De Geschiedenis van Bergen op Zoom V Hoofdstuk V: Bergen op Zoom onder de heren van Glymes 1419 - 1567 60 61 De Waterschans nr. 2 2000 Drs. GA Huijbregts AJb.l. De Nederlandse gewesten rond 1400: 4 hertogdommen: Brabant, Limburg, Luxemburg en Gelre; 5 graafschappen: Vlaanderen, Henegouwen, Namen, Holland en Zeeland; 4 bisdommen: Luik, Utrecht, Doornik (Toumai) en Kamerijk (Cambrai). 1. Een nieuwe dynastie in Stad en Land van Bergen op Zoom Voor Bergen op Zoom was 1419 een bewogen jaar. Stad en Land verloren in februari/maart niet alleen Hen drik II van Boutersem, maar even la ter ook diens zoon Hendrik III. De vroegtijdige dood van laatstge noemde schrijft men algemeen toe aan de kuiperijen van zijn jongste broer Willem van Bergen. Als advi seurvan de labiele hertog Jan IV van Brabant wist Willem het voor elkaar te krijgen dat zijn broer Hendrik met nog enkele andere hoge edelen in ongenade viel bij de hertog. Hendrik belandde zelfs in de gevangenis en overleed aan de gevolgen daarvan, ook al was de breuk met hertog Jan intussen hersteld. Aan Willems leven kwam echter hetzelfde jaar eveneens een einde; hij werd vennoord. Dat lot trof in hetzelfde jaar een nog hogere edelman, namelijk Jan zon der Vrees. Hij was onder meer hertog van Bourgondië en graaf van Vlaan deren. Zijn zoon Filips volgde hem op. We kennen hem als Filips de Goede (1419-1467). Bergen op Zoom zou nog veel met hem te ma ken krijgen, want in 1430 erfde hij Brabant en Limburg en drie jaar la ter moest Jacoba van Beieren hem haar graafschappen Holland, Zee land en Henegouwen afstaan. Zo groeide het Bourgondische huis uit tot een machtige dynastie in de Ne derlanden en in Frankrijk. De heerlijkheid Bergen op Zoom kreeg in 1419 een nieuwe heer. Hendrik III van Boutersem had al leen een dochter, Johanna. Zij was in 1416 tegen de zin van haar vader gehuwd met Jan van Glymes. Deze Jan had blijkbaar een minder prettig karakter, maar dergelijke overwegin gen speelden in die tijd bij de part nerkeuze zelden een rol. Hij was een achterkleinzoon van Jan Cordekin, een bastaardzoon van hertog Jan II van Brabant. Die zoon was destijds door de keizer gewettigd en door zijn vader beleend met de heerlijk heid Glymes, gelegen in Zuid-België. Door verstandig te trouwen en met wat geluk had de familie haar bezit tingen met meerdere heerlijkheden en domeinen kunnen uitbreiden. Enkele bezittingen, waaronder Gly mes, werden zelfs verenigd tot het graafschap Walhain. Door erfenis sen, huwelijken, verkoop e.d. raakten er ook weer vaak gebieden versnip perd. De geschiedenis van Bergen op Zoom kent zoals elke plaats glo rietijden en crisisperioden. De Gly- De Waterschans nr. 2 2000 mestijd (1419-1567) was voor Bergen op Zoom een soort gouden eeuw, een bloeitijd in economisch en cul tureel opzicht. Het huis Glymes bleef maar liefst 138 jaar aan Bergen op Zoom verbonden. Er was altijd een zoon om vader op te volgen en dat voorkwam successietwisten. De Glymesperiode valt voor een groot deel samen met het bestuur van de Bourgondische hertogen Filips de Goede (1419-1467), Karei de Stoute (1467-1477 en Maria van Bourgon dië (1477-1482) en vervolgens met dat van de Habsburgse vorsten Maximiliaan, regent van 1482 tot 1496 en opnieuw van 1506 tot 1515, Filips de Schone (1482-1496-1506), Karei V (1506-1515-1559) en Filips 11 (1555-1598). 