°t ,v7fr y—prT^^wr De Waterschans nr. 1 2000 A dl>~~ V-*^T W^^fy Se+%, fcV—\y~~-& <T*£~A~ £W £C""Vr-«> ,w-£^»*-*«-, 6* "rtvtxtr/ynn. V,i f *ty jXi.iS«WV> ,/K.X V-T <0>Y WjVV^*- _9rv •r'Sjl \o*Js£Zr*~ j\*rc^ *+-f-rf Iby*& Syt^-r JV0v*r|r Afb.2. Archief van de stads-secretarie 1397-1810, inv.nr. S042, Protocol van 'opdrachten' betreffende onroerend goedgepasseerd voor de schepenen, fol. 303v. Mechelse kooplieden (7). Metaal waren, leer, fluit en laken vormden de voornaamste koopwaar. Het Mechelse laken stond goed bekend en was van uitstekende kwaliteit. De goederen werden met name over het water aangevoerd. In 1418 is er sprake van een wekelijkse veer dienst tussen Mechelen en Bergen op Zoom, hetgeen ook het belang van de wekelijkse Bergse markt aangeeft voor de Mechelse koop lieden (8). Mechelse schippers voorzagen Bergen ook van bouw materiaal, zoals hout, balken en ar duin (Gobertange). Kalksteen uit Vilvoorden werd aangevoerd om kalk van te branden. De bouwma terialen behoorden niet tot de marktproducten voor de jaarmark ten, maar het is niet uitgesloten, dat er in de marktperioden onderlinge afspraken over de levering werden gemaakt (9). De hoofdpersonen Het geschil omtrent het huis 'Den Zwerten Pof ging tussen de koper Jan Nonne, lakenkoopman, en Claude Cloet, zoon en rechtsop volger van wijlen Vranck Cloet, ook lakenkoopman. Beide partijen zijn afkomstig uit Mechelen, waar zij hun zaak eerst voor de Wet van Mechelen hadden laten voorko men (de stedelijke rechtbank). De verkoop van het huis aan Jan Nonne vond plaats in 1516, maar beide partijen zijn al ruim voor die tijd bekend in Bergen op Zoom. Op 16 april 1485 vermeldt het re gister van procuraties en certifica- ties de verkoop van zijden en flu welen lakens door Vranck Cloet in een door hem gehuurde boetiek ten huize van Henrick van den Staple, bij het huis De Zwaan aan de Grote Markt tijdens de Paas- rnarkt (10). Op 27 april 1502 be looft bakker Michiel van Beren- donck aan Vranck Cloet of diens zoon 12 schellingen brabants te betalen voor geleverde 'camelotten' (kemelharen stof, gemaakt van wol van kemel- of angorageiten) (11). In hetzelfde jaar duikt Jan Nonne voor het eerst op in de Bergse ar chieven. Op 2 mei machtigt hij Jan Blancheville en Syrnon Janss om van zijn stadsgenoot Henrick de Wilde het restant te innen van alle alsulke resten sommen van pennin gen ende gebreken als hem de selve Henrick schuldich ende t 'achter is van diverschen luieren comenscapen (12). In een akte van 8 juli 1502 be loven Anthuenis van Gendt, Jan Lachairt, Servaes StoIIairt, Henrick Hermanss en Mathijs Henricxen om aan Jasper Dijck het geld te be talen, hetgeen zij Jan Nonne schul dig zijn voor zestig lakens. Ieder van hen was verantwoordelijk voor een vijfde deel. Het ging om een to taalbedrag van 164 pond, 8 schel lingen en 8 denieren Vlaams, te be talen in vier termijnen tijdens de Goudse markt, de Paas- en Koude- rnarkt te Bergen op Zoom en de Pinkstermarkt te Antwerpen (13). Op 12 december 1516 verkoopt Claude Cloet (samen met zijn voogden) het huis 'Den Zwerten Pof aan Jan Nonne. De straat heette toen nog de Oude Potter straat, later in de zestiende eeuw werd dit de Lange Meestraat en tij dens de achttiende eeuw Fortuijn- straat. Wanneer dit huis in het bezit is gekomen van Vranck en Claude Cloet is niet bekend. Volgens de transportakte van het belendende pand 'de Beurs' op de hoek van de Grote Markt en Oude Potterstraat d.d. 18 december 1495, was Vranck Cloet reeds eigenaar van 'den Pof (14). Aangezien er een hiaat zit in het archief met transportakten van juli 1477 tot mei 1493 valt de trans portakte waarmee Vranck Cloet in het bezit komt van het huis niet te achterhalen. Omdat hij in april 1485 een boetiek huurt om zijn wa ren te verkopen, mogen we aanne men dat de koop tussen april 1485 en mei 1493 heeft plaatsgevonden. Hoogstwaarschijnlijk zal Vranck Cloet Bergen op Zoom ook tijdens diverse weekmarkten hebben be zocht, waardoor hij besloot hier een huis te kopen. In 1516 was Vranck reeds overleden. Claude Cloet verkocht het huis voor 23 pond en 10 