De Geschiedenis van Bergen op Zoom VI
Hoofdstuk V: Bergen op Zoom onder de heren van Glymes 1419 - 1567,
Tweede deel: de jaren 1460 - 1494
De Waterschans nr. 3 2000
Tabel 1. Totale visopbrengst op de Oosterschelde, inclusief omvisch, officiële
pacht, aantal weren en het inkomen per weer van 1897-1905 in guldens.
Jaar
Totale vangst
Pacht
Weren
Inkomen per weer
1897
f
28.556
f
10.083
22
f
840
1898
f
41.300
f
7.561
22
f
33.739
1899
f
13.877
f
7.561
22
f
6.316
1900
f
15.492
f
7.561
20
f
397
1901
f
11.109
f
5.806
20
f
265
1902
f
8.107
f
5.806
21
f
110
1903
f
4.958
f
3.179
16
f
111
1904
f
5.096
f
4.500
17
f
596
1905
f
3.621
f
6.445
17
f
2.824 negati
een nevenberoep noodzakelijk is
gezien de inkomsten per weer. Ook
uit een aantal afgesloten leningen
blijkt dat de vissers problemen
hebben het hoofd boven water te
houden (32).
Tot slot
Het unieke karakter van de weervis-
serij, de luxe lekkernij en de sterk
wisselende vangsten ervan hebben
de weervisserij bestaansrecht gege
ven. Maar ditzelfde gegeven veroor
zaakt ook het marginale, kleinscha
lige karakter. Immers de resultaten
van de weervisserij blijken niet be
heersbaar. Naast de conflicten die
inherent zijn aan het vissersberoep
ontwikkelt zich in Bergen op Zoom
een langdurig conflict met de
Zeeuwse vissers, die terecht de
oudste rechten claimen. Het uit de
traditie ontstane erfelijk gebruiks
recht vormt een complicerende
factor, waar niemand de details
meer van weet. Hetgeen niet ver
hindert dat op grond van deze tra
ditie besluiten genomen worden.
Pachtheffing op zich is geen pro
bleem want de weervissers betalen
sinds mensenheugenis pacht. Al
leen speculatie met pacht op de
vrije markt kan de bedrijfstak niet
aan. Van der Schans concludeert
voor de zalmkweek in Schotland
dat vissers pas samenwerken als het
einde van hun bedrijf nabij is (33).
Dat gaat ook op voor de weervis
sers in Bergen op Zoom. Uitgaande
van de veronderstelling dat een
persoon een keuze maakt tussen
individueel voordeel en het besef
dat regulering nodig is, komt men
tot enige vorm van collectief ge
drag. Er zijn goede argumenten no
dig om te komen tot samenwer
king. In Schotland bleek dat vis
sterfte, in Bergen op Zoom de actie
van Van Dixhoorn. Vanuit de tradi
tionele werkwijze der weervissers
en vanuit de traditie van conflicten
blijft het bij deze kleine aanpassing
en. De bedrijfstak blijft marginaal,
maar wel behouden voor de toe
komst door het unieke karakter van
vismethode en traditionele werk
wijze.
Dit artikel is gebaseerd op een
eindscriptie voor de studie Maat
schappijgeschiedenis, Erasmusuni-
versiteit Rotterdam, juni 2000.
Deze scriptie is ter inzage in de
GAB.
Noten
124
De Waterschans nr. 3 2000
Drs. G A. Huijbregts
11. Trouw aan hertog en vrouw
De vijftiende eeuw is zeker wat de
Nederlanden betreft de eeuw van
Bourgondië. Aan die periode is de
naam van Filips de Goede verbon
den. Wat betekenden Bergen op
Zoom en met name de familie Gly
mes voor deze vorst? En omge
keerd, wat deed de vorst voor de
Glymesen en hun stad? De hoge
heren lieten zich in hun politiek
graag leiden door de belangen van
hun familie. Dynastieke belangen
wogen vaak zwaarder dan het
landsbelang. Hoe was dat onder
het Bourgondische huis? Voor het
antwoord pakken we de draad van
onze Bergse geschiedenis weer op
in 1460. Jan metten Lippen werd
dat jaar 43 en mocht toen nog 34
jaar zijn heerlijkheid besturen.
Jan had veel kinderen, wettige en
onwettige, en deed zijn best hun al
len een goede toekomst te bezor
gen. Voor het welslagen van zijn
opzet was hij aangewezen op Filips
de Goede en diens opvolgers Karei
de Stoute, Maria de Rijke en Filips
de Schone. In dit gezelschap moe
ten we ook Maximiliaan van Oos
tenrijk noemen. Deze vorst uit het
Habsburgse Huis was niet alleen
de echtgenoot van Maria de Rijke,
maar hij trad ook twee keer op als
regent/plaatsvervanger, eerst voor
zijn minderjarige zoon Filips de
Schone (1482-1494) en later weer
voor zijn minderjarige kleinzoon
Karei V (1506-1515). Bovendien
was hij aartshertog van Oostenrijk
en van 1493 tot 1519 keizer van
Duitsland.
