De Twee Vrienden van Nieuw 110 jaar Kroniek van een molen Jf ZZz- s y <y De Waterschans nr. 3 2000 Ben Daeter Dit jaar heeft Bergen op Zoom ten minste twee gebeurtenissen te her denken. Op de eerste plaats bestaat de molen De Twee Vrienden 110 jaar, maar er is ook iets te herden ken in verband met de molenaar Bram Pleging. Hij neemt dit jaar na melijk afscheid als molenaar. Rede nen genoeg om aan de molen en zijn molenaar enige aandacht te be steden. Een levende herinnering Molens zijn vroeger het zichtbare teken geweest van de industriële be drijvigheid van een stad of streek Zij torenden hoog boven de bebou wing uit en lieten al van grote af stand zien hoe hard er in dat gebied gewerkt werd. Die indruk werd dan nog versterkt doordat de molen zelf met het draaien van zijn wieken zijn bezigheid verkondigde. De oudste windmolens in Europa zijn bekend uit het noordwesten van Frankrijk en stammen uit de pe riode 1050-1150. In Nederland ko men pas 100 jaar later de eerste ge gevens over een windmolen voor. Daarna is het aantal windmolens steeds groter geworden. Zo waren er begin 1800 maar liefst meer dan 2600 windmolens alleen al in Fries land. Zon honderd jaar geleden waren er in ons land nog zo'n 10.000 molens volop in bedrijf. Ze maalden graan, zaagden hout, sloegen olie uit za den en maakten papier. En polder molens hielden het waterpeil in ons lage land onder controle. Duizen den molens hebben de vooruitgang niet overleefd; het aantal wind- en watennolens dat ons land nu nog telt, is het minimum om Neder- land-Molenland te kunnen noe men. Overigens wordt Nederland niet om zijn aantal molens een mo- lenland genoemd, er zijn landen in Europa waar veel meer molens staan, maar omdat de molen bij ons symbolisch is voor de strijd tegen het water. Poldermolens werden vanaf de vijftiende eeuw in het wes ten en noorden van Nederland ge bouwd, toen bleek dat het waterpeil in onze polders niet door natuur lijke lozingen gehandhaafd kon blij ven. En molens werden later ingezet om binnenmeren droog te malen. zoals bijvoorbeeld bij de Schermer. Momenteel telt ons land nog 1.035 windmolens en 106 watennolens. Zuid-Holland met zijn 220 wind molens is de grootste molenprovin cie, Utrecht met 32 exemplaren de Jfj 'O Afb.l. Het uit 1890 daterende verzoek van J.B. Jansen en J. Eist om een 'houten wind- standerdkorenmolen' te mogen oprichten. B&W verleende daartoe op 28 mei dat jaar vergunning. De molen zou gebouwd worden op een heuvel van 3.50 meter hoog boven de kruin van de Huijbergsebaan. Vlak voor het werk begon zijn de bouwheren blijkbaar van gedachte veranderd en kozen ze voor een stenen berg of beltmolen. 146 De Waterschans nr. 3 2000 Afb.l. Gezicht vanuit de pastoor Kuijperstraat. Te zien zijn de St.-Antoniusabtkerk en de molen. kleinste. De meeste watermolens vinden we nog in Limburg. Bergen op Zoom kan terecht trots zijn op het feit over een prachtige molen te beschikken. Bergen op Zoom is door de eeuwen heen een bedrijvige stad geweest, belangrijk op het gebied van handel en indus trie. Er moeten nogal wat molens hebben gestaan, maar daar is dan toch in ieder geval maar één exem plaar van overgebleven en dat is op het nippertje gered toen het op het punt stond in elkaar te storten. Doordat Halsteren bij Bergen op Zoom gevoegd is, staat er in de ge meente nog een molen, maar daar van is de gemeente niet de eigenaar. De molen op de molenberg De 110 jaar oude Twee Vrienden in Borgvliet is niet de oudste molen die Bergen gekend heeft. In 1536 liet de markies al een molenberg aanleggen op de Noordvest om daarop een windmolen te bouwen. Het werd een windkorenmolen van het type houten standaardmolen, die heel vroeger ook wel Glymes- nrolen heette. Het Molenpad leidde daar naar toe. In 1636 werd deze molen afgebroken en