Moord aan de Wouwse Poort Tentoonstelling waterschap Het Scheldekwartier De Waterschans nr. 1 2001 Van 15 juni tot en met 7 ju a.s. zal er in de Gemeentelijke Archiefdienst aan de Blokstallen 2 te Bergen op Zoom een tentoonstelling te bezichtigen zijn over de geschiedenis van het waterschap Het Scheldekwartier vanaf de late Middeleeuwen tot nu. Nadere informatie zal via de media worden gepubliceerd. De Waterschans nr. 1 2001 Bas Schot Het is op zaterdag 1 juli 1758 al vroeg in de ochtend als Gustaaf Debison, een Schotse soldaat, op pad gaat. Zijn doel is het poort- schrijvershuisje naast de militaire wacht aan de Wouwse Poort. Twee keer in de week gaat hij naar Nico- laas Commers om hem te scheren. Om kwart over vijf komt hij daar aan. Nicolaas die poonschrijver is, moet al wakker zijn, want om 4 uur is de Wouwse Poort opengegaan. De bovenste helft van de deur staat open en wanneer Gustaaf naar binnen kijkt, ziet hij de poortschrij ver achterover op de grond liggen. Ook ziet hij bloed op het gezicht. Niet goed wetend wat hij doen moet, loopt hij naar het wacht huisje en vertelt hij tegen de daar aanwezige militairen dat hij ver moedt dat Commers dood is. De soldaten Nicolaas Claessen en Jo hannes Machielsen gaan mee kij ken. Claessen loopt het huisje bin nen en schopt tegen de benen van de poortschrijver. Deze reageert niet en dus constateren ze daaruit dat hij werkelijk dood is. Soldaat Claessen vertelt later tegen de schout dat hij van 3 tot 5 uur op wacht heeft gestaan en gezien heeft dat de poortschrijver om half vier thuis kwam en zelf de deur heeft opengedaan. Verder was hem niets bijzonders opgevallen. De kapper Gustaaf Debison was niet de eerste geweest die de poort- schrijver had zien liggen. Uit het onderzoek dat volgde bleek dat een Zwitserse soldaat, Jean Camiel Faust om kwart voor vijf aan de poort was geweest. Toen deze zijn pijp aan een brandende turf (1) aanstak hoorde hij gestommel uit het huisje en toen hij binnen keek, zag hij de poortschrijver bebloed liggen. Net toen hij zijn weg wilde vervolgen, kwam een boerenjon gen, Gerard van Eekeren genaamd, ook zijn pijp aansteken. Jean maakte Gerard attent op wat hij ge zien had. Samen kwamen ze tot de conclusie dat hier sprake was van dronkenschap of vallende ziekte. Ieder vervolgde zijn weg. Jean Ca miel via de wallen naar de Bos poort en Gerard naar het land van hovenier Jan Lammers in de bui- tenpoorterij. De schepenen Van Lis en Van Affelen stellen een onder zoek in en komen tot de conclusie dat de poortschrijver met een mes is omgebracht. Dit wordt nog eens onderstreept door het medisch rapport van de stadsdokter Johan- 21 ;ttV Afb.6. De samenvloeiing van de rivieren de Honte en de Schelde nabij het kasteel van Saeftinge (links). Rechts in hel water de aanduiding van de tolplaats Honteoord (Hon- toort). Linksboven het toenmalige doip Rilland met drie molens. Rechtsonder onder de zandplaat van Doel met primitieve bebouwing. Detail van de uit 1468 gedateerde Scheldekaart in het Algemeen Rijksarchief te Brussel (nadien bijgewerkt). Unger, 'Oudste kaarten', 152-153. De naam 'Stockachter heeft betrekking op een grens paal, die, vanuit Antwerpen gezien, op een plaats 'achter' een zandplaat in de Schelde lag; (7) Termen die in de zestiende eeuw een andere betekenis hadden dan tegenwoordig worden in cursief weergegeven. Dat geldt ook voor letterlijke aanhalingen; (8) A Wijf fels, 'Grote Raad voor de Nederlanden te Mechelen (ca. 1445-1797)' in: E. Aerts, M. Baelde e.a. (red.). De centrale overheidsin stellingen van de Habsburgse Nederlan den/1482-1795. 2 dln. (Brussel 1994) dl. I. 448-461; (9) E. Put, E., 'Raad van Brabant (ca. 1430-1795)' in: R. van Uytven e.a. (uitg.). De gewestelijke en lokale overheidsinstellin gen in Brabant en Mechelen tot 1795 (Brus sel 2000) 147-171; (10) H. de Schepper, 'Ge heime Raad (1504-1794)', in: Aerts, Baelde e.a. (red.) Centrale overheidsinstellingen dl. 1, 295-324; (11) CJ.E Slootmans, 'De ver houding Antwerpen-Bergen op Zoom in het verleden', St. Geertruydtsbronne, 10 (1933) 110-115; nadien herhaald, o.a. in zijn stan daardwerk Paas- en Koudemarkten te Ber gen op Zoom 1365-1565 (BGZN dl. LXIV, Tilburg 1985) 212-214; (12) De Smedt, En gelse natie dl. 2, 211: (13) SA inv. nr. 7, fol. 271-284. Het betreft hier het 'Privilegeboek C. In 1933 