In het algemeen kan men stellen
dat Filips en zijn opvolgers in de
Bergse heren trouwe volgelingen
hadden. Zo kon Filips de Goede
steeds op Jan II rekenen zowel in
militair opzicht als Financieel. Als
tegenprestatie rekende Jan II op de
bevordering van de handelsbelan
gen van zijn stad door de leenheer,
want een economisch bloeiend
Bergen op Zoom was van grote
waarde voor zijn onderdanen en
versterkte anderzijds zijn eigen kas
en daarmee zijn prestige. Natuur
lijk kwamen de goede relaties van
de heer van Bergen op Zoom met
het Bourgondische hof tevens ten
goede aan de belangen van de fa
milie Glymes.
Op de trouw van Jan II jegens zijn
knappe vrouw valt meer aan te
merken. Het verhaal gaat dat Jan
metten Lippen wel vijftig kinderen
had. Vast staat dat uit zijn huwelijk
met Margaretha van Saint Simon
dertien kinderen werden geboren,
waarvan er negen de volwassen
leeftijd bereikten. Uit de archief
stukken kunnen voorts de namen
van een twintigtal onwetttige kinde
ren worden opgediept, verwekt bij
verschillende moeders. Van een en
kele geliefde is de naam bekend.
Zo bezocht hij in Oudenbosch
graag Mayken Sanders. Een derge
lijk gedrag was in die tijd niet zo
vreemd, want ook Filips de Goede
had heel wat geliefden. De bas
taards van Filips en van Jan kregen
mooie functies. Zo slaagde Filips
erin om zijn bastaardzoon David
tot bisschop van Utrecht te doen
kiezen. Ook Maximiliaan had
meerdere bastaards. Blijkbaar ke
ken de onderdanen er niet vreemd
van op. Menig edelman zag in een
lieve dame een fraaie bloem die ge
plukt moest worden. Het veroveren
van het hart van een beminde gold
als een ridderlijke uitdaging. We
moeten ook niet vergeten dat het
sluiten van 'een goed huwelijk' een
uitermate belangrijke zaak was,
maar dat een dergelijke echtverbin
tenis zo weinig te maken had met
liefde. Het wettige kind had wel
meer rechten dan het onwettige.
De kinderen van adel konden wat
hun toekomst betrof gewoonlijk
twee kanten uit: de jongens werden
legerleider of geestelijke; de meis
jes trouwden of gingen naar het
klooster. Voor de dochters viel er
niet veel te kiezen, dat deden de
ouders wel. In de kerk telde de af
komst zwaar mee. Kinderen van
adel brachten het gemakkelijker tot
bisschop, abt of abdis.
12. De zonen van Jan II van Glymes
Filips was de oudste en de aange
wezen opvolger als heer van stad
en land van Bergen op Zoom. Hij
kwam in het leger terecht, maar
overleed in 1475 aan de verwondin
gen die hij in dienst van Karei de
Stoute had opgelopen bij het beleg
van de stad Neuss, niet ver van
Keulen.
Henricus of Hendrik (1449-1502),
de tweede zoon, koos voor de gees
telijke stand en werd door de paus
benoemd tot bisschop van Kame-
rijk (Frans: Cambrai). Hij staat be
kend als een voorbeeldig herder,
een vriend van de armen, maar ook
als bevorderaar van kunsten en we
tenschappen. Zijn secretaris was ge
durende enkele jaren de Rotter
dammer Desiderius Erasmus, een
beroemd geleerde en invloedrijk
schrijver, algemeen bekend als de
125
Bron: RA, jaarverslagen van het bestuur der visscherijen: ansjovisopbrengst,
pacht en aantal weren; GA, jaarverslagen van de kamer van koophandel:
omvisch.
(1) Grosfeld. N.H.M. De weervisserij op de
Oosterschelde. De Waterschans 2 (1991) 38;
(2). De stad Reimerswaal wordt van 1530 tot
1570 door overstromingen vrijwel onbe
woonbaar gemaakt. Oorlogen doen de rest.