in 1641 ver vangen door een nieuwe. In ver band met de veranderingen aan de vesting liet de markies in 1744 plan nen maken tot verplaatsing van deze molen. Het plan kwam echter niet tot uitvoering omdat de vesting bouw zo gewijzigd werd dat de mo len aan de rand van het bastion Hertell kwam te liggen. Na de omwenteling van 1795 wer den de bezittingen van de markies, en daar viel de Noordmolen ook onder, achtereenvolgens eigendom van de Franse - en de Bataafse re publiek en daarna van de Staat der Nederlanden. In de 19de eeuw ging de molen over in particulier bezit. De erfgenamen van de laatste mole naar Aerden verkochten de molen in 1913 aan de gemeente Bergen op Zoom. Kort daarop werd hij echter gesloopt en de Molenberg werd af gegraven. Alleen de namen Molen pad (een straatje tussen de Artilerie- straat en de Dubbelstraat) en de Molenbergstraat herinneren nog aan deze molen (1). Uit restanten van de Heimolen gebouwd Gelukkig is de molen De Twee Vrienden een beter lot beschoren geweest. Het gaat om de molen van Borgvliet, die de romantische naam draagt: 'De Twee Vrienden'. Overi gens werd er per abuis ook wel ge sproken over De Twee Gebroeders (2). De molen werd in 1890 gebouwd van de restanten van de Heimolen, die ten zuiden van Bergen op Zoom aan de Huijbergsebaan, ongeveer een paar honderd meter vóór de kruising De Kloof-Heimolen, in de gemeente Woensdrecht stond. Hij stond daar op een zandrug. Op 25 februari 1675 is hij verbrand, maar werd wel een jaar later weer her bouwd. In elk geval heeft hij nog tot 1790 gedraaid als dwangmolen voor het zuidkwartier. Zo'n dwangmolen was meestal ei gendom van de markies of werkte voor of namens hem en verzekerde hem zo van een aandeel in de oogst, want de binnen het gebied wonende landbouwers waren ver plicht van de molen gebruik te ma ken. Volgens de opvattingen van die tijd was de heer, dus in dit geval de markies, eigenaar van alles boven het oppervlak, dus ook van de wind en als je daarvan gebruik wilde ma ken moest je ervoor betalen. De pacht moest geheel of gedeeltelijk in natura worden voldaan, dus een zeker aantal zakken meel, maar in de archieven zijn ook nog pacht overeenkomsten te vinden, waarin gesproken wordt over een vet varken of een aantal vette kapoenen. Deze vonn van werken veranderde plotseling en radicaal bij de stich ting van de Bataafse Republiek in 1795. Toen werd aan alle heren elke macht en autoriteit ontnomen; dat was ook het einde van het Markie- zaat van Bergen op Zoom en van de dwangmolens. Maar wie mocht denken dat daardoor het brood een beetje goedkoper was geworden ver gist zich toch wel. In het "Regle ment, voor de heffing der Stedelijke Belasting op het Gemaal te Bergen op Zoom', kunnen we in 37 artike len lezen wat een molenaar te wachten stond als hij de voorschrif ten van de gemeente niet netjes op volgde. Eén van de artikelen luidt: 'De Molenaars zullen geene Gra nen of Meel, naar of van hun mo lens mogen vervoeren, of door hunne Molenkardrijvers, knechts of andere in hunne dienst zijnde per sonen, laten vervoeren, zonder dat het voertuig of paard zal zijn voor zien van een groote en helder klin kende Bel, op een boete van hon derd guldens, bij iedere overtreding, door de Molenaars of de vervoer ders te verbeuren'. En het slotartikel gaat er dan nog eens dunnetjes overheen: 'Alle overtredingen van dit Reglement, zullen ook de con fiscatie van het aangehaalde Graan of Meel ten gevolge hebben'. Dat is dan nog eens wat anders dan een vet varken of een paar kapoenen. Het aangehaalde reglement is van 1830, met verwijzing naar een wet van 1819. De eerste indnik moet wel zijn dat de boeren er met het ver dwijnen van de markiezen niet beter 147 'Ns'V'/ssfV/T r .ff.'TW/fs y y'.! v'vïU.

Periodieken

De Waterschans | 2000 | | pagina 24