De Waterschans nr. 2 2000
AJb.B Interieur kapel in voormalige archiefruimtena restauratie.
archiefruimte.
Het ernaast gelegen vertrek (no.
23). de secretariskamer in de voor
malige kantoorvleugel, kreeg en
kele jaren later, tijdens de restaura
tie, de bestemming sacristie. In de
oostelijk daaraan gelegen uitbouw,
aan de zijde van de achterplaats,
waar zich in het verleden een se
creet (een gemak of primitief toilet)
en secreetkoker bevonden, is heel
praktisch maar vooral toepasselijk
een wc geïnstalleerd.
De devotiekapel is bereikbaar via
de grote binnenplaats en de open
galerij door de historische toegang.
Aan de oostzijde van het vertrek,
tegenover de oorspronkelijk toe
gang, kon een tweede toegang wor
den gecreëerd. Dat gebeurde op de
plaats van een met hardsteen om
lijst jonger venster met diefijzerbe-
veiliging dat daarvoor werd opge
offerd. Hierdoor werd het mogelijk
om de kapel ook rechtstreeks vanaf
de openbare weg, via de Hofstraat,
te bereiken. Het venster is daar ge
maakt nadat de aanbouw ter
plaatse, na 1750, was gesloopt.
Voordat de devotiekapel (afb. B) op
Maria Hemelvaart, 15 augustus
1967, werd ingezegend en officieel
in gebruik kon worden genomen,
moest er wel een en ander in het
vertrek gebeuren.
Het zou te ver voeren om in dit ver
band een gedetailleerd verslag te
doen van alle werkzaamheden die
in het kader van de restauratie no
dig waren om de voormalige ar
chiefruimte geschikt te maken voor
de beoogde gebedsruimte. Maar
enkele bouwkundige verrassende
bijzonderheden mogen niet onbe
schreven blijven evenals de belang
rijkste devotionalia.
Schouw
Bij aanvang van de restauratie van
het vertrek (no. 25) waar de kapel
zou worden ingericht, bevond zich
in het midden tegen de oostwand,
waar zich nu het Madonnabeeld
bevindt, een stookplaats in 19de
eeuwse uitvoering. Opvallend was
de uitzonderlijke grootte van de
schoorsteenboezem. Nader onder
zoek leerde al gauw dat in de boe
zem en achter de aangetroffen
stookplaats een complete laat 15de
vroeg 16de eeuwse schouw schuil
ging (2). Deze schouw is destijds
geplaatst nadat de gewelven in het
vertrek reeds waren gemetseld. Het
was een verrassing omdat er tijdens
het tot dan uitgevoerde bouwkun
dig onderzoek in het gebouw ten
behoeve van de grote restauratie
van het Markiezenhof, op meer
dere plaatsen wel aanzetten en
fragmenten van soortgelijke gemet
selde schouwen waren aangetrof
fen maar nimmer een complete,
nagenoeg gave en nog intact zijnde
Afb.C Overblijfselen van het medaillon
van de westwand in de galerij grote bin
nenplaats, zoals aangetroffen boven het
aangebrachte verlaagde plafond.
schouw. In een verder stadium van
het onderzoek is vastgesteld dat het
om de enige nog authentieke
schouw in eenvoudige uitvoering
gaat die in het complex werd aan
getroffen. De schoorsteen is, na op
gemeten en gedocumenteerd te
zijn, in het kader van de restauratie
van het Hof verplaatst naar de zaal
boven de Hofzaal - boven de Chris-
toffelschouw (3) waar ooit ook zo'n
soort schouw heeft gestaan en waar
hij beter uitkomt. De gelijksoortige
schouwen, waarvan tijdens het on
derzoek meerdere malen moeten
en fragmenten met nagenoeg iden
tieke dagmaten h: ongeveer 1.70
m, br: ongeveer 1.91 m) werden
aangetroffen, zullen destijds zo
goed als zeker in serie zijn vervaar
digd op een steenhouwerij of in
een steengroeve van de Kelder-
mansen. De gevonden schouwfrag-
menten verkeerden doorgaans in
redelijke staat en waren in de loop
van de tijd meerdere malen gewit
en bruinig geworden door de rook
van het haardvuur. Er waren ook
fragmenten met een polychrome
afwerking. Waar mogelijk zijn de
fragmenten gerestaureerd en toege
past in enkele nieuw gecompo-
74
De Waterschans nr. 2 2000
AJb.D Medaillonlijsten, een oorspronkelijke gerestaureerd en een gekopieerd, voor
grote galerij.
neerde schouwen. Dat gebeurde op
plaatsen waar van oorsprong ook
schouwen hebben gestaan en in de
authentieke dagmaten.
Beschilderingen
Toen in 1964/65 begonnen werd
om vertrek no. 25, de voormalige
archiefruimte, te restaureren en als
devotiekapel bruikbaar te maken,
waren de natuurstenen gewelfrib-
ben, de kraagstenen en de pleister
laag van de gewelfvelden dik met
olieverf geschilderd in typisch mili
taire kleuren doch wel in nuances.
