De Waterschans nr. 3 2000
het stadspark en de Smitsvest nabij
het Groot Arsenaal. Ten behoeve
van de suikerfabriek aan de haven
legde men onder het banket van de
Grebbe nog een extra schoonwa-
terleiding aan (15).
Verbeteringen in de Grebbe
De slechte hygiëne van de Grebbe
leidde al tijdens de Tweede Wereld
oorlog tot plannen voor verbete
ring. Pas vanaf 1951 kon hier daad
werkelijk mee worden begonnen.
Omstreeks 1950-1951 werd, tegelijk
met het dempen van de haven, het
gedeelte aan de Moeregrebstraat
met beton afgedekt. Daarna volgde
een bestek voor een nieuwe bed
ding voor de gehele Grebbe. Hier
bij werd de bestaande bodem uit
gediept en voorzien van een beton
nen fundering met stroomgoot en
schuine kanten. In de bodem werd
een brandleiding gelegd en met
pijpen verbonden naar het straat
oppervlak. Dit werk werd vanaf de
jaren 1954-1955 uitgevoerd. Het
open gedeelte achter het Markie
zenhof verdween onder beton. Tij
dens het werk bleken de gewelven
onder een deel van de Geweldiger-
straat en plaatselijk in de Morgan-
straat in zo'n slechte staat, dat ze
ook door beton vervangen moesten
worden. Aanvankelijk heeft men
geprobeerd de kosten hiervan af te
wentelen op de aangrenzende par
ticulieren omdat deze immers nog
steeds verantwoordelijk werden ge
acht voor onderhoud van gewelven
en muren. Het accent van al deze
vernieuwingen lag immers steeds
op de bedding van de Grebbe en
niet op de muren en gewelven, die
nog steeds als privaat eigendom
werden beschouwd, hetgeen ach
teraf de redding voor het histori
sche karakter van het kanaal is ge
weest.
De open gedeeltes bij huize Sint
Gertrudis en Bleekveld werden ver
vangen door een gesloten betonnen
buis. Onvoldoende draagkracht van
de muren ter hoogte van de Koren
markt maakten wijzigingen in het
bestaande tracé nodig. Achter huize
Sint Gertrudis werd een stukje afge
sneden door de betonnen pijp naast
de oude Grebbeloop te leggen. On
der de Korenmarkt bleef nog slechts
15 meter van de oude Grebbe be
waard. De aansluiting van het Bleek
veld op het Ravelijn bestond reeds
uit een betonnen pijp onder de
Noordsingel (16).
Afb.8. Het leggen van een nieuwe vloer in de Grebbe, circa 1954.
In 1957 werden plannen opgevat
om ook onder straten en pleinen
de bestaande gewelven in beton te
vervangen. Deze stukjes Grebbe
werden immers geacht eigendom
van de gemeente te zijn. Het werk
vond plaats op een moment dat er
voor de gehele binnenstad drasti
sche moderniseringsplannen op
stapel stonden, waarbij alle accent
gelegd werd op het autoverkeer. De
gewelfdelen onder de Nieuwstraat,
Kremerstraat, Beursplein, Blauwe-
handstraat en Goudenbloemstraat
werden in de periode 1957-1962
vervangen in beton. Helaas zijn
daardoor grote delen van de oudste
en zeer solide natuurstenen brug
gen vernield. Met name op het
Beursplein, waar het gewelf uit
1491 deels van natuursteen was ge
bouwd en in redelijke staat ver
keerde, was een dergelijke ingreep
uit historisch oogpunt betreurens
waardig en bovendien op gronden
van stabiliteit en belasting volstrekt
onnodig. Hier werden om ondui
delijke redenen ook alle natuurste
nen wanden uitgehakt en vervan
gen door moderne baksteen. Een
van de laatste vernieuwingen vond
plaats bij de aanleg van de Wester
singel in de jaren 1970-1971.
De Grebbe als bouwwerk
Van de 800 meter lange Grebbe is
ongeveer 600 meter beloopbaar;
het overige bestaat uit een geslo
ten betonbuis. Van deze 600 meter
is 200 meter geheel of gedeeltelijk
108
De Waterschans nr. 3 2000
vervangen in beton (afbeelding 5).
