4 De Waterschans nr. 4 2000 Afb.3. Het kasteel te it" Wouw tijdens de be legering door Staatse troepen in 1583. Gravure van Frans Hogenberg uit 1588. 22. De renovatie van het kasteel van Wouw Jan metten Lippen wenste voor zichzelf een betere woning in Ber gen op Zoom. Hij rekende daarbij op de steun van het stadsbestuur. Dat het Bergen op Zoom econo misch zo voor de wind ging, was toch voor een deel ook aan hem te danken. De magistraat bleek daar alle begrip voor te hebben. Maar zijn kasteel in Wouw had evenzeer een opknapbeurt nodig. Toen zoon Jan, heer van Walhain, met trouw plannen kwam, besloot vader hem als huwelijkscadeau de heerlijkheid Wouw met het kasteel in leen te ge ven. Tot dan had het gezin Glymes vooral in Wouw geresideerd, maar de beide Jannen vonden dat verou derde kasteel toch al te somber voor een jong gezin. Op zijn reizen naar Frankrijk, Italië en het Heilig Land had vader heel wat mooiere kastelen en hoven gezien. In de ja ren negentig nam hij contact op met Anthonis Keldennans. Voor 12 'cronen' per jaar ontwierp en leidde de Bergse werkmeester de renovatie. Bij het kasteel verrezen nieuwe woningen en zelfs de oude donjon werd omgetoverd in een ac ceptabele woonruimte. Het kasteel kreeg een tweede toren en mo derne versterkingen, want een stra tegisch bolwerk bleef het wel. Jan III van Walhain en Adriana van Bri- meu trouwden in 1488 en ze moe ten dus geruime tijd bouwvakkers over de vloer hebben gehad. Pas in 1504 verlieten die Wouw, maar ze konden toen weer aan de slag in het kasteel van Borgvliet, ook on der leiding van Anthonis Kelder mans. 23. Het 'Privilege van de Zale' Jan metten Lippen was al dicht bij zijn gouden jubileum als heer, toen bij hem het plan rijpte om ook zijn woning in Bergen op Zoom uit te breiden en te moderniseren.. Ge zien zijn prestige en aanzien meende hij daar recht op te heb ben. Was hij geen opperjagermees ter van heel Brabant en militair gouverneur van Vilvoorde? Hij dankte deze twee functies aan het feit dat hij in de moeilijke jaren na het sneuvelen van Karei de Stoute (1477) en het overlijden van Maria de Rijke 1482) trouw was gebleven aan het Bourgondische huis en voor handhaving van orde en rust in zijn stad had gezorgd. In 1485 overlegden Jan II en zijn zoon Jan met het stadsbestuur over een ingrijpende verbouwing en uit breiding van het heerlijke hof. De magistraat zag de kans schoon om met een royale subsidie enkele grieven weg te werken en haar po sitie te versterken. In ruil voor 500 pond, uit te smeren over drie jaar, mocht het stadsbestuur voortaan zelf de lagere ambtenaren benoe men en hun salaris vaststellen. Ver der kregen de vroede vaderen meer invloed op de Tafel van de Heilige Geest, want zij beslisten voortaan welke armen een prebende zouden krijgen, m.a.w. mochten rekenen op ondersteuning. Wie over de Grebbe heen wilde bouwen, had in de toe komst verlof nodig van de stad. uit gezonderd dan de heer zelf. De heer beloofde voorts het eigen domsrecht van de stad over straten en andere openbare gronden te zullen respecteren. Verder bedong het bestuur dat het salaris van de secretaris van de stad en diens medeambtenaren in geen geval mocht worden verminderd en dat de bewoners van het Noordland, het Zuidland en de Vanckput de zelfde accijns op wijn en bier zou den betalen als de poorters binnen de stadsmuren. Zo namen de in komsten van de stad weer toe. De Vanckput was een nederzetting van zoutzieders bij de havenhoofden. Alle nieuw verworven rechten en afspraken werden keurig vastgelegd in het 'Privilege van de Zale', zo ge noemd naar de toenmalige hofzaal. 