munitie heen te raken. Bij de tank van Moan deed zich een explosie voor. Vier mannen klauter den uit de getroffen tank maar Moan was dood. Danny zag kans de andere tanks terug te leiden naar de commandopost van zijn regiment bij Huijbergen. Het was een trieste dag voor commandant Wotherspoon. Met maar drie tanks en te weinig infanterie kon hij geen hoogte krijgen van de sterkte van de tegenpartij. Bovendien was het verrassingselement weg. Donderdag 26 oktober 1944, zwarte donderdag De volgende dag moest dezelfde route worden afgelegd, een weg met een gewaarschuwde vijand. Als Foster niet voor de Weg naar Wouw had gekozen, maar alle krachten te gelijk op de Bergsebaan had ge worpen, was Bergen op Zoom wel licht een dag eerder bevrijd ge weest. Het eerste doel van de nieuwe dag was, de vijand verdrijven uit het ge bied tussen de Bergsebaan en Wouwse Plantage. Met dat karwei werden de A- en B-eskadrons be last, geassisteerd respectievelijk door de Argylls en de Algonquins. Intussen zou het C-eskadron op nieuw proberen Bergen op Zoom te halen, deze keer geholpen door onder meer een compagnie van het Lincoln- Wellandregiment en met ondersteuning van Engelse vlegeltanks (mijnenbestrijders) en crocodiles (vlammenwerpers). Don Stewart had een bang voorgevoel. Het werd inderdaad een zwarte dag. Het offensief begon redelijk. MacLeod schoof weer op door de Bergsebaan, passeerde andennaal de woningen van Heimolen en had daarna alle geluk van de wereld toen een pantservuist zijn tank slechts schampte. Het projectiel was afgeschoten vanuit een bunker door een schietgat dat net niet vol doende ruimte bood voor het plaatsen van een voltreffer. Danny riep de hulp in van de crocodiles, maar de voorste werd uitgescha keld door een pantservuist en kan telde de greppel in. Daarop brandde de tweede de bunker leeg. De vijand bleek nog sterker dan de vorige dag. De compagnie van Jirn Swayze sloot zich bij MacLeod aan. Tegen de middag bereikten ze het wrak van Moans tank. Niemand re ageerde op een oproep om het lijk van Moan te gaan begraven, 'be cause they had all been Frank's friends'. Toen deed Danny het zelf, geassisteerd door Fred Clarke en de legeraalmoezenier Padre Silcox. Ook de tweede crocodile kreeg een voltreffer, maar de vier inzittenden konden hun voertuig ongedeerd verlaten. Laat in de middag kreeg MacLeod bevel, weer terug te trek ken, nu tot een punt iets ten noor den van de kruising Heimolen- Bergsebaan. 's Avonds pas ontdekte Danny wat een veldslag er achter hem had plaatsgehad. Hij zag de ene brandende tank na de andere. Van Dave hoorde hij wat er was ge beurd. Het B-eskadron had die morgen de Algonquins geholpen om de steenfabriek van Wouwse Plantage te veroveren en was ver volgens door het bos langs het kas teel in het Centrum opgerukt naar de kruising van de Zoomvlietweg. Dat bleek een zware opgave. De Duitsers hadden veel mijnen ge legd en antitankgeschut opgesteld. In de voonniddag gingen er al twee tanks verloren, een door een pant servuist en de andere reed op een mijn. Erg benauwd werd het toen enkele tanks bij de Zoomvlietkrui- sing ingesloten raakten. De com- 43

Periodieken

De Waterschans | 2000 | | pagina 23