door Slootmans nog aangehaald als 'na fol. 256' (St. Geertruydtsbronne 10 (1933) 111 nt. 41). Nadien is er in dit regis ter met potlood een fol. aangebracht; (14) ARB inv. nr. 555. nr. 1, fol. 1-17, 15 apr. 1504; (15) WA van Ham, Macht en gezag in het Markiezaat. Een politiek-institutionele stu die over stad en land van Bergen op Zoom (1477-15 8 3) (Hilversum 2000) 342; (16) In een passage op fol. 3 wordt gesteld dat de heer en de stad van Bergen op Zoom hier over een proces hebben aangespannen in onsen hooghen Rade tegen de procureur-ge neraal. Wellicht heeft deze zinsnede tot het misverstand bijgedragen: met de Hoge Raad zal hier de Brabantse bedoeld zijn; (17) Bin- doff. Scheldt Question, 54-55; Slootmans, Paas- en Koudemarkten, dl. 1, 211; (18) De Smedt, Engelse Natie, dl. 1, 109-117; (19) Bindolf, Scheldt Question, 57-61; De Smedt, Engelse Natie, dl. I, 208-212; (20) Van Ham, Macht en gezag, 342 cfr. ARB inv. nr 548. fol. 31-36 nr. 13, vonnis 18 juni 1495; (21) FL. Priins, Geschiedenis van Antwerpen, dl 7, I (Antwerpen 193 8 75-77, O. de Smedt 'De Engelschen' in: Fl. Prims, Geschiedenis van Antwerpen, dl. 7, 2 (Antwerpen 1939) 104-108; idem. Engelse Natie', dl. 1, 109-114, dl.2, 201-21; Slootmans, Paas- en Koude markten, 64-66, 206-211, 313-317; (22) Pro cureur-generaal in de Raad van Brabant was 1500-1512 Gerard van den Dycke: A Gall- lard, Le conseil de Brabant. Histoire - Orga nisation - Procédure dl. 3 (Brussel 1900) 379; (23) De beschikking heette een interlo cutoir appointement. Afschrift van het stuk in ARB inv.nr. 553, fol. 155-161 nr. 54, 16 okt. 1503; (24) SA inv.nr. 23. res. 29 okt. 1503, blz. 76-77; (25) Tegenwoordig heet dit inkla ren; (26) AC.F Koch, Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, dl. 1 ('s-Gra- venhage 1970) 407-412; (27) Niet openbare, met zegels gesloten brief; (28) Een openbaar bekend te maken, niet gesloten schrijven; (29) Jacob Wielant was onderschout 1463-1474 en vervolgens vanaf 1476: Fl. Prims, Geschiedenis van Antwerpen, dl. 6, 1 (Aitwerpen 1936) 173; (30) Zoals reeds ver meld in juni 1501; (31) Een baanderheer- lijkheid was eigendom van een dergelijke heer. die tijdens een oorlog (bantijd) onder zijn eigen vaan (banier) een afdeling van het Brabantse leger moest aanvoeren. W. van der Tanerijen, (cd. E. 1. Strubbel, Boec van der loopender practijken der Raidtcameren van Brabant, dl. 1 (Brussel 1952) 393, Cap. 151 noemt de graaf van Nassau (heer van Breda) de heer van Penweys, die van Bergen oft ennigen anderen baenreheeren van den lande van Brabant; (32) Frederik 111 van Oostenrijk (Habsburg) was keizer 1440 (1452)-1493; Oorkonden van 24 juli I486 en 8 okt. 1488: ARR inv. nr. 400. rep. nrs. B 342, 343 en 349; (33) Tussen Sint-Job-in 't Goor en Brecht, thans prov. Antwerpen: Sloot mans, Paas- en Koudemarkten, 186. Hij noemt op blz. 211 nog een wacht te Putte; (34) C.L. Verkerk. 'Tollen en waterwegen in Holland en Zeeland tot in de vijftiende eeuw', in: J.J.J.M. Beenakker e.a.. Holland en het water in de middeleeuwen (Hilversum 1997) 97-114; (35) Unger, Tol van lerseker- oord, passim; Verkerk, 'Tollen en waterwe gen', 109-110; (36) Over deze tiende zie De Smedt, Engelse natie dl. 2, 230-235. Papen- vastelavond was de zondag vóór Aswoensdag (Estomihi): H. Grotefend (uitg. Th. Ulrich) Taschenbuch der Zeitrechnung (Hannover 1960) 89; (37) Karei IV van Luxemburg, overl. 1378, was rooms-koning vanaf 1346 en keizer sinds 1355; (37) Lodewijck Roelants was raadsheer in de Raad sinds 1486; in 1504 werd hij kanselier, maar hij oveleed op 15 september van hetzelfde jaar A. Gaillard, Le conseil de Brabant. Histoire - Organisa tion - Procédure dl. 3 (Brussel 1900) 337-338; (39) Van Ham, Macht en gezag, 342; (40) ARB inv. nr. 561, fol. 61-66v, nr. 24, vonnis 5 juli 1512; (41) Van Ham, Macht en gezag, 343; (42) ARB inv.nr. 565, fol. 146- 149v nr. 86, 25 mrt. 1517; (43) Van Ham, Macht en gezag. 343;(44) J.P. Sigmond, De Nederlandse zeehavens 1500-1800 (Amer- sterdam 1989) 20-22, 49-67; (45) De Smedt, Engelse Natie, dl. 1, 211-214; (46) ARB inv. nr. 612, fol. 122v-126 nr. 55, vonnis 16 juli 1558. Afb.l. Wouwse Poort omstreeks 1825. Aan het eind van de brug kwam men de stad binnen. Als je daarbij goederen vervoerde, kreeg je met de poortwachter te maken.

Periodieken

De Waterschans | 2001 | | pagina 11