1 De Waterschans nr. 4 2000 of J+an 1 t AJb.D. Fragment gravure Samuel de Swaeff, 1634 Zicht op Bergen op Zoom, onder an dere met het bovenstuk van de toren met de spits c.a. van het Markiezenhof. bruik gemaakt van de tekening door Comelis Pronk uit 1748 uit beeldend de voorgevel aan de Steenbergsestraat met het boven deel van de toren zonder spits doch met een balustrade. Verder van de gravure door H. Spilman uit 1739 (afb.C), gemaakt naar een thans onbekende tekening van A. de Haen. Daarop is de grote bin nenplaats in westelijke richting te zien met de toren zonder de spits maar wel met bovenbalustrade. In afwijking van de gravure van Spil man is aan de oostzijde, net boven de balustrade van de galerijvleugel, om praktische redenen een venster met luik toegevoegd. Voor het ont werpen van de spits is nadrukkelijk gekeken naar de gravure van Sa muel de Swaeff uit 1634 'gezicht op Bergen op Zoom', daarop is onder andere het bovenstuk van de toren met spits en bekroning zichtbaar, alsook naar de 17e eeuwse gravure van Caspar Bouttats, eveneens met een view op de stad. Voor de spits- constructie is speciaal advies ge vraagd in januari 1980 aan de Rijksdienst voor de Monumenten zorg. Edoch voor een goede recon structie spelen niet alleen vorm, af metingen en verhoudingen een rol. Evenzeer zijn van belang de mate riaaltoepassing en behandeling er van, het kleurengcbruik en de de taillering. Van de natuursteen, be nodigd voor venster- en doorgangs omlijstingen, speklagen, hoekblok- ken, waterlijsten en oversteklijsten, was in België nog oude en nieuwe Baleghemse en Gobertangersteen verkrijgbaar. Op de bouwplaats wa ren vakbekwame restauratiesteen houwers werk-zaam zodat een histo risch juiste bewerking en vooral af werking was verzekerd. De steen- bickeleren, timmerlieden e.a. waren medewerkers van Huurman B.V. te Delft, het restauratie-aannemersbe drijf dat de toren herbouwde. Wat de benodigde baksteen betreft lag het minder eenvoudig. Omdat het metselwerk van het overgebleven benedenstuk van de romp aan de binnenzijde door de ingrepen in de loop van de tijd nogal krakkemik kig was geworden en te labiel om daarop een nieuwe toren op te trekken, is besloten de toren tot iets onder het straatwerk te demonte ren. Daardoor kwam er een hoe veelheid bruikbare bakstenen be schikbaar. Ze waren in een kalk- rnortel gemetseld en daardoor vrij goed schoon te maken en bruik baar als zogenoemde voorwerkers. Er is weer gemetseld in kruisver band. Slechts een beperkte hoe veelheid bijpassende oude bak steen is van een sloop elders toege voegd moeten worden. We hebben het hier over baksteen, geelbruin genuanceerd van kleur, zoge noemde appelbloesem, afmetingen 17,5-18 x 8,5- 9 x 4,5 cm. Voor de binnenzijden, aangeduid als ach terwerkers, is nieuwe baksteen toe gepast, overeenkomend met het fonnaat van de oude. Afmetingen 18-19 x 9 x 4-4,5 cm., kwaliteit hard- grauw, roodbruin van kleur. Door het gebruik van authentieke mate rialen aan de torenromp is een his torisch juiste natuurlijke verwering en verkleuring gegarandeerd. De kleuren van het schilderwerk zijn door de restauratieleiding bepaald en gerelateerd aan de tot dan toe bij de restauratie van het Hof gebe zigde kleuren. Voor de kleur en structuur van het voegwerk is ge tracht om het fragmentarisch in het complex aangetroffen en gehand haafde oude voegwerk te evenaren. In de speklaag pal onder de gepro fileerde dubbele Gobertanger dak lijst zijn, zoals historisch vaak voor komend bij torens, aan elke zijde twee gaten gespaard die binnen- langs worden afgesloten met in schuifbare klossen. De gaten zijn bestemd om bij onderhoudswerk zaamheden aan de spits balkhout door naar buiten te steken. Daarop kon dan een steiger worden ge bouwd. Door de thans van kracht zijnde ARBO-wetgeving