De vissers blijven als laatsten in Reimers
waal wonen. Zij verlaten in 1631 de stad en
trekken naar Tholen. niet naar Bergen op
Zoom. Tholen biedt een gunstiger finan
ciële regeling (Slootmans CJ.F Bergen op
Zoom: een stad als een huis. Bergen op
Zoom 1966, 222). Toekenning van de vis
rechten aan de vissers uit Bergen op Zoom
wordt niet geaccepteerd; (3) Grosfeld,
N.H.M. Bij een goed initiatief. De Water
schans 27 (1997) 42; (4) Grosfeld. N.H.M.
De weervisserij op de Oosterschelde. De Wa
terschans 21 (1991) 38; (5) Gemeentearchief
(GA), inv.nr. 784; (6) Idem en Korringa, P. De
weervisserij in de Oosterschelde. Zeeuws tijd
schrift (1963) 105; (7) Martens, PJ.M. De
zalmvissers van de Biesbosch 1421-1869. Til
burg 1992. 121-192-193; (8) Notariële akten;
GA inv.nr. 2793; (9) Grosfeld, Weervisserij
40; 10) Korringa, 'Weervisserij'. Zeeuws tijd
schrift, 107; (11) Bijlage Gemeentelijke Ar
chiefdienst bij reproductie van 'Kaarte figu
ratief van de verdronken en geïnundeerde
landen van Zuyd-Beveland en het Mar-
quisaat van Bergen op den Zoom'; (12)
Touw, CJ. Het vissers- en schippersgeslacht
Touw uit Bergen op Zoom. Bergen op Zoom
1980. 57; 13. Wakkee, F Vissers, schippers en
andere zeelui in de Bergse familie Wakee. Ber
gen op Zoom 1998.4; (14-15-16) GA, inv.nr.
2788; (17) Rijksarchief Middelburg (RA), inv.
nr. 2943a; (18) Van de verpachtingen tussen
1866-1892 zijn geen gegevens beschikbaar.
In ieder geval zijn de weren gepacht tot
1867 (brief vissers aan B en W over de vra
gen van hel ministerie van Financiën),
hoogstwaarschijnlijk tot 1878 (aflooptermijn
pacht). De familie De Haas pacht wellicht
hetzelfde weer tot 1895. GA inv.nr.779-780,
RA, inv.nr. 804-809; (19) Deze visserij. El-
dernissen of Hildernisse genaamd, is terug
te vinden op het verdronken land van het
markizaat als weer. E. A van Dort neemt in
1849 de pacht voor de lopende tijd over (W.
van Dort overlijdt in 1849) en ook tijdens
een nieuwe termijn. Ene A van Dort is erf
genaam maar deze heeft de erfenis verwor
pen. Een andere erfgenaam, ook A van Dort
geheten, is gehuwd met een visser. De mo
tieven voor het aankaarten van het gebruiks
recht zijn onbekend; (20) GA inv.nr. 3029;
(21) Meijer, AJ.M. Aspecten van de visserij op
ansjovis. Culemborg 1983; (22. 23 en 24) RA,
jaarverslagen van het bestuur der vissche
rijen; (25) GA inv.nr. 2791-2792; (26) Er is
geen algemeen onderzoek verricht naar het
beleid van het bestuur der visserijen. Hoe
dit bedrag tot stand gekomen is, is derhalve
onbekend. De bedragen zijn vermeld in de
jaarverslagen; (27) Drimmelen, D.E. van.
Schets van de Nederlandse rivier- en binnen
visserij tot het midden van de 20ste eeuw.
Nieuwegein 1987 12; (28) RA inv. nr. 959. Er
is sprake geweest van een maatschappij. De
Schelde, maar over deze maatschappij zijn
verder geen gegevens bekend; (29) Formu
lieren van de Kamer van Koophandel
waarop ondernemers aangeven hoe het met
hun branche gaat en wat hun toekomstver
wachtingen zijn. L. de Leeuw vult in 1893
het formulier voor de ansjovisvisserij in; (30)
Verslag omtrent de staat der Nederlandsche
zeevisscherijen over 1885; (31) GA inv.nr.
1872; (32) Notariële akten; (33) Schans, J.W.
van der. Governing marine salmon farming in
Scotland. Rotterdam 1993 59.
Illustratieverantwoording: Afb.l: P Martens.
De zalmvissers van de Biesbosch, 1421-1869.
Tilburg 1992, 115. foto GAB; Afb.2: GAB,
foto GAB; Afb.3.: GAB. inv.nr. 1301. Nota
riële akten, foto GAB; Afb.4: GAB, foto GAB.
Alle foto's vervaardigd door G. van Dijck.
AJb. 1. Afbeelding van Filips de Goede, af
komstig uit het atelier van Rogier van der
Weyden. Filips draagt de keten van de
door hem opgerichte Orde van het Gul
den Vlies.