schellingen groten Bra bants aan erfrenten. Op het huis rustten reeds diverse erfrenten aan derden, die Nonne jaarlijks moest aflossen (15). Dit bedrag mocht hij van de erfrenten aftrekken die hij jaarlijks aan Claude Cloet diende te betalen. Enige tijd na de verkoop ontstond er een conflict over de koopsom. Dit geschil diende ca. 1521/22 eerst voor de Wet van Me chelen. Volgens Jan Nonne was de koopsom gecompenseerd met de schulden van Vranck Cloet aan hem voor geleverde zijden lakens en andere goederen, waardoor hij Claude nog slechts 12 pond Vlaams schuldig was. De uitspraak luidde dat Jan Nonne het volledige 14 De Waterschans nr. 1 2000 bedrag en de rente daarover moest betalen. Hiertegen ging Jan Nonne in beroep (reformatie) bij de Grote Raad van Mechelen in juni 1532. De Grote Raad was het hoogste rechtscollege voor de Habsburgse Nederlanden en was vanaf 1504 gevestigd te Mechelen. Aangezien je binnen een jaar en een dag in re formatie (herziening van het von nis) kon gaan tegen een vonnis van een lagere rechtbank, zal de uit spraak van de Wet van Mechelen tussen juni 1531 en juni 1532 heb ben plaatsgevonden. De Grote Raad deed op 24 juli 1534 uitspraak (16). Hieronder volgt een verslag van het proces voor zover dit uit het vonnis is te herleiden. Het procesdossier is niet voorhanden, dit is ongetwijfeld na afloop van het proces door beide partijen meegenomen. Gerechtelijke stappen De inleiding van het vonnis ver haalt de voorgeschiedenis, hoe Jan Nonne, koopman in zijden lakens uit Mechelen in 1516 het huis 'Den Zwerten Pof te Bergen op Zoom had gekocht van zijn stadsgenoot Claude Cloet, zoon en erfgenaam van Vranck, en zijn voogden. Jan Nonne had Claude 12 pond van 40 groten Vlaams toegezegd ter be taling, het restant na verrekening van de schuld die Vranck Cloet bij hem had uitstaan. Vijf a zes jaar na de verkoop van het huis spande Claude een rechtszaak aan tegen Jan Nonne voor het gehele bedrag van de koopsom. Kennelijk was er nog niets betaald. Het proces sleepte zich zo'n kleine tien jaar voort. Het vonnis viel uiteindelijk beroerd uit voor Jan Nonne. Hij werd veroordeeld tot betaling van het gehele bedrag, alsmede tot de renten daarover. Hiertegen ging hij in beroep bij de Grote Raad. De termijn om in beroep te gaan was 10 dagen. Nonne was kennelijk te laat en kon alleen nog maar beroep in reformatie aantekenen. Hiervoor was de termijn een jaar en een dag. Aangezien bij een proces in refor matie het vonnis gewoon doorgang zou vinden verzocht hij tevens de ten uitvoerlegging van dit vonnis op te schorten tot de uitspraak van de Grote Raad. Jan Nonne had als eis dat de uitspraak van de Wet van Mechelen te niet werd gedaan, of in ieder geval gecorrigeerd zou worden. Claude Cloet antwoordde in zijn verweer dat volgens hem de uitspraak van de Wet gehandhaafd diende te blijven. Naast de proces dossiers afkomstig van de Wet van Mechelen mochten beide partijen nog een kort geschrift toevoegen waarin zij hun standpunten uiteen konden zetten. Volgens Cloet was Nonne hem twee bedragen schul dig, totaal 1110 pond. Waar dit be drag precies op gebaseerd is wordt niet vermeld. Hangende het proces liet hij het eerdere vonnis ten uit voer brengen en Nonne moest voorlopig het geëiste bedrag van 1110 ponden betalen. Nonne ver zocht de Grote Raad een onder zoek in te stellen naar de rekening die door de voogden van Claude Cloet op de dag van de verkoop van het huis was opgemaakt. De voogden waren Aert Cloet (inmid dels overleden), Willem van den Broecke en Peter Jacot. In die reke ning werden de achterstallige schulden van de vader en moeder van Claude aan Nonne verrekend met de verkoopprijs van het huis. Claude was als erfgenaam verant woordelijk voor de aflossing van deze schulden. Peter Jacot had de rekening opgemaakt en volgens Nonne waren beide partijen hier mee tevreden geweest. Nonne ver zocht daarom dat Willem van den Afb.3. Van links naar rechts: De Swarte Helm (Fortuinstraat 6), De Swarte Pot (nr. 4) en op de hoek het pand De Borse. 15 \-2^v ^-W t -

Periodieken

De Waterschans | 2000 | | pagina 9