De Waterschans nr. 3 2000 zich een groot gebied dat vrijwel helemaal uit meren en moerassen bestond en in het westen waaierde het dal uit in het lage land langs de Schelderivier, dat op zijn beurt ook met veen was bedekt. Met een ge middelde hoogte van 5 meter bo ven NAP stak het 'centrum' maar net boven het veen uit en bij zware regenval zal het zeker onder water gelopen zijn. Bovendien waren er hier en daar nog kleine vennen en poelen, waarvan de resten bij ar cheologisch onderzoek werden te ruggevonden: in de Lievevrouwe straat, Sint Annastraat, Zuivelstraat, Vismarkt, Gouvernementsplein en Koevoetstraat. In dit merkwaardige hobbelige en drassige gebied ontstond ergens in de ll de eeuw een kleine nederzet ting van overwegend boeren, die af hankelijk waren van de schrale ak kers en graslanden langs het veen. Een goede afwatering moet vanaf het begin onontbeerlijk zijn ge weest. De opgravingen aan de Koe voetstraat laten zien dat er in de 12de eeuw al drainageslootjes be stonden om het veen te ontwate ren. Een definitieve oplossing voor het probleem van wateroverlast werd waarschijnlijk in het begin van de 13de eeuw gevonden door het graven van een kanaal tussen de 'Meeren' ten noordoosten van de dorpskern en de Schelde in het westen, waarschijnlijk via een ver binding met een al bestaande na tuurlijke kreek ter plaatse van de la tere haven. De Grebbe, de naam is verwant aan het werkwoord graven, doorsneed de meeste kleine veen- kommen rond de bewoningskern, wat haar bochtige verloop ver klaart. Eliervoor moest op sommige plaatsen vier meter diep gegraven worden, een niet geringe klus, waarvoor de nodige fysieke en fi nanciële inspanning geleverd moest worden. Bovendien sloot er nog een stelsel van afVoergoten en zijtakken op het hoofdkanaal aan. Bekend is de Vuilbeek, maar er wa ren naar alle waarschijnlijkheid ook aftakkingen in het huidige Vierkantje en in de buurt van de Sint Annastraat, die op hun beurt weer met elkaar in verbinding ston den via goten langs de Grote Markt en de Zuivelstraat-Wouwsestraat. Veel van die zijkanalen en greppels werden al vroeg weer gedempt, an dere leefden voort als afVoergoot. Na het draineren van de onder grond werden de veenkommen ge dempt met zand dat van elders aangevoerd werd. In sommige ge vallen werd hierop weer landbouw bedreven, zoals langs de Koevoet straat, terwijl op andere plaatsen, zoals bij de Sint Annastraat, ruimte vrijkwam voor huizen. De wat meer excentrisch gelegen venen, bijvoor beeld aan het Gouvernement, zou den nog lange tijd open blijven lig gen. In grote lijnen kan gezegd wor den dat in het begin van de 13 de eeuw door middel van waterafvoer, egalisaties en ophogingen een let terlijke basis gevormd werd voor een stedelijke ontwikkeling van Bergen op Zoom (2). De Grebbe als moervaart In het midden van de 13de eeuw startte een grootschalige ontgin ning van de woeste gronden in het tegenwoordige West-Brabant. Het veen werd uitgemoerd en als turf verscheept naar de snel groeiende Vlaamse steden, waar het als brandstof diende voor ambachten en huishoudens. Het veen, afkom stig uit omgeving van Bergen op Zoom, kon over de Grebbe naar de Schelde worden vervoerd. Een deel bleef hier voor plaatselijk gebruik, niet alleen als brandstof maar ook als bouwmateriaal. Er zijn resten van kleine 13de eeuwse huizen op gegraven met muurtjes van gesta pelde turfblokken, terwijl ook de waterlopen in de stad beschoeiin gen hadden van turf. In de loop van de 13de en 14de nam de moemering in belang toe. In de veengebieden ten oosten van de stad werd een ontginningska naal gegraven, de 'Moervaart', en verbonden met de Grebbe. Toen ook de moergronden ten zuidoos ten van de stad ontgonnen werden, verlengde men de Moervaart in etappes zuidwaarts, tot bij het te genwoordige Essen. De oorspronkelijke vonn van de Grebbe als turfvaart is nergens meer bewaard, omdat het kanaal vanaf de 15de eeuw van nieuwe stenen muren en gewelven werd voorzien. Aanvankelijk was het een open vaart van tenminste 6 meter breedte met schuine oeverkanten, waarschijnlijk voorzien van een houten beschoeiing. Een aanwij zing hiervoor geeft het stukje Grebbe achter huize Sint Gertrudis (de 'Armenblok'), dat tot in de 20ste eeuw nog open lag en geen Afb.2. De Vuilbeek in doorsnede. stenen muren had. De ontwikke ling van de Vuilbeek is door opgra vingen goed in kaart gebracht en misschien vergelijkbaar met de Grebbe (afbeelding 2). Aanvanke lijk was ook de Vuilbeek een brede geul, maar in de I4de eeuw werd ze in etappes versmald door ophoging 104 De Waterschans nr. 3 2000 van grond aan de stadskant om be bouwing mogelijk te maken. Van