Boekbespreking De Waterschans nr. 4 2000 Drs. G.A. Huijbregts 'Kan ik mainteneren...?' De geschiedenis vcill de joodse gemeente Bergen op Zoom (1793-1933) en de andere joodse gemeenschappen in Westbrabant Oudenbosch (1783-1828) Roosendaal (1807-1841) Klundert (182 -1828, 1862-1894) Door J. Bader. Breda 1996. Een late weergave van een vergeten uitgave Eerlijk gezegd is dit boekwerkje van 66 pagina's A4-formaat wat laat in mijn bezit gekomen met als gevolg, dat het pas vier jaar na verschijnen in ons tijdschrift de aandacht krijgt die het verdient. We hebben dus iets goed te maken. Het betreft hier een uitgave van de vereniging 'Vrienden Synagoge Breda' en het verscheen als publicatie nr. 6 in een reeks van geschriften over de geschiedenis van de joodse ge meenten in Noord-Brabant. Van de 66 bladzijden neemt Ber gen op Zoom er 38 in beslag. De auteur blijkt een vakman te zijn, een kenner van de joodse geschie denis in het algemeen en een zorg vuldig speurder in de gemeente lijke en regionale archieven van West-Brabant. Hij biedt de lezer o.m. een gedetailleerd verslag van het wel en wee van de vrij kleine gemeenschap van joodse medebur gers in Bergen op Zoom tot 1940. Ook Oudenbosch, Roosendaal en Klundert hebben in het verleden een handvol joodse inwoners ge kend en ook die passeren de revue. 'Het jodenrecht' van de heer/markies van Bergen op Zoom Het zogenaamde jodenrecht hield in dat een vorst extra belasting mocht eisen van zijn joodse onder danen in ruil voor het mogen wo nen in zijn gebied of land. Had de heer/markies van Bergen op Zoom ook dit recht en heeft hij daar ge- baiik van gemaakt? 'Ja', zegt Wil lem Moll in zijn dissertatie over De rechten van den Heer van Bergen op Zoomeen historisch overzicht hop ende tot 1567. Groningen 1915, p. 165-166. 'Nee', is het antwoord van Bader (p.4). Volgens hem verwart Moll de joden met de Lombarden. Dat waren eeuwenlang de bankiers en geldschieters van Bergen op Zoom. In de 14de eeuw kregen de joden de schuld van de pestepide mieën en hadden er wrede vervol gingen plaats, niet voor de eerste keer. Na de beruchte pogrom van Brussel in 1370 werden de joden 'voor eeuwig' uit heel Brabant ver dreven. Uit geen enkel archiefgege- ven blijkt dat er vóór 1700 joden woonden in Bergen op Zoom. Pas in de 18de eeuw als er ten aan zien van het joodse volk onder meer door de ideeën van de Ver lichting, zoals: 'Alle mensen zijn ge lijk!' een veel gunstiger klimaat voor hen ontstaat, worden de eerste jo den in de stad toegelaten. In 1796 bepaalt de regering dat ook alle godsdiensten gelijke rechten heb ben en daarvan profiteren niet al leen de katholieken, maar ook de joden en alle andere niet-gerefor- meerden. Een eigen synagoge In 1808 woonden er 73 joden in Bergen op Zoom en 39 in de om geving van de stad. Dat aantal was voldoende om een synagoge te stichten en te onderhouden. Reeds in 1793 huurden enkele bestuur ders van de joodse gemeenschap van het gemeentebestuur de zolder van de Waag op het Zuivelplein. Kosten: 25,per jaar. Het was behelpen op die zolder, maar voor een echte synagoge waren de kos ten voor zo'n kleine gemeenschap te hoog. Koning Willem 1 (1814- 1840) gaf een subsidie van 1.500,Met de royale giften van enkele gemeenteleden was dat vol doende voor de bouw van een echte sjoel synagoge) in de Koe voetstraat. Op 16 augustus 1833 (volgens de joodse kalender in het jaar 5593) kon het godshuis in ge bruik worden genomen. De voor naamste joodse families uit de stad worden door de schrijver uitvoerig beschreven. Wat opvalt is dat heel wat leden uit Paiisen of andere Duitse staten afkomstig waren. Ook biedt de schrijver menige bijzon derheid aangaande de joodse on derwijzers die les hebben gegeven in het schooltje achter de synagoge. Een lijst van alle joodse militairen die in 1840 in Bergen op Zoom deel uitmaakten van de Vijfde af deling infanterie, een opgave van leraren, voorzangers enz., alsmede lijsten van contribuanten en hun bijdrage e.d. ontbreken evenmin. Dit mag niet de indruk wekken dat het boekje een dorre opsomming is van namen en feiten. Het verhaal van positieve en negatieve ontwik kelingen komt evenzeer aan bod. De gemeente, hoe klein