Middels kleuronderzoek werd vast
gesteld dat de kraagstenen, muraal-
ribben en sporadisch een deel van
de geprofileerde gewelfribben ge
polychromeerd veelkleurig) of fi-
guraal waren beschilderd. Door
deze ontdekking en andere vond
sten blijkt dat er aan de detaille
ring, afwerking en inrichting van de
voormalige archiefaiimte steeds
veel aandacht moet zijn besteed.
Het was overigens een heidens en
tijdrovend karwei, dat uiterst voor
zichtig moest worden uitgevoerd,
om de oudere kleuren en figuraties
zo gaaf mogelijk bloot te leggen.
Hoewel er sprake is van enige pri
mitiviteit in de uitvoering van de
vrijgelegde decoratieve beschilde
ringen is het zonder meer de
moeite waard en interessant dat ze
zijn gevonden. De tien gebeeld
houwde kraagstenen hebben allen
een wapenschildje tegen een ach
tergrond van eikenblad. Naast het
polychroom op profilering en
beeldhouwwerk zijn de schildjes
heraldisch beschilderd met wapens
van de heren en sinds 1533 mar
kiezen van Bergen op Zoom.
Door medewerkers van de gemeen
telijke archiefdienst zijn ze destijds
aangeduid als zijnde de wapens
van Wezemaal (de eerste heer van
Bergen op Zoom); Voorne; Valken
burg; Boutersem; Glyrnes; Wittem;
Bergh; Hohenzollern, De la Tour
d'Auvergne (eind 17de begin 18de
eeuw) en Palts-Sulzbach (18e eeuw)
(4).
De gebeeldhouwde kraagstenen
met schildjes en de ribben van het
gewelf dateren uit het begin van de
16de eeuw. Het polychroom en de
figuraties (ranken in groen blauw
of groen rood) daarentegen zijn
van later tijd en waarschijnlijk pas
in de 18de eeuw aangebracht. Dat
kan haast niet anders omdat er ook
heraldische beschilderingen van de
wapens van de laatste Markiezen
(18de eeuw) voorkomen. Dat de
heraldische uitmonstering op de
schildjes successievelijk in de loop
der eeuwen is aangebracht is niet
denkbaar gezien de eenheid in
techniek en uitvoering van het
schilderwerk. De op zich intrige
rende beschilderingen zijn in 1966
minimaal bijgewerkt en vervolgens
van een vernislaag voorzien. Begin
1997 zijn de beschilderingen tij
dens een onderhoudsbeurt van de
kapelruimte gereinigd en weer ge
vernist. Dat was en blijft nodig in
de toekomst in verband met de
voortdurende vette walm die wordt
veroorzaakt door het branden van
kaarsen die in de kapel worden ge
offerd. De plaats van de weggeno
men schouw manifesteert zich om
dat daar namelijk geen beschilde
ring op de geprofileerde muraalrib
en op de zijkant van de twee kraag
stenen voorkomt. De rib is boven
dien nieuw, gemaakt in een histo
risch juiste natuursteen en profile
ring die verband houden met de
nieuwe bestemming van het ver
trek. Dat de beschilderingen pas in
de 18de eeuw zijn gerealiseerd en
dat met name de schildjes vele ja
ren zonder heraldische uitmonste
ring naturel hebben bestaan, is best
mogelijk. Ook op de schildjes van
de kraagstenen en kapitelen van de
in 1512/13 tot stand gekomen grote
galerij werden geen kleuren van be
schilderingen getraceerd.
Cirkelornamentiek op de wanden
Zoals historisch gebruikelijk waren
de bakstenen wanden en gewelf
schelpen gepleisterd toen met de
werkzaamheden in het vertrek werd
gestart. Omdat het om door de ge-
niedienst in de kazerneperiode
(1809-1957) aangebrachte harde
stuclagen ging en omdat de restau
ratieleiding zeer benieuwd was
naar bijzonderheden die mogelijk
door de pleisterlagen werden ver
borgen, zijn de wanden en gewelf
schelpen afgebikt en na documen
tatie van de vondsten opnieuw ge
stukadoord met een zogenoemd
perlitepleistersysteem.
Op de baksteen van de wanden en
op de voorzijde van de schouw-
boezem tekende zich onder andere
de moeten af van zes ondefinieer
bare cirkels met een buitenwerkse
maat van 80 en een binnenwerkse
van 69 cm. Het was niet te duiden
waar deze donkere aftekeningen
overblijfselen van waren.
Later, door vondsten op de kop-
wanden in de galerij op de grote
binnenplaats, is een indicatie ver
kregen over de mogelijke bedoelin
gen van de overgebleven cirkel-
moeten (Zie verderop in dit artikel).
Maar voorlopig was het een kwes
tie van fantaseren en filosoferen
over doel en mogelijke uitmonste
ring. Uiteindelijk zijn op de aange
troffen plaatsen maar eenvoudig
geprofileerde cirkels getrokken in
een gipsmortel (5). Omdat de
schouwboezem intussen was ver
dwenen, is die cirkel nu op de
wand aangebracht, achter het Ma
donnabeeld. In het centrum van de
cirkels zijn, hoewel daar niet aan
getroffen, aardewerk bloempotten
met een diameter van 12,5 cm in-
75