De bodem bestaat overal uit het
banket van 1954 met een ondiepe
V-vormige stroomgoot. Op regel
matige afstanden bevinden zich
verticale pijpen vanuit de onder
grondse brandleiding naar de
straat. Zowel breedte als hoogte
variëren: de breedte tussen 1,80 en
5,40 meter en de hoogte tussen
1,30 en 4,80 meter. Tongewelven
in allerlei uitvoeringen worden af
gewisseld door modernere trogge
welven en betonnen plafonds. De
bakstenen gewelven van de
Grebbe zijn over het algemeen re
gelmatig gemetseld en vergelijk
baar met keldergewelven. Bescha
digingen komen vooral voor op
aanhechtingen van verschillende
gewelven op elkaar, daar waar in
de 17de eeuw gordelboogjes zijn
gemetseld als extra versteviging,
maar vooral op plaatsen waar in
de loop der eeuwen van buiten af
pijpen en buizen door de muren
en gewelven zijn heen gehakt. Van
deze afvoeren zijn de meeste ech
ter niet meer in gebruik; vrijwel al
het afvoerwater komt nu uit de ri-
oolinlaten van de Korenmarkt,
Blauwehandstraat, Kremerstraat,
Steenbergsestraat en Westersingel.
De her en der toegepaste stalen
balken en troggewelven van 19de
eeuwse reparaties en vervangingen
zijn ernstig aangetast door de
vochtige omgeving.
De verticale wanden van de
Grebbe bestaan uit een mengsel
van baksteen en natuursteen. Op
veel plaatsen is een ononderbro
ken horizontale band van geel
witte Ledesteen aanwezig, die zich
ook onder het loopvlak uitstrekt,
op andere plaatsen ziet men spek-
banden. In de jaren '50 werd vast
gesteld, dat de onderkanten van
deze muren overal op de vaste
zandgrond waren gefundeerd. Op
sommige plaatsen reikt het na
tuurstenen werk vrij hoog. Ook
zijn veel (dichtgezette) aansluitin
gen van 16de eeuwse riolen in
deze wanden zichtbaar en ter
hoogte van de Lievevrouwestraat
zijn bijna per perceel dichtgezette
openingen van grote afmetingen
te zien, resten van de 'trappen op
de Grebbe' zoals die in de archie
ven genoemd worden. Zoals eer
der gezegd, dateert al dit natuur-
steenwerk vermoedelijk uit de pe
riode kort na 1505.
De gewelven zijn met name in de
delen langs het Sint Catharina-
plein, Moergrebstraat en Lieve
vrouwestraat perceelsgewijs aange
bracht tussen de oudere verticale
wanden, door hier sleuven in te
kappen waarop de gewelfaanzet-
ten konden rusten. Andere gewel
ven zijn weer in een keer samen
met nieuwe wanden opgetrokken.
Van de vier bruggen zijn nog aan
zienlijke resten bewaard gebleven.
Ook deze zijn uitgevoerd in ro
buust metselwerk van Ledesteen.
De brug over de Kremerstraat is
nog het minst geschonden en is in
plattegrond waaiervormig.
De Grebbe beter bekeken
In 1999 werd een voorzichtig begin
gemaakt met een bouwhistorische
verkenning van het inwendige van
de Grebbe (17). Als proefobject
werd het gedeelte tussen de Nieuw
straat en de Kremerstraat gekozen.
Een weinig benijdenswaardig kar
wei, omdat met beperkt licht in een
vochtige omgeving gewerkt moest
worden. Niet de stank, maar damp
en duisternis vormen de grootste
belemmeringen. Al snel werd dui
delijk dat maandag (wasdag!) niet
het beste tijdstip is om af te dalen,
omdat er dan blijkbaar in verpleeg
huis Sint Catharina nogal wat was
machines staan te draaien. In de
Grebbe werden metingen gedaan
naar gewelfhoogten, steenformaten,
metselverbanden en andere details
en deze informatie werd vergeleken
met de voorhanden archiefbron
nen.
Het onderzochte Grebbedeel be
slaat de breedte van 8 panden en
de beide aangrenzende straten. On-
Ajb.9. Werkzaamheden aan de Grebbe in 1962.
109