a
o.
9
féis.
9-
A
De Waterschans nr. 2 2000
Afb.9. 1904: pater Dehon op bezoek in het pas geopende Juvenaat aan de Antwerpsestraatweg. Pater Dehon in het midden; op de
foto links van hem de eerste rector pater Klisters.
zijn. Hij hield veel van tuinieren.
Reed graag paard. En ging naar
baseball- en voetbalwedstrijden
kijken. Al genoemd is zijn voor
liefde voor reizen.
Religieus gezien heeft hij zijn hele
leven de spanning ervaren tussen
zijn streven naar actie en zijn ver
langen naar bezinning en gebed.
8. Pater Dehon en Bergen op
Zoom
8a. Belangstelling voor het Juvenaat
Vanzelfsprekend ging Dehons in
teresse uit naar het Juvenaat, het
eerste grote opleidingshuis van
zijn Congregatie buiten de 'Franse
sfeer'. Al op 28 december 1900
schrijft hij een brief (dus vier da
gen nadat de eerste paters in de
Wouwsestraat waren gaan wonen),
waarin hij zijn zorgen uit: 'Ik heb
met jullie te doen. Jullie zijn maar
slecht gehuisvest. Zorg voor vol
doende verwarming. En zorg voor
voldoende dekens op bed. Heb je nu
iemand die voor je kookt? Hebben
jullie al boeken?'. Maar drie weken
later schrijft hij: 'Ik heb veel ver
trouwen in wat jullie begonnen zijn.
Kleine ongemakken horen bij zo'n
onderneming'. Na een bezoek aan
het tweede huis, De Kaai, laat hij
weten dat hij dat huis geschikt
vindt voor hooguit twee a drie
jaar: 'Probeer bronnen te vinden om
een groter huis te bouwen'. Zoals
bekend heeft men die goede raad
opgevolgd. In 1903 werd begon
nen met de bouw van het grote
complex aan de Antwerpsestraat
weg. (Hoewel op de eerste steen
de naam van Leo Dehon staat ver
meld, is het rector Kusters geweest
die op 19 maart deze steen heeft
geplaatst).
Maar treffend vind ik een kort
schrijven uit april 1924, dus een
jaar voor zijn dood. Het Juvenaat
wordt dan helemaal op de schop
genomen: er wordt een nieuwe
vleugel gebouwd en een kapel.
Men bereidt zich voor om het zil
veren jubileum groots te vieren.
En dan schrijft de 81 jarige pater
Dehon: 'Het is heel goed dat jullie
het Juvenaat uitbreiden, maar het
hoofddoel blijft toch een goede vor
ming, ook in het kleine. Als je de
weg opgaat van een groot college,
zou je wel eens grote teleurstellingen
kunnen ondervinden. Het grote aan
tal van jullie leerlingen kan een ge
vaar inhouden'.
8b. Impressies van de stad
In juli 1901 verschijnt er een inte
ressante beschrijving van Bergen
op Zoom in Le Règne du Sacré
Coeur, een tijdschrift van de Con
gregatie. Enige gedeelten hieruit
lijken me ook nu nog het lezen
waard.
'Berg-op-Zoom is een aantrekke
lijke stad in Noord Brabant. Het is
gelegen aan een soort fjord die
nog wel Schelde heet, maar in
werkelijkheid een inham van de
Noordzee is. De Schelde, die ont
springt in de buurt van Saint
Quentin, mondt bij Berg-op-Zoom
uit in de zee. Zo is het werk van
het H.Hart ook begonnen bij Saint
Quentin en is nu al verder ge-
86
De Waterschans nr. 2 2000
VaJ
Ajb.10. Gedeelte van de brief van 1924 waarin pater Dehon waarschuwt het Juvenaat
niet te groot te maken.
stroomd tot Bergen op Zoom.
De stad telt 14.000 inwoners. Er
zijn verschillende fabrieken: een
metaalgieterij, een suikerfabriek,
een spiritusfabriek. Er wordt ook
veel in oesters gehandeld. Er zijn
mooie oesterbassins, en grote bas
sins voor andere schaaldieren.