de 5 meter brede beek bleef een smal slootje van anderhalve meter over. De walkanten waren steeds van houten palen en gestapelde turfplaggen. Pas in de 15de eeuw bouwde men (plaatselijk) stenen kademuren om de bouw van een huis naast de Vuilbeek mogelijk te maken. Een dergelijke versmalling zal de Grebbe, zolang ze dienst bleef doen als transportkanaal, niet heb ben ondergaan. Vanwege het ont breken van archeologisch onder zoek pal naast de Grebbe is het niet zeker of er nog veel van de ou dere beschoeiingen bewaard is ge bleven. Toch zijn hier en daar res ten van oudere wanden gevonden. Tijdens rioolwerken in de Steen- bergsestraat kwamen onlangs bak stenen kademuren uit de 14de eeuw tevoorschijn van ruim een meter dikte, ongetwijfeld onderdeel vormend van de bijbehorende brug (3). Ook in de Grebbe zijn op som mige plaatsen achter gaten in de muren en gewelven nog sporen van ouder muurwerk zichtbaar. Andere functies van de Grebbe De waterregulerende werking van de Grebbe vond plaats door mid del van een aantal sluizen, waaron der die van het Spui. De ontgon nen moergronden konden minder water vasthouden en de turfstekers waren afhankelijk van een goede verbinding naar de overslaghaven. In 1429 sloot het stadsbestuur een overeenkomst met een groep moer- delvers, waarbij de stad zich ver plichtte tot verbetering van de Moervaart en de Grebbe en een goede werking van de spuien. Voor waarde was dat alle turf die gedol ven werd. naar de Bergse Haven werd gebracht (4). Helaas zijn alle sporen van oude sluizen bij de ver nieuwingen van de jaren '50 ver dwenen: een krantenartikel meldde nog de vondst van een houten sluis aan de Geweldigerstraat (5). De Grebbe zorgde ook voor de aanvoer van zoet oppervlaktewater. Industrieën zoals lakenvolderijen en ververijen hadden grote hoe veelheden water nodig. De volders spoelden hun weefsels met helder water en vulaarde om ze soepeler te maken en de ververs gebruikten was- en spoelbaden. Daarna wer den de lakens gespannen op hou ten ramen en gedroogd. Deze be drijven waren in de 14de en 15de eeuw geconcentreerd in het noord oostelijke deel van de stad. In het verlengde van de Goudenbloem- straat lag de Volderstraat, niet ver van de Grebbe. De buurt tussen Blauwehandstraat en Vuilbeek heette de 'Ramerie'. De Blauwe handstraat doorkruiste de Grebbe bij de 'Verwersbrug'. Het begin van de overkluizingen Aanvankelijk vormde de Grebbe min of meer de noordgrens van de stedelijke kern. Na de aanleg van de eerste aarden omwalling breid de de bebouwing zich uit en raakte ook het gebied ten noorden van het kanaal bebouwd (zie afbeel ding 3). Het aantal huizen dat di rect aan het water stond, zal in die periode nog klein zijn geweest. Het huis waarvan de funderingen in 1997 op het Beursplein werden op gegraven, was waarschijnlijk een van de uitzonderingen, evenals het nog bescheiden 14de eeuwse Hof van de Heer van Bergen op Zoom (6). Langs de noordelijke oever van de Grebbe liep een pad, dat 'Op de Grebbe' genoemd werd, de voorlo per van de Moeregrebstraat. Zuid waarts grensde de Grebbe aan de achtererven van huizen aan de Lie vevrouwestraat, de Kortemeestraat, Engelsestraat en aan de lakenvol derijen bij de Blauwehandstraat. Op kruisingen met de hoofdstraten waren bruggen voorzien. De Sint Jansbrug in de Steenbergsestraat, de Sint Jacobsbrug in de Kremer- straat en de Verwersbrug in de Blauwehandstraat waren daarvan de belangrijkste. In de loop van de 15de eeuw vond een geleidelijke verstening van hui zen plaats en steeds meer ruimte werd volgebouwd met achterhui zen en ambachtelijke bedrijven. Al in 1472 is sprake van een brug op een achtererf in de Lievevrouwe straat (7). Op tenminste één plaats stonden al vroeg gebouwen direct naast de Grebbe. Tijdens de restau ratie van het Markiezenhof kwa men funderingen van bijgebouwen van het Hof tevoorschijn, die vlak langs het water stonden en door de onderzoekers gedateerd werden in de eerste helft van de 15de eeuw (8). De Grebbe was er 3 meter breed en naar alle waarschijnlijk heid overwelfd. In het zogenaamde 'Privilege van de Zale' van 1485 werd het beheer over de Grebbe door de Heer geregeld en kreeg het stadsbestuur de bevoegdheid om burgers toestemming te geven over de Grebbe te bouwen. De eerste werkelijk grootschalige overwelving vond plaats in 1491, toen het Sint Jansplein (het latere Beursplein) werd aangelegd en het betreffende stuk Grebbe in opdracht van de heer een overkluizing kreeg. Afb.3. De vorm van de stad omstreeks 1300. 105 13de eeuw begin 14de eeuw midden 14de eeuw einde 14de eeuw begin 15de eeuw

Periodieken

De Waterschans | 2000 | | pagina 3