De Waterschans nr. 1 2001 Scheepswagen en blauwe schuit Carnaval zonder optocht met wa gens is ondenkbaar. Ze vormen een wezenlijk onderdeel van het vasten avondfeest. Wat een prachtige kans bieden ze om op humoristische wijze het beleid van de plaatselijke bestuurders op de korrel te nemen of de draak te steken met eigen tijdse gebeurtenissen. Al in het jaar 747 werd er een wet uitgevaardigd tegen wagens in de stoet, maar men hield er zich niet aan. Ook schepen spelen een rol in de ge schiedenis van carnaval. Bekend uit de Middeleeuwen is het narren schip. Mogelijk hebben wagens en schepen een link met de Ger maanse mythologie. Het schip is daar het vervoermiddel naar het dodenrijk. Ook de Grieken geloof den daarin. De scheepswagen van carnaval herinnert daaraan. Narren stelden dan de doden voor. Een bekend vaartuig is de zogenaamde Blauwe Schuit. In Bergen op Zoom speelde het een rol in de bekende Heilige Kruisommegang op de zondag na Beloken Pasen. In deze processie reed de Blauwe Schuit mee, een schip op wielen. Volgens Vanwesenbeeck blijkt uit geen en kel archiefstuk, dat deze Blauwe Schuit destijds een plaats had in de optocht van vastenavond. Evenmin is er in Bergen sprake van een gilde van de Blauwe Schuit. Keuppens is van mening dat in sommige steden een dergelijk gilde heeft bestaan. Uit de 15de eeuw kennen we het gedicht van Jacob van Oestvoren De Blauwe Schuit. Het is het sta tuut van een niet bestaand gilde van de Blauwe Schuit op rijm. Je roen Bosch maakte in de 16de eeuw een gravure van een dergelijk vaartuig. Kluchten vol grappen en grollen Vastenavondspelen zijn begonnen als 'ingelaste korte scènes in revue- vonn tijdens de uitgelaten gekostumeerde optochten' (p.30). De bloeitijd van wat meer uitge werkte stukken begint met de Re derijkers. Dans en muziek waren belangrijke elementen bij het spel van narren en duivels. Een bekende toneelschrijver en componist in dit opzicht is Hans Sachs (1494-1576), een schoenmaker en Meistersinger uit Neurenberg. Hij heeft meer dan tachtig vastenavondspelen geschre ven. Zelfs Goethe achtte het niet beneden zijn waardigheid om en- te«J!É >2^ Afb.3. 'Die Blau Schuyte'. Gravure van Pieter van der Heijden (1530-1576) naar een af beelding door Jeroen Bosch (ca. 1450-1516). De speelman is omgeven met voorwerpen die drankmisbruikontucht en geldverkwisting symboliseren. kele narrenstukken te dichten. In de Nederlanden waren de vasten avondspelen in de 15de en 16de eeuw kluchten uit het volksleven gegrepen, erg populair, maar juist hun platvloersheid zal ertoe heb ben bijgedragen, dat de Neder landse letterkundigen zich ervan distantieerden. Vastenavond en muziek Het bijzondere van dit werkje is de band die de schrijfster legt tussen vastenavond en muziek Het eerste waar ze stil bij staat zijn de Car- mina Burana, letterlijk Gezangen (uit) Benediktbeuem. De oudste ons bekende dateren van eind 12de begin 13de eeuw, de tijd van keizer Frederik Barbarossa, Richard Leeuwenhart en paus Innocentius III, namen die tot de verbeelding spreken. De Carmina Burana wer den later teruggevonden in de abdij van Benediktbeuem en in 1803 overgebracht naar München. In deze gezangen wordt kritiek gele verd op misbruiken in de kerk maar er zijn ook liefdesliedjes, drink- en speelliederen. De tekst is geschreven in het vulgaire latijn van de Middeleeuwen, het volksla tijn dat een grote verspreiding kende over Europa. De muziek is met neumen boven de tekst aange geven; 'Er is nog geen sprake van een notenbalk (p.34). Het verve lende is dat die neumen voor meerdere interpretaties vatbaar zijn, wat het moeilijk maakt om de juiste melodie weer te geven. Vol gens de schrijfster