24. Een nieuw hof voor de heer Nog in het jaar 1485 begonnen de vaklui met het slopen van de hof zaal om zo plaats te maken voor een nieuwe ontvangstzaal, groter dan de vorige. Al jarenlang hadden Jan II en zijn voorgangers panden en terreinen rond hun woning aan gekocht en daardoor beschikten ze over de nodige bouwgrond. Het geld was na de overeenkomst met de stad ook geen probleem, althans voor korte tijd, want reeds binnen twee jaar waren de 500 ponden op en zelfs meer dan dat. De nieuwe zaal was toen klaar evenals het kan toor van de heer en het washuis. In 1488 ging de aandacht meer uit naar de verbouwing van het kasteel in Wouw. Toch ging het werk in Bergen op Zoom ook door, zij het dat het beperkt bleef tot enkele aanpassingen. Het stadsbestuur liet in 1486 de Hofstraat aanleggen en vier jaar later was het Beursplein te genover de hoofdingang geplaveid. Om het plein te vergroten was een gedeelte van de Grebbe overkluisd. Op het plein verrees een lantaarn, een put en een beeld van St. Jan de Evangelist, de patroon van de heer en zijn zoon. Men sprak al gauw van het St.-Jansplein. De apostel evangelist vinden we thans terug op de naald van de grote poort tegen over dit plein samen met zijn sym bool de arend. De tweede bouwfase zette pas goed in na het overlijden van Jan II in 1494 en eindigde in 1497. In 1494 was het twee keer erg druk in het hof, in september bij de uitvaart van Jan metten Lippen en met Kerstmis, toen Maximiliaan met een groot gevolg de stad bezocht. De accommodatie voor gasten was nog vrij primitief. Maar Jan III van Walhain had hoge functies die heel wat geld opleverden. Hij nam An thonis Keldermans in vaste dienst, aanvankelijk voor Wouw, maar later ook voor zijn hof in Bergen op Zoom. Anthonis was de werkmees ter die adviseerde en alles contro leerde. Hij hield daarbij net als Evert Spoorwater voldoende tijd over om ook in andere steden als werkmeester te fungeren. 198 De Waterschans nr. 4 2000 De nieuwe zaal van het Bergse he renhof kreeg in deze fase een ver dieping, nu 'de blauwe zaaf ge noemd, en daar bovenop kwam nog een zolder. Een wenteltrap die 200 pond kostte, leidt vanuit de be nedenzaal naar de bovenzaal. Het duurde tot 1514 voordat gezegd kon worden: het hof is zover klaar. Er stond toen een zeer representa tief monument, waar de stad bijna 500 jaar later nog steeds zeer ge lukkig mee is. De heren/markiezen beschikten over een imponerende de grote zaal. Dat is zonder meer het topstuk van het hele gebouw. Ook aan dit juweel van beeld houwkunst is de naam van Kelder mans verbonden, in dit geval van Rombout Keldermans, een zoon van Anthonis. Pas in onze tijd zijn vader en zoon vereeuwigd met een beeld in de achtertuin van het Mar kiezenhof. 25. St. Christoffel op de schouw Rombout is niet de man die de schoorsteen heeft gehouwen. Dat ïïp-Sjjf I Afb.4. Vader Anthonis Keldermans met zijn zoon Rombout. Beeld in de achtertuin van het Markiezenhof woning met kapel, ruimten voor raad- en rekenkamer en voor het leenhof, archiefkamer, bakkerij, bottelarij, stallen, schuur, gastenver blijf, conciërgewoning, stallen, schuur, kleine binnenplaats, grote binnenplaats, achterplaats en tuin. Het geheel is een boeiende afwis seling van baksteen en natuursteen met decoratieve omlijstingen van ramen en deuren, kunstig gesmede raamkorven en fraaie open