De Waterschans nr. 3 2000 Ajb.3. Praalgraf van Karei de Stoute in de werd vervaardigd omstreeks 1560. moeite. In 1468 was Jan II met zijn oudste zoon Filips, beiden als legerleider, in Tongeren. Daar werden ze plot seling overvallen door troepen uit Luik. Jan ontsnapte, maar Filips werd gevangen genomen. Die moest worden vrijgekocht. Bergen op Zoom, Wouw en Glymes draai den op voor de kosten. Karei was er de man niet naar, om dit over zijn kant te laten gaan. Hij nam ver schrikkelijk wraak door de stad Luik op 30 oktober 1468 te ver woesten. Om zijn slagvaardigheid te vergro ten richtte Karei in 1473 naar het voorbeeld van de Franse koning een staand leger op van beroeps soldaten, de zogenaamde 'benden van ordonnantie', aanvankelijk sa mengesteld uit 22 benden, elk van 100 lansen (onderafdelingen), to taal 18.000 man, waaronder 8800 ruiters. Dat kostte ook Bergen geld. Een jaar eerder was de stad ook al aangeslagen voor 28 ruiters, onder bevel van Filips van Glymes. De stad schonk de oudste zoon van Jan II bovendien een hengst. Drie jaar later beloonde Bergen hem wederom met een paard vanwege zijn verdiensten voor de stad. Vol gens de haardentelling van 1472 telde Bergen op Zoom toen 1152 huizen (Antwerpen had er 4510). In datzelfde jaar promoveerde Jan metten Lippen tot oppeijagermees- ter van heel Brabant en tot gouver neur van de stad en het kasteel van Onze Lieve Vrouwekerk te Brugge. Het beeld Vilvoorde, niet ver van Brussel. In 1473 treffen we vader Jan met zijn zonen Filips en Jan van Wal- hain bij Karei de Stoute in Trier. Karei wilde graag door keizer Fre- derik III tot koning worden ge kroond en vandaar de bijeenkomst in Trier, een historische stad waar nog veel aan de Romeinen herin nerde. Karei was goed ontwikkeld. Hij las vlot latijnse boeken, hield van muziek, componeerde liede ren, had gevoel voor kunst en was een echte sportman. De geschiede nis leerde hem dat er vroeger een middenrijk had bestaan tussen Frankrijk en Duitsland. Naar de oudste zoon van Lodewijk de Vrome (814-840), Lotharius, was dat Lotharingen genoemd. Nancy was er de hoofdstad van. Dat mid denrijk wilde Karei herstellen, hele maal los van Frankrijk en het Duitse Rijk. Het hertogdom Lotha ringen zou een prachtige verbin- dingsbrug zijn tussen zijn Bourgon- dië in het zuiden en zijn gewesten in het noorden. Karei trachtte de keizer voor zijn plan te winnen door hem een huwelijk aan te bie den van diens 15-jarige zoon Maxi- miliaan met Kareis dochter Maria van 16. Dat klonk verleidelijk, want Maria was een erfdochter. Alle Bourgondische landen zouden zo aan de familie Habsburg komen. Voor Lodewijk XI was dat een min der aantrekkelijk perspectief, want in de erfenis zaten ook leengebie- den van hem zelf, niet alleen Bourgondië, maar ook Artois, Pi- cardië en het grootste deel van Vlaanderen. Hij kon te maken krij gen met een leenman die machti ger zou zijn dan zijn leenheer. De sluwe Lodewijk wilde zo'n situatie kost wat kost voorblijven. Een geweldig feestmaal op 7 okto ber en een fantastisch toernooi op 8 oktober vormden in Trier de in leiding op de kroning, maarin de nacht vóór de kroning verliet Fre- derik in alle stilte Trier, daartoe be werkt door Lodewijk XI. Karei was woedend. Met zijn 'benden" waan de hij zich sterk genoeg om zijn doel van een groot middenrijk tus sen Frankrijk en Duitsland dan maar met geweld te bereiken. Eerst ging hij de aartsbisschop van Keu len helpen. Een mooie gelegen heid om zijn invloed in die richting uit te breiden. De bisschop had moeite met het onderdrukken van een opstand in enkele van zijn ste den, onder andere in Neuss. Karei sloot Neuss in, maar het lukte hem niet de stad op de knieën te krijgen. Met het beleg ging een kostbaar jaar verloren en zoals we reeds ver meldden, verloor Filips, oudste zoon van Jan metten Lippen, door tijdens het beleg opgelopen ver wondingen zijn leven. Zijn plaats als toekomstig heer van Bergen op Zoom werd ingenomen door zijn broer Jan van Walhain. Het bleven drukke en gevaarlijke tijden voor vader Jan en zijn zonen. Na Neuss had Karei meer succes met het veroveren van Lotharingen (1475). Intussen