zal dat wel niet meer zijn toegestaan. Voor het inwendige zijn waar mogelijk, soms van elders verworven, goede oude 186 De Waterschans nr. 4 2000 materialen toegepast. Zoals b.v. pla vuizen, plinttegels en vloerdelen. Aan de binnenzijde van de buiten muren van de keldertrapruimte zijn zgn. keramische knapensyphons geplaatst om te trachten de muren enigermate te doen drogen. Die waren nogal nat geworden door de jarenlange afgesloten situatie van de ruimte en tengevolge van de puin- en vuilstorting erin. De spits Omdat het stadsprofiel van Bergen op Zoom van Samuel de Swaeff uit 1634 en enkele andere oude pren ten, zoals bijvoorbeeld een pro spect uit het prille begin van de 18e eeuw van Le Roy, de torenspits en de windvaan daarop alleen maar summier weergeven, is er bij het re aliseren van de spits sprake geweest van enige vrijheid. De kunst was om eerst tot aanvaardbare vormen en afmetingen te komen van de spits, de windvaan en de decora tieve onderdelen. Als hulpmiddel daarbij is voor enige zekerheid door Henk van Tilborg spontaan en pro deo een maquette op een schaal van 1 a 100 vervaardigd van de toren en de beide aanliggende vleugels, noord en west van de grote binnenplaats. Deze maquette bevindt zich in een particuliere ver zameling. Om de goede vorm te bepalen van de uivormige spits is aan de hand van het ontwerp en de maquette een uitslag op ware grootte gemaakt. Vervolgens zijn de nodige bouwkundige werktekenin gen geproduceerd op basis waar van de timmerlieden de spitscon- structie hebben vervaardigd. Die bestaat uit twee delen. Enerzijds de achthoekige onder- of stoelcon- structie als medeondersteuning van de spits. De stoel bevindt zich in het verbrede deel van de gemet selde torenromp. Anderzijds de spitsconstructie zelf. Beiden zijn ambachtelijk vervaardigd op de be gane grond compleet voorzien van telmerken onder een speciaal afdak op de grote binnenplaats en met een mobiele Grove-kraan, die voor dit doel voorzien was van een puntstuk op de mast, op hun plaats gehesen. Voor de spits was er een beperking. Namelijk; het gewicht ervan mocht maximaal 7000 kg be dragen omdat een kraanwagen met een groter hefvermogen de twee overdekte poortdoorgangen van de grote binnenplaats niet kon passe ren. De uivormige spits is geplaatst op 13 oktober 1980 (afb.E) en daarna op hoogte voltooid. Als constructiemateriaal is, zoals tij dens het bouwen van het Markie zenhof destijds, eikenhout ge bruikt, nu afkomstig uit Frankrijk. De gebogen hoekkepers en dak sporen zijn samengesteld uit hecht- houtplaatmateriaal en het dakbe schot bestaat uit vuren delen. De torenruimten waarin brandbare materialen zijn verwerkt, werden voorzien van een automatische rookmeldinstallatie die is doorver bonden naar de meldkamer van de regionale brandweer. Daarnaast is de toren voorzien van een droge sprinklerinstallatie zodat er bij een brand makkelijker kan worden ge blust. Tussen de stoelconstructie en de spits is bovendien een brandver tragende laag aangebracht. Aan de buitenzijde werd een bliksembevei ligingsinstallatie gemonteerd. Hoe wel een archiefgegeven uit 1523 melding maakt van noodzakelijke herstellingen aan het leiwerk van de grote toren, is bij de herbouw om praktische redenen de voor keur gegeven aan een dakbedek king bestaande uit gefelsd blad- Afb.E. Ophijsen met kraan van de ver vaardigde torenspits vanaf de grote bin nenplaats op 13-10-1980. lood. Overigens zeker geen onbe kend dakmateriaal in de tijd van ontstaan van de toren in de zes tiende eeuw. In dit kader is het in teressant om te vermelden dat de Bergse kunstschilder Fons Gieles van het vervaardigen van de spits Afb.F. Afwerken van de zeeridderwindvaan door vader en zoon Jan en Chris de Graaf (sept. 1980). 187

Periodieken

De Waterschans | 2000 | | pagina 15