gale rijen op de kleine en grote binnen plaats. Zelfs van de scheidingsmuur tussen Hofstraat en achterplaats getuigt prof. dr. ir. R. Meischke nog in 1987: 'Het is zonder twijfel de mooiste tuinmuur die in enige stad in ons land te vinden is en waar schijnlijk ook de oudste' (In: Bergen op Zoom gebouwd en beschouwd Alphen aan den Rijn 1987, p. 47). Bij één aanwinst van het hof willen we nog even stilstaan, de schouw in deden de vaklui die in zijn atelier in Mechelen werkten. Onder lei ding van Rombout, die in 1512 na het overlijden van zijn vader diens werkzaamheden voortzette, voltooi den zij het monument in 1521. Het bestaat uit losse delen om het te kunnen vervoeren, want het weegt maar liefst 15.000 kg. Het transport geschiedde per schip via Dijle, Ru- pel, Westerschelde en Ooster- schelde. In de grote ontvangstzaal valt het kunstwerk meteen op. Het is de legende van de heilige Chris toffel of Christophorus (letterlijk: Christusdrager) die in marmer is af gebeeld. Voor de Middeleeuwse ge lovige was deze reus een heilige die je kon behoeden voor een onver wachte dood. Je hoefde maar even naar zijn afbeelding te kijken om er zeker van te zijn, datje die dag niet plotseling onvoorbereid zou ster ven. Vandaar dat in vele kerken zijn beeld of schildering goed zichtbaar aanwezig was en soms nog is zoals in de grote kerk van Breda. Zijn reuzengestalte nodigde de kunste naar trouwens ook uit om Christof fel duidelijk en fors weer te geven. Dit beeldverhaal is op de schouw aangevuld met onder meer de fa miliewapens van Jan III en diens echtgenote Adriana de Brimeu. Zij waren de opdrachtgevers. In vijfhonderd jaar maakt een ge bouw heel wat mee. De heerlijke woning kende naast tijden van op bloei ook langdurige perioden van verval. Tot de komst van de Fransen in 1795 was het de zetel van de raad- en rekenkamer en van het leenhof, de rechtbank van de heer/markies. Meerdere ambtena ren gingen in het hof wonen. De galerijen van de kleine en de grote binnenplaats werden dichtgemaakt om zo meer vertrekken te krijgen. De markiezen verwierven zoveel nieuwe gebieden in het buitenland dat zij geleidelijkaan van Bergen op Zoom vervreemdden. De inkom sten bleven ze evenwel trouw innen tot de Fransen die in 1795 confis queerden. Het absenteïsme van de markiezen deed het onderhoud van het gebouw geen goed. Op be vel van de Fransen veranderde het stadsbestuur het Markiezenhof in een militair hospitaal voor 500 zieke en gewonde soldaten. Daarna werd het een kazerne voor 700 manschappen. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw vond er een deskundige en verantwoorde restauratie plaats. Bijna een kwart eeuw is er toen aan gewerkt met als eindresultaat een historisch stads- paleis om trots op te zijn. 26. Een nieuwe kerk voor de Heen Het Nieuwe Werk In de jaren tachtig van de vijftiende eeuw vergaderden stadsbestuur en kerkfabriek over een volgende uit breiding van de St.-Gertrudiskerk. De heren waren het erover eens dat de groeiende bevolking, het toene mend aantal bezoekers van de Hei lige Kruis Ommegang ter ere van het miraculeuze kruisbeeld en de processie met het Mariabeeld, als mede de activiteiten van het Onze Lieve Vrouwegilde, het gilde van het H. Sacrament en het St.-Anto- niusgilde een grotere kerk noodza kelijk maakten. Het werd trouwens tijd dat de familie Glymes een an dere grafkapel kreeg in de grote 199 c. -sw- T '"fclpiHIHIjiJ11-4'^j v lilt 4 r

Periodieken

De Waterschans | 2000 | | pagina 21