De Waterschans nr. 4 2000
gen wetsovertreders en het verzet.
De bijzonder thematische zone is
gewijd aan de zeven grote(re) ste
den van Noord-Brabant. Daarna
volgen nog de hoofdstukken XX,
XXI en XXII, respectievelijk over
Bevrijding, Zuivering en Kwalijke
gevolgen van de bezetting.
De Bergse politie in oorlogstijd
De pagina's 205-220 zullen onze
lezers wellicht 't meest interesseren,
want ze gaan over Bergen op
Zoom. De stad had in 1940 circa
25.000 inwoners. De politie was tij
dens de bezetting 35 tot 45 man
sterk en opereerde onder leiding
van commissaris Lucas Hendrik
Hoeve, bijgestaan door inspecteur
Th.J.M. Andriessen. Hoofd van de
politie was ook toen de burge
meester. Van 1929 tot 1941 was dat
PAF Blom, daarna HAF Lijn-
kamp, geen NSB-er, ook al was hij
tijdens de bezettingsjaren be
noemd. De eerste moeilijkheden
ontstonden ook hier net als in vele
andere steden door het provoce
rend optreden van de WA, het le
gertje van de NSB. Tijdens hun
marsen door de stad lokten ze rel
len uil, vooral na de oprichting van
de Nederlandse Unie. De media
moesten alle schuld bij de tegen
standers van de NSB leggen. De
politie mocht niet hard optreden
tegen de relschoppers en helemaal
niet tegen Duitse soldaten. De
Bergse politicus A.J.L. Juten, leraar
aan de Rijks H.B.S. en uitgever van
de krant De Avondster, waagde het
om in zijn 'Open brief aan de Duitse
burgerlijke bezettingsautoriteiten' in
De Avondster van 16 december 1940
de zaak recht te zetten. Zijn krant
werd daarop verboden en hij zelf
belandde voor enige tijd in het huis
van bewaring te 's-Hertogenbosch.
De Bergse politie had destijds vol
gens De Jaeger niet zo'n beste
naam, 'deels ten rechte deels ten
onrechte' (p. 215). Hoeve wist dat
en ook Andriessen was 'wanhopig
over het slechte gevolg dat werd ge
geven aan opdrachten door hem of
door mij gegeven', getuigde de
commissaris later. Menig agent zat
meer achter alcohol aan dan achter
wetsovertreders. De discipline liet
te wensen over. Helden waren het
niet, maar ook geen verraders. De
onderlinge contacten lieten te wen
sen over. Hoeve was amper op de
hoogte van wat er onder zijn man
schappen leefde. Zijn verhouding
tot Blom en Lijnkamp was slecht,
terwijl de Duitse autoriteiten hem
naar eigen zeggen 'straal negeer
den' en alles met Andriessen af
werkten. De commissaris bofte in
zoverre dat hem maar één keer de
opdracht werd gegeven om Neder
landers te gaan arresteren. Die kwa
men als gijzelaar in St.-Michielsge-
stel terecht. Na de bevrijding moest
Hoeve zijn post afstaan en werd hij
geïnterneerd in het 'politiek gevan
genkamp Oranje-Nassaukazerne'.
Na een uitgebreid onderzoek
kwam de minister van justitie tot de
conclusie dat de commissaris te
zwaar was gestraft. Zo kreeg Hoeve
per 1 januari 1949 alsnog eervol
ontslag. Hij was toen 55 jaar. Wat
menig burger hem verweet, was dat
hij niet alleen als politiefunctiona
ris in unifonu, maar ook als parti
culier meerdere keren in een gele
genheid was gezien waar veel Duit
sers bijeenkwamen. De man deed
dat echter om als vader een wa
kend oog te houden op zijn doch
ter, die met Duitsers omgang had,
dit tot groot verdriet van haar ou
ders. Als een gebroken man nam
hij zijn eervol ontslag in ontvangst.
Er waren in Bergen op Zoom
meerdere magazijnen en wapende
pots. Aanvankelijk eiste de bezetter
bewaking van deze gebouwen en
plaatsen door de politie. Die taak
bleek al gauw te zwaar, zodat hier
voor 33 buitenstaanders werden
aangetrokken, werkloze hoofdar
beiders en oudere mannen zonder
baan. De gemeente betaalde een
uurloon uit van f 0,425. Het was in
hoofdzaak nachtdienst, van 7 uur 's
avonds tot 7.00 uur 's morgens. Het
ziekteverzuim was opvallend hoog.
Overval op het distributiekantoor
Eén incident springt eruit, de over
val op het distributiekantoor in het
voormalige katholieke militaire te
huis aan de Potterstraat in de nacht
van 4/5 maart 1944. De oveival
had plaats op verzoek van een
knokploeg uit Rotterdam, die drin
gend distributiebonnen nodig had.
Harm van Rossum en Piet de Neef,
die op het kantoor werkten. Piet als
politieagent, boden alle medewer
king. Van Rossum zorgde dat de
overvallers binnen konden komen,
maar daarna liep de zaak mis door
een te amateuristische aanpak.
Voor Harm liep dat slecht af. De
Duitsers fusilleerden hem op 24
mei in de Loonse Duinen, tegelijk
AJb.4. Burgemeester mr. dr. PA.F. Blom.
