Het Markiezenhof Torenhoog De grote toren herbouwd De Waterschans nr. 4 2000 VB&T&EU Ml.tïTJ-ÏA/Vji MA&IA KAPEL v.yn.. idkooW - nu M. be-Q^/cJ - V. v&n gi-et-r D- - otoor^&n.^- A- a/^aaA" G. jg/e. we-l^rilo M. ms fri&. cib i 11 on. I<L. s Üra3j£g£e.e.n £.d.= iLvi-bii^tz nte.1 ol'r u iy>&r 4/6. B.: Schets plattegrond van vertrek no. 25. Situatie na de restauratie. rond 1900 leefden kennelijk al de gedachten dat het hier om een voormalige kapelruimte ging. Die onterechte opvatting heeft dus hardnekkig standgehouden tot 1987 (publicatie professor R. Mei- schke). b. De polychrome beschil deringen blijken pas na 1900 te zijn overgeschilderd tijdens het verdere kazernegebruik van het Hof. c. Dat er nog eens een indi catie over de cirkels op de wanden zou worden gevonden is het meest verrassende. Uit de prentbriefkaart blijkt dat deze medaillons geen re latie hebben met de twee in de grote galerij zoals een beetje werd verondersteld. Ze zijn groter van diameter, hebben smallere lijsten - ca. 5,5 cm tegen ca. 12,5 cm in de galerij - en lijken niet voorzien van een decoratief relief als vulling maar van een vlakke, vermoedelijk een schildering. De lijsten zullen wel van hout zijn geweest en ze waren rechtstreeks aangebracht te gen de ongepleisterde baksteen. Het is reeel te veronderstellen dat de medaillons uit dezelfde pe riode stammen als de beschilde ringen op de gewelfonderdelen, een soort totaaldecoratie d. In Waterschans 2-2000 wordt gespro ken over zes medaillons. Uit de af beelding (A), waarvoor de foto in noordwestelijke richting werd ge maakt (afbeelding B), kan worden berekend dat het er totaal acht moeten zijn geweest. Dat komt omdat het rechtse van de drie me daillons op de afbeelding zich be vindt op de plaats van een van de toen dichtgemetselde venstertjes aan de Hofstraatzijde. Tijdens de laatste restauratie van het complex zijn die vensters, elk voorzien van drie diefijzers, weer geopend. Toen is daar geen aandacht geschonken aan mogelijke aftekeningen van medaillons op de baksteen, e. Hoewel minder relevant is het aar dig om te weten dat het vertrek tij dens de kazerneperiode een tijdje in gebruik is geweest als eetzaal voor de onderofficieren. Illustratieverantwoording: AfbA GAB no. SSTM302; B.: tekening Kees Booij. 182 De Waterschans nr. 4 2000 Kees Booij In de jaren 1979/80 is de ranke po- lygonale toren in de noord-west hoek op de grote binnenplaats van het Markiezenhof herbouwd. Dat geschiedde als onderdeel van de grote restauratie die plaats had in de periode 1963-1987. Het plan voor de reconstructie is in mei 1964 door de Rijkscommissie en de Rijksdienst voor de Monumen tenzorg goedgekeurd. Dat is o.a. ge beurd op basis van de eerste schet sen van architect J. Bom (afb. A) en mede vanwege het argument dat het een completering zou zijn van het verder nog nagenoeg aanwezige woonpaleis. De onderscheidene gemeentebesturen als eigenaar/op drachtgever en bouwheer, hebben het plan voor het reconstrueren van de toren steeds omarmd. De eerste tweehonderd jaar na het bouwen was de toren een sieraad voor het Hof en de omgeving. En sinds de voltooiing van de recon structie in 1980 is hij dat weer. Tus sen 1700 en 1800 is hij helaas suc cessievelijk gesloopt moeten wor den. De vorm en indeling De toren is rond 1510 gelijktijdig met de ingangsvleugel aan de Steenbergsestraat gebouwd onder het bouwmeesterschap van Antho- nis Keldermans. Enerzijds bedoeld als architectonisch element, ander zijds onder andere voor gebruik door de heer van Bergen op Zoom en zijn gasten als uitzichttoren. Te vens had en heeft het onderste ge deelte van de toren de functie van trappenhuis voor de bereikbaar heid van de vertrekken in de gale rijvleugel en van die in het noorde lijk deel van de Steenbergsestraat- vleugel. De sierlijke toren was en is opval lend aanwezig in het stadsbeeld. Met name valt het achtkantige sil houet op wanneer men het Hof na dert via de Moeregrebstraat of Steenbergsestraat vanuit het noor den. Bij aanvang van de restauratie AfbA. Een van de eerste penschetsen voor de reconstructie van de toren door architect J. Bom (1963). van het complex was er niet veel meer over van de oorspronkelijke toren. Toen restte nog de stenen trap die toegang geeft tot de kelder achter de toren, onder het als hof meesterhuis gebouwde deel. Dat is de kelder onder de huidige techni sche ruimten. De trapruimte van de toren en de kelder waren toen vol gestort met puin en afval. Verder restten nog de omhullende muren over een hoogte van ca. 11,30 meter, hetgeen ongeveer overeenkomt met de plaats van de tweede waterlijst. De bovenzijde was afgesloten met een plat dak. Aan de gevelmuren was tijdens een restauratie in de jaren 1920 al het nodige vernieuwd, o.a. de gehele zuidgevel en het bovenste deel van de zuidoostgevel. Vanaf ca. 8,60 m boven het maaiveld heeft de toren een nagenoeg gelijkzijdige acht hoekige vorm, aan de buitenkant gemeten met zijden tussen de 140 en 160 cm, beneden de verbreding. Boven de 20 meter verbreedt de to ren zich aan alle zijden 14 cm door middel van twee op elkaar liggende geprofileerde Gobertangerlijsten. 183 VQf tl( f 'v v' w' .'v-rivX-;;;'.'

Periodieken

De Waterschans | 2000 | | pagina 13