Het Franse Hospitaal te Bergen op Zoom
1810-1814
Deel 1
De Waterschans nr. 1 2001
lijk. De hoofdinhoud van het boek
wordt gevonnd door 100 illustra
ties, oude ansichten van Bergen op
Zoom, maar ook moderne opna
men. De prenten zijn geselecteerd
en voor een deel gefotografeerd
door Guust van Dijck. De selectie
geschiedde aan de hand van een
voorselectie van twee prenten voor
elk jaar van de twintigste eeuw. Op
de vraag 'Wie van de twee' gaf de
fotograaf van de Gemeentelijke Ar
chiefdienst het verlossende ant
woord. De fotogalerij opent met
het jaartal 1901 en biedt voor dat
jaar een bekende kaart van de Ko
renmarkt met de Oranje Nassau ka
zerne. Het jaar 2000 sluit de reeks
en doet dat met een momentop
name van het in aanleg zijnde park
Kijk-in-de-pot. De samenstellers en
drukkers zijn inderdaad in hun op
zet geslaagd. Het boek is bijzonder
mooi uitgegeven. De gelukkige be
zitter doet al bladerend en genie
tend een aardig idee op van de vele
veranderingen die de stad in een
eeuw tijd heeft ondergaan. Een
prachtig geschenk voor allen die de
stad een warm hart toedragen.
Symbolen van Bergen op Zoom
De Gemeentelijke Archiefdienst
van Bergen op Zoom heeft voorts
een herdruk op de markt gebracht
van De Symbolen van Bergen op
Zoom, geschreven door W.A. van
Ham. De tekst verscheen in 1987 in
nummer 4 van de 36ste jaargang
van De Brabantse Leeuw pagina
223-260. Het is een handig werkje
voor wie wat meer wil weten over
de zegels, het wapen, de vlag, de
bedelpenningen, het blazoen van
het rederijkersgilde Vreughden-
bloem, kortom over de wijze
waarop de stad zich manifesteerde.
Jammer dat alle afbeeldingen in
zwart-wit zijn weergegeven, maar
dat kan moeilijk anders in een
boekje van 38 pagina's dat slechts
vijf gulden kost. Verkrijgbaar bij de
Gemeentelijke Archiefdienst, Post
bus 35, 4600 AA Bergen op Zoom.
Ward Warmoeskerken: Joris van
Spilbergen 1568-1620 (Bergen op
Zoom 2000). In 1620 overleed in
Bergen op Zoom Joris van Spilber
gen, in zijn tijd een bekende Ne
derlander. maar daarna wat in de
vergetelheid geraakt. In de jaren
1614-1617 maakte hij als tweede
Nederlander een reis om de wereld
en hij was de eerste Nederlander
die voet aan wal zette op Ceylon,
thans Sri Lanka geheten. Dat inspi
reerde tijdens en na de Tweede We
reldoorlog twee historici tot