2. Jan I van Glymes 1419 - 1427 In 1415 was er in de Honderdjarige Oorlog (1337-1453) weer eens een grote veldslag tussen de Engelsen en de Fransen. Bij Azincourt in Noord- Frankrijk botsten de twee legers op elkaar. Voor Jan van Glymes, jong en onstuimig, was het een mooie kans om zijn moed en vaardigheden te demonstreren. Hij vocht mee aan de Franse kant net als zijn hertog Aito- nie van Brabant. Het werd een fiasco voor de Fransen. Antonie sneuvelde en Jan werd krijgsgevangen gemaakt. Voor veel geld mocht hij weer naar huis. Toen was het zaak om uit te zien naar een bruid met geld en zijn oog viel op Johanna van Boutersem uit Bergen op Zoom. In 1416 trouw den zij. Omdat Johanna een broer had, was er voor haar echtgenoot niet direct uitzicht op een opvolging in Stad en Land van Bergen op Zoom. Maar zoals we reeds zagen, kwam de dood hem te hulp. Hen drik II en Hendrik III en diens broer Willem overleden kort na elkaar en zo werden Johanna en Jan op 3 april 1419 ingehuldigd als vrouwe en lieer van Bergen op Zoom. Dat ging echter niet van harte. Het stadsbe stuur had net als vader Hendrik III destijds kennelijk niet zo veel ver trouwen in Jan. Eigenlijk wilde de magistraat wel Johanna, maar niet haar man. Want, als Johanna voor haar man zou overlijden, wat dan? De stad kwam daarom in de Blijde Inkomste met enkele eisen die de macht van het heerlijk paar aanzien lijk beperkten. Bovendien wilde het stadsbestuur zwart op wit vastleggen en door de hertog laten bekrachti gen dat na de dood van Johanna de heerlijkheid in geen geval zo maar over zou gaan op haar echtgenoot. De inhuldiging van een nieuwe heer was ook altijd een mooie gelegen heid om paal en perk te stellen aan ingeslopen misbruiken. Zo kwam men deze keer overeen dat iemand die van de heer een van de molens van de stad huurde, geen belangen meer mocht hebben in een van de andere molens. Aardig is dat de Bergse poorters voortaan konijnen mochten vangen binnen en een stukje buiten de stadsmuren, als ze het maar niet deden met fretten of strikken. Het stadsbestuur kreeg ver der verlof om een kraan op te rich ten en de inkomsten daarvan op te strijken. Handel en scheepvaart pro fiteerden daarvan evenals de kraan kinderen. Dat waren mannen die de hijskraan in beweging brachten door in een ton te lopen. Van de hertog kreeg Jan I in 1420 nog een waardevol privilege: als heer van Bergen op Zoom mocht hij voortaan iedereen die zich niet hield aan de marktvrede arresteren, ook buiten zijn eigen gebied. Hij moest dan wel de delinquent uitleveren aan de dichtstbijzijnde rechter. Het was een gunst die het bezoeken van de jaarmarkt stimuleerde. Kort na de bekrachtiging van dit voorrecht kwam hertog Jan IV door zijn wispelturig optreden in botsing met verschillende steden waaronder Bergen op Zoom. Jan van Glymes sloot zich aan bij het verzet. De her tog moest Brabant verlaten en daarop kozen de afgevaardigden van de opstandige steden zijn broer graaf Filips van St. Pol tot ruwaard, dat wil zeggen tot plaatsvervanger van de hertog. Dat liep uit op een burger oorlog en heer Jan was van de partij. As man van adel fungeerde hij na tuurlijk als een van de bevelhebbers. Van Breda trokken de troepen van de opstandige steden naar Heusden en vandaar naar Geertruidenberg, twee plaatsen die de zijde van de hertog hadden gekozen. Daarop volgde er een verzoening en be taalde Bergen op Zoom mee aan de vergoeding die Filips van St. Pol ont ving voor de bewezen diensten. As ruwaard van Brabant, dus als hoog ste gezagsdrager onder de hertog, wees Jan IV toen Jan van Glymes aan. Kort daarna bij de belegering van de vesting Brayne le Comte (He negouwen) waar het Brabantse leger vocht tegen dat van Jacoba van Bei eren en haar derde man hertog Humphrey van Gloucester, werd de heer van Bergen getroffen door een steen, weggeslingerd vanuit de inge sloten vesting. Een jaar later was hij voldoende opgeknapt om ijlings naar huis te kunnen gaan. Dat was nodig, omdat een bende uit Antwer pen zijn stad bedreigde. 3. Conflicten met Antwerpen Het spande wel eens tussen de twee AJb.2. Het bescheiden begin van de universiteit van Leuven, de eerste in de Nederlan den. De studenten waren lid van een van de vier colleges: het Varken, de Lelie, het Kas teel of de Valk. Brabanders troffen elkaar in het Varken. FRIESLAND UTRECHT GELRE GELRE Schelde KAM ER UK LUXEMBURG Arntoirtet drs {JunLr l'tds, v Lr 'hdtrnu

Periodieken

De Waterschans | 2000 | | pagina 6