ook, kende spanningen. Niet alle leiders ble ken even tactvol en een enkele bleef langer aan dan goed was. De keuze was uiteraard beperkt en de rijkeren hadden een streepje voor. Dan waren er ook nog problemen met buitenleden, die zich te zwaar voelden aangeslagen of die tot een andere ring wilden horen. Erger werd het toen omstreeks 1840 en daarna enige gefortuneerde joden de stad verlieten. De achterblijvers waren in hoofdzaak kleine midden standers. Daardoor kwam de Bergse sjoel in financiële moeilijk heden. Het gebouw worstelde weldra met achterstallig onder houd. Een legaat van 5.000,-, na gelaten door Levie Salomon Frank uit Hoogerheide, maakte het moge lijk het gebouw te restaureren en opnieuw in te wijden. Zo kon met veel enthousiasme de viering van het gouden jubileum in 1883 plaatsvinden. De periode 1900-1940 Na 1900 begonnen er joodse ver enigingen van de grond te komen. 190 De Waterschans nr. 4 2000 Kristallnacht (1938) en wakkerde de jodenhaat aan. Het gemeente bestuur van Bergen op Zoom nam dat niet en ontsloeg de directeur. Tenslotte Aan de jaartallen achter de drie an dere plaatsen kan men zien, dat daar slechts sprake is geweest van een kleine groepering joodse bur gers gedurende een vrij korte pe riode. De schrijver is er toch in ge slaagd om ook van deze gemeen ten enkele interessante gegevens boven tafel te krijgen. Het boek werkje verdient zonder meer een aanbeveling. Het belicht een facet van de geschiedenis van West-Bra bant dat nooit zoveel aandacht heeft gekregen. Wat voor niet-joodse lezers de lectuur wellicht wat moei lijk maakt, zijn de Hebreeuwse ter men, al laat de auteur niet na om die te verklaren. Het boekje is nog verkrijgbaar bij de Gemeentelijke Archiefdienst. Voor slechts 22,50 is de koper een schat aan waarde volle, historische gegevens rijker. lllustratieverantwoordiiig: Afb.l: GAB. Afb.l. Interieur van de synagoge tijdens het eeuwfeest in 1932. In 1905 richtte Victor Mozes een gezelligheidsvereniging op onder de naam 'Sjoloum Wereingoes' Vrede en Vriendschap). Zij organiseerde heel wat genoeglijke feestavonden. Daarbij vergat men de slachtoffers van de pogroms in Rusland niet, evenmin als enkele zeer arme ge loofsgenoten in Scherpenisse. Voor hen werd ijverig gecollecteerd. Na 1918 verneemt men niets meer van deze organisatie. Een damesvereni ging nam de taak op zich om te zorgen voor een 'fraaie en deftige aankleding van de synagogedienst'. Geld was er nodig voor de joodse begraafplaats tussen de Bergsebaan en de Zanderijen en voor het schooltje achter de synagoge. De uittocht uit Bergen op Zoom hield aan. In 1925 waren er nog maar vijf leerlingen op de gods dienstschool. De geloofsbeleving liet eveneens te wensen over. Op- perrabijn Salomon Heertjes uit Den Bosch constateerde met droef heid dat de meeste joodse midden standers op zaterdag hun winkel open hielden en dat nogal wat jo den trouwden met niet-joden. Het synagogebezoek werd minder en daarmee daalden de inkomsten. Deze minder gunstige omstandig heden beletten de joden echter niet om van het honderdjarig be staan van de synagoge een groots feest te maken, een feest niet alleen voor de leden, maar voor heel Ber gen op Zoom. Een loterij moest eventuele tekorten helpen bestrij den. Er was veel belangstelling voor het jubileum en in zijn krant De Avondster van 10 november 1932 schreef ir. JAL. Juten een lovend artikel over de joodse medeburgers. De hoofdredacteur noemde hen 'echte Bergineezen'. Deze medede ling plaatst Bader echter wel onder het kopje: 'Veranderend klimaat' (p. 37). Hij wijst er bijvoorbeeld op dat in De Avondster van 26 juli 1932 op de voorpagina een artikel van pastoor Th. Kwakman staat, dat de joden beschuldigt van een interna tionale samenzwering. De auteur liet zich daarbij leiden door het be ruchte, fel antisemitische schot schrift De protocollen van de Wijzen van Sion. De redactie plaatste het zonder enig commentaar. Een ander teken aan de Bergse wand was het uitkomen van het boek De Duivelsche Drieeënheid. ge schreven door de directeur van de gemeentewerken ir. J.van Roesel. Het verscheen in het jaar van de 191 V1 V'A- 'y 1 w

Periodieken

De Waterschans | 2000 | | pagina 17