Weet u hoe het vissen van oesters
gaat? Dat gebeurt er heel origi
neel. Bergen heeft langs de oevers
van het water een met keien be
dekte dijk opgeworpen die lang
zaam afloopt; bij vloed loopt het
water van de zee over die dijk
heen. Vóór hoog tij plaatsen de
vissers op de dijk een soort dak
pannen bestreken met kalk. De
oesters worden door de golven
meegenomen; ze vallen op de
dakpannen en hun schelpen blij
ven vastzitten in de kalk. Bij laag tij
worden de oesters dan naar de
bassins gebracht.
De haven is vrij goed bereikbaar.
De schepen komen binnen en ver
trekken bij hoog water. Het is
langs deze haven, Op de Kaai, dat
de paters hun school willen vesti
gen die nu in de Wouwsestraat is.
Bergen is lange tijd een vesting ge
weest: ze gold als onneembaar.
Maar de Fransen hebben haar
toch in 1747, onder Lodewijk XV,
ingenomen. Dat gebeurde onder
leiding van een Deense edelman,
maarschalk Lowendahl. Er ligt nog
steeds een sterk Hollands garni
zoen in de stad en het huis (op de
Kaai, PdV) dat de Priesters van het
Heilig Hart gaan kopen behoorde
tot voor kort aan de staat.
De oude vestingwerken zijn omge
toverd in prachtige parken, met
waterpartijen, monumentale bo
men en veel bloemen. Geen stad
van 15.000 inwoners heeft zulke
weelderige lanen. Een riviertje. De
Zoom, voorziet de grachten van
water. Bergen ligt dus op de Zoom.
Men heeft dit speels gebruikt in
het stadsdevies: 'op de zoom' kan
men nogal vrij in het Latijn verta
len met superslimvandaar de
mooie en trotse wapenspreuk:
'Mille periculis supersum
Bergen is voor ruim tweederde ka
tholiek. De protestanten hebben
echter de grote kerk uit de XJVe
eeuw in gebruik, een van de mooi
ste van Holland. Vanwege hun
kleine aantal hebben ze de kerk
aangepast, zodat twee calvinisti
sche groeperingen (secfes) er ge
bruik van kunnen maken met ei
gen kerkruimten en ruimten voor
de dominees.
De katholieken hebben een grote
kerk uit de XVIIe eeuw, eenvoudig
van stijl, maar rijk aan marmer en
schilderingen. Maar het mooiste
pronkstuk van de kerk is het grote
aantal gelovigen dat op zondag ter
kerke gaat: ze staan tot op het uit
gestrekte kerkplein. De katholie
ken van Bergen zijn religieus niet
onverschillig!
Enige jaren geleden heeft een offi
ciële kunstcommissie een XVe
eeuws vorstelijk graf laten restau
reren; dat bevindt zich in de pro
testantse kerk. De architect heeft
op het graf ook het oude beeld te
ruggeplaatst van de Heilige
Maagd. De protestanten namen
daar aanstoot aan en hebben een
doek over het beeld gehangen. Ze
hebben kort geleden besloten die
doek toch weg te halen.
De katholieken doen veel goed
werk. Zo zijn er scholen van zus
ters en broeders, een ziekenhuis,
een weeshuis, er zijn verenigingen
van werklieden.
Buiten de door de protestanten
'ontluisterde' massacréegrote
kerk, zijn er vanuit cultureel oog
punt nog andere bijzondere ge
bouwen: een kazerne in de Goti
sche stijl van de XVe eeuw, en het
stadhuis in de stijl van de Vlaamse
Renaissance van de XVIIe eeuw.
De pastorie is een waar museum:
er hangen meerdere werken uit de
school van Rubens en Van Dyck,
een Teniers, een Van Ostade en
vooral zes panelen met vruchten
en bloemen, geschilderd door Fre
dericks; zij kunnen wedijveren met
werken van Breughel en Van Huy-
sum.
87