viel Lodewijk XI Bourgondië, Artois, Henegouwen en Picardië aan. Ook lukte het hem om de Zwitsers tegen Karei in het harnas te jagen, figuurlijk dan, want de meesten van hen konden zo'n uitrusting niet betalen. Dat nam niet weg dat ze het beroepsleger van Karei de Stoute tot tweemaal toe een zware nederlaag toebrach ten, eerst bij Grandson in de Elzas en daarna bij Murten. Karei verloor niet alleen veel manschappen, maar bij Murten ook zijn wapen tuig, kostbare tapijten, sieraden en krijgskas. Bovendien spoorde de Franse koning de Lotharingers aan om tegen Karei in opstand te ko men. De verdreven hertog René ging terug naar Nancy. Dat was te veel voor Karei. In het hartje van de winter 1476/77 omsingelde hij Nancy, maar hij sneuvelde. Zijn dochter Maria, bijna 20, volgde 128 De Waterschans nr. 3 2000 hem op. Lodewijk aarzelde geen moment, bezette Bourgondië, Pi cardië, Artois en viel zelfs Hene gouwen aan. De Glymesfamilie kwam er evenmin zonder kleer scheuren af. Twee zoons, Jan van Walhain (de toekomstige Jan III) en Cornelis raakten bij Nancy in krijgsgevangenschap. Vader Jan en zijn stad draaiden op voor de los prijs. 15. Centralisatiepolitiek 'De Lage Landen bij de zee' had den niet zulke beste herinneringen aan Karei de Stoute. Algemeen had men grote bezwaren tegen zijn be leid. Zijn oorlogszuchtige politiek was veel te duur en zijn intern be leid was te eigenmachtig. Die twee bezwaren grepen eigenlijk in el kaar. Kareis staande leger kostte veel geld met als gevolg de ene bede na de andere. De vorst voelde zich een 'bedelaar' die elk gewest apart om geld moest vragen. Filips de Goede was al bezig geweest met het centraliseren van zijn bestuur. Zijn ideaal was om van zijn gewes ten een eenheidsstaat te maken met zo weinig mogelijk privileges voor de steden. Om het onderhan delen met de gewestelijke staten te vereenvoudigen, nodigde hij de he ren uit om samen te vergaderen. Zo ontstonden in 1464 de Staten-Ge- neraal. Staten betekent in dit ver band standen: adel, geestelijkheid en burgerij. Aanvankelijk werden ze alleen maar bijeengeroepen om toestemming te geven voor nieuwe beden, soms voor meerdere jaren tegelijk. Op die manier groeiden de beden uit tot vaste belastingen. Een ander facet van de modernisering was de introductie van ambtena ren, geschoolde krachten die je kon benoemen en wegsturen, maar die wel een salaris moesten hebben. Karei de Stoute miste het geduld en de tact van zijn vader en ging wel erg snel voort met diens cen tralisatiepolitiek We noemden al het invoeren van een beroepsleger. Er kwam verder een rechtbank als hof voor zaken in hoger beroep voor al zijn gewesten. Dat was het parlement van Mechelen; parle ment hier op te vatten als recht bank Daarmee trapte Karei hard op heel wat gevoelige gewestelijke tenen. Dat deerde hem niet. De le den van de Gewestelijke Staten van Vlaanderen sprak hij eens als volgt toe: 'Ik heb liever dat gij mij haat dan veracht, want noch terwille van Uw privileges - die toch niets waard zijn - noch om enige andere reden zal ik me van mijn stuk laten bren gen; noch iets laten gebeuren ten koste van mijn hoogheid en heer schappij; ik ben immers machtig genoeg om zoiets te weerstaan'. Van Kareis buitenlandse politiek was men al helemaal niet gediend. De bewoners van de 'Landen van herwaarts over' zoals men de Bour gondische staten in de Nederlan den wel noemde, zagen in al zijn oorlogen geen landsbelang, alleen maar geldverspilling. Ze wilden vrede met Frankrijk en deden daar voor graag afstand van Bourgondië. Met vrede waren handel en nijver heid gediend. Het taalprobleen speelde toen ook al een rol. Het Bourgondische hof was door en door Frans en de elite ging daar graag in mee. De alsmaar stijgende belastingen zetten kwaad bloed. In 1477 moest er bijna driemaal zo- Afb.4. De Bourgondisch-Habsburgse vorsten. 1: Filips de Goede (1419-1467). 2: Karei de Stoute (1467-1477). 3: Maria van Bourgondië (1477-1482). 4: Maximiliaan van Habsburg (1482-1494 en 1506-1515). 5: Filips de Schone (1494-1506). 6: Karei V (1515-1555). 7: Filips II (1555-1598). 129

Periodieken

De Waterschans | 2000 | | pagina 15