heeft de versie van Orff weinig met het origineel te maken (p.34) De gezangen vrolijk ten de vastenavondfeesten op in kerken, pastorieën en kloosters en daar hoorden ook rolverwisselin gen bij. Bij het zingen van het Mag nificat legden de zangers een zwaar accent op de woorden Hij heeft de machtigen van hun troon gezet, en de geringen heeft Hij verheven. Het feest in deze vorm sloeg over op de burgerij in de steden en zo ont stond het kerkelijk zottenfeest. Het was de rederijkerskamer die de or ganisatie op zich nam. Er kwamen spotprocessies bij. 'Halfweg de 16de eeuw bestormde de ezelspaus met zijn volgelingen de huizen om eten en drinken te eisen' (p.36). Tot welke uitspattingen het kerkelijk zottenfeest kon leiden, blijkt uit een document van 1445 waarin de theologische faculteit van Parijs bij de overheid aandringt op het ver bieden van het festijn. Het gaat veel te ver volgens de opstellers, want priesters (en ik citeer verder p.36) 'dragen maskers tijdens de mis; dansen in het koor verkleed als vrouwen, koppelaars of speellie den; zingen schandelijke liederen; eten zwarte pudding en vette worst 32 De Waterschans nr. 1 2001 op het altaar; laten de dobbelste nen rollen; stoken wierook van oude schoenzolen; rennen en springen door de kerk; doen buiten voorstellingen met smerige lieden, obscene gebaren en zelfs in naakte toestand'. De brief eindigt met de vermelding dat ze dan nog het erg ste niet willen noemen. In 1501 had in Frankrijk het laatste zotten feest plaats. De Commedia dell'Arte. Zestiende-achttiende eeuw De Commedia dell'Arte is een theatervorm, gekenmerkt door im provisatie met vaste types. Het is to neel voor het volk, dit in tegenstel ling tot de Commedia erudita, die meer voor de hofkringen is be doeld. De Commedia dell'Arte be leeft een bloeiperiode in Florence tijdens de Medici. De spelers zijn gemaskerd en beelden vaste typen uit. Bekende typen zijn: Pulcinella, Arlecchino, Pantalone, Colombina, Capitano, Dottore e.a. Deze toneel vorm kende geen muzikale begelei ding, maar heeft wel menig com ponist geïnspireerd. Carnaval in de kunstmuziek In dit gedeelte (p.44 t/m 46) enkele notities over onder andere Don Giovanni van Mozart, Tarantella van Rossini, Faschingsschwank aus Wien van Schumann, Carnaval opus 9, eveneens van Schuman, Weense dansmuziek van Strauss (speciaal geschreven voor het festival in de hallen van Bacchus op 21/2/1847) en Carnaval van Bizet. Het kleine geschrift bevat een schat aan gegevens. Wie wat meer wil we ten over ontstaan, achtergronden en historie van het vastenavond feest en de merkwaardige gebrui ken eromheen, heeft in dit boekje een goede gids voor een eerste ver kenning. Met dank aan de heer C. Booij. Nog meer Boeken en Boekjes W.A. van Ham: Stedelijke Archie ven. Archief van de secretarie. Ber gen op Zoom 2000 (ISBN 90.749 69.07.0). Een nieuwe prestatie van onze oud-archivaris. Wat zullen er nog veel onderzoekers hem dankbaar zijn voor dit naslagwerk Het is een onmisbare gids voor iedereen die in de documenten en stukken van de Gemeentelijke Archiefdienst van Bergen op Zoom wil grasdui nen en naar gegevens speurt van vóór 1810. Dit boek van 675 blad zijden is niet alleen een inventaris van wat er allemaal in het archief tot 1810 aanwezig is. Van Ham had bij de samenstelling ervan een veel ruimer concept voor ogen. Hij laat de raadpleger kennismaken met het verleden van het archief zoals de brand van 1397. Vragen als; hoe is in het verleden het archief opge bouwd, waar werd het bewaard, hoe kon het worden benut, wie waagden zich aan een (herorde ning en met welk resultaat, welke gedeelten zijn van elders gekomen en welke documenten zijn naar el ders gegaan, waarom en wanneer gebeurde dat, enz. worden vakkun dig beantwoord. Naast lijsten num mers met een korte inhoudsweer- gave, bevat dit boek vele doorlo pende teksten met interessante we tenswaardigheden over het verle den van Bergen op Zoom. De stof is verdeeld over 19 hoofdstukken en elk hoofdstuk wordt apart inge leid. Deze gids leent zich uitste kend voor een eerste kennismaking met de geschiedenis van Stad en Land van Bergen op Zoom en met de rijkdom aan schriftelijke bron nen van de Gemeentelijke Archief dienst. Bepaalde onderzoeken kun nen met dit boek thuis worden voorbereid. Hoofdstuk 1 gaat over het grondge bied en de jurisdictie, hoofdstuk 2 over de organen voor bestuur en rechtspraak, in het derde komt het personeel aan bod: de magistraat, de drossaard, de schout, de sche penen, de burgemeesters, de wees meesters, het Sint-Antoniusgilde enz. Er is een hoofdstuk over ste delijke financiën en een over de verhouding tot hogere organen zo als de hertog van Brabant, de heer/markies van Bergen op Zoom, de Staten-Generaal en ten slotte het koninkrijk Holland (1806-1810). Onderwerpen als de administratie van landsbelastingen, toezicht op gilden en ambachten, toezicht op de openbare orde, vei ligheid en gezondheid, toezicht op het onderwijs, op de waterstaat, op kerkelijke zaken, op de armenzorg, hebben elk hun eigen inleiding en inventarislijst. Daarmee zijn echt niet alle thema's genoemd. Al le zende maakt men kennis met heel wat vaktennen, waarvan een juist begrip zo belangrijk is voor het ver staan van de inhoud van vele ar chivalia en van de interpretatie er van. Er is nog meer. Om het raadplegen van het archief te vergemakkelijken heeft Van Ham zijn boek voorzien van een repertorium op de charters en cartularia met een aparte index op dat repertorium. Een index op de inventaris en een lijst van ge raadpleegde litaratuur ontbreken evenmin. Het boek is verkrijgbaar in een goedkope editie (f 49,50) en in een duurdere, degelijk ingebon den uitgave; voor een vaak te raad plegen naslagwerk is dat laatste ze ker praktisch. Beide edities zijn ty pografisch even aantrekkelijk uitge voerd. Wie de voorkeur geeft aan een CD-Rom, kan eveneens bij de uitgever, de Gemeentelijke Archief dienst Bergen op Zoom, terecht. Koppermaandagprentenboek De Gemeentelijke Archiefdienst Bergen op Zoom zorgde onlangs voor de publicatie van nog een an der boekwerk Ik heb het dan over Bergen op Zoom, 100 jaar in kleur en beeld (Bergen op Zoom 2001). Het staat op naam van Cees Van wesenbeeck en Guust van Dijck Laatstgenoemde zorgde voor de fo to's en de stadsarchivaris voorzag die van een korte tekst. We hebben hier met een heel apart werk te ma ken. Het is namelijk een Kopper maandagprentenboek 'In oor sprong is het geen boek, want het is eigenlijk de negende koppermaan- dagprent van district Zuidwest Ne derland van het Koninklijk Verbond van Grafische Onderne mingen (KVGO)' schrijft de dis trictsvoorzitter van de KVGO in zijn voorwoord. Koppermaandag is al eeuwenlang de maandag na Driekoningen, een dag waarop jaarcontracten (opnieuw) werden getekend. Bij de boekdrukkersge zellen bleef lang de gewoonte be staan om deze dag feestelijk te vie ren en een fraai gedrukte prent uit te geven. Dit met opzet fraai uitgegeven boek herinnert aan die gewoonte. De opbrengst ervan gaat naar de Stichting Grafisch Historisch Cen trum (Drukkerij Museum) te Et- ten-Leur, voor de aankoop van een handnaaimachine. Elk boek is uniek en genummerd. Er zijn dus geen twee exemplaren precies ge- u -faas - bmrttfor ïrrL firn fftai Zr 6 n af hrrf frn ffrfrffram Zalft 'Hrf /Jfrn Zr fafytr, l W tfaJ

Periodieken

De Waterschans | 2001 | | pagina 16