Hij werd in 1941 afgezet en vervangen
door H.A.F. Lijnkamp. Die moest bij de
bevrijding weer plaats maken voor Blom,
hoewel hem niets te verwijten viel.
met Piet Juten. Piet de Neef dook
met zijn gezin onder en overleefde
de bezettingstijd. De dood van
Harm van Rossum was voor het
verzet een klap, want hij had heel
wat distributiebonnen achterover
gedrukt om daarmee de LO Lan
delijke Organisatie voor hulp aan
onderduikers) van dienst te zijn. Hij
was tegen de overval, maar werkte
er wel aan mee.
In de andere steden
We vergelijken natuurlijk graag.
Hoe gedroeg de politie in de an
dere Brabantse steden zich? Het
voert te ver om de andere steden te
behandelen, hoewel het boeiende
leesstof is. Het valt op, hoe de om
standigheden in de diverse plaatsen
verschilden. Neem bijvoorbeeld
Breda, dat op de eerste pinksterdag
(12 mei 1940) moest evacueren. De
hele bevolking verliet de stad, de
politie inbegrepen. Het scheelde
trouwens niet veel, of de Bergena-
ren hadden eveneens hun stad
moeten verlaten. In Helmond
maakte de politie al in de meida
gen van '40 op minder prettige
wijze kennis met de veroveraars,
omdat ze Duitse soldaten bewaak
ten die krijgsgevangen waren ge
maakt. Het scheelde niet veel of er
waren agenten gefusilleerd.
Roosendaal kende een heel ander
probleem. De politie verloor er alle
administratief personeel, zodat de
dienst in menig opzicht stagneerde.
De Waterschans nr. 4 2000
Bovendien werd de daar gestatio
neerde brigade van de marechaus
see opgeheven. Op een gegeven
moment waren er 49 vacatures,
meer dan de helft van de totale
sterkte. Roosendaal had een NSB-
burgemeester, Daerns geheten. Zijn
korps werkte evenwel flink mee in
het verzet. Voor commissaris Base
lier werd de grond te heet onder de
voeten. Hij moest onderduiken,
waarop de Duitsers zijn gezin ar
resteerden en opsloten in een
kamp. Na Dolle Dinsdag dook het
hele korps onder na de terugkeer
van de Grüne Polizei. Anders weer
in Breda. Daar traden na de mei
dagen van '40 niet minder dan tien
agenten en één hoofdofficier toe
tot de NSB. De WA en de NSNAP
(Nederlandse editie van de NSDAP)
veroorzaakten er bijzonder veel on
rust.
Nabeschouwing
De Jaeger heeft een schat aan ge
gevens bijeengebracht, vergaard
met grasduinen in archieven, het
veiwerken van een massa literatuur
en het afnemen van interviews met
veertig personen. Dat alles heeft
een boekwerk opgeleverd van 446
pagina's, niet meegeteld het Woord
Vooraf op de bladzijden V-XXII.
De promovendus constateert dat
de Nederlandse politie een flinke
bijdrage heeft geleverd aan het ver
zet en daarvoor een hoge tol heeft
moeten betalen. Van de LO en de
LKP Landelijke Knok Ploegen)
sneuvelden 1.627 Nederlanders in
de strijd tegen de bezetter. Daarvan
waren er 123 werkzaam bij de poli
tie, de marechaussee inbegrepen.
Van hen vielen er 63 voor het vuur
peloton. Ondanks dat oordeelde de
publieke opinie direct na de bevrij
ding niet zo gunstig over de hou
ding van de politie in het algemeen
en was er binnen het apparaat veel
kritiek van de lagere functionaris
sen op hun chefs. Ook in Bergen
op Zoom was dat het geval. Zelfs
inspecteur Andriessen die toch de
contacten met het verzet had on
derhouden, kreeg heel wat verwij
ten te horen, niet terecht dus. Op
de bevrijding volgde de zuivering.
Het verzet meende dat het arreste
ren van verraders en medewerkers
van de bezetters zijn taak was, maar
de regering in Londen wees dat
werk toe aan het Militair Gezag.
Veel verwarring was daarvan het ge
volg. Van de Bergse agenten werd
meer dan de helft te licht bevon
den. Ook meerdere vooroorlogse
politiemannen werden ontslagen
of geschorst. De auteur is van me
ning dat de hier en daar slechte
verhouding tussen politie en ver
zetsstrijders en ook tussen politie
en burgerij daartoe heeft bijgedra
gen. Tot de ontslagen agenten
hoorden uiteraard degenen, die lid
waren van de NSB. Dat waren er
drie in het Bergse korps en twee
daarvan waren tijdens de oorlog
van elders gekomen.
Het proefschrift heeft een index
van geografische namen en een
van persoonsnamen, maar daar
mee moet iets fout zijn gegaan,
want de verwijzingen naar de blad
zijden kloppen heel vaak niet. Jam
mer! Wie zich vooraf wat wil inle
zen in deze materie, speciaal waar
het Bergen op Zoom betreft, kan
terecht in het boek van Willem A.
van Ham en Cees Vanwesenbeeck:
De Bergse Politie voor recht en rust.
Bergen op Zoom 1992 (ISBN
90-73 5 48-04-7) en in het thema
nummer Bevrijding van De Water
schans 1989 nr. 3, geschreven door
Peter Winters.
Illustratieverantwoording:
Afb.2 en 3: GAB.
Afb.5. In het hoge gebouw links, Potterstraat 27, was tijdens de Tweede Wereldoorlog het
distributiekantoor gevestigd. In 1891 werd het geopend als katholiek militair tehuis. Vaag
leest men het opschrift: 'Vreest God, eert den Koning'. In 1978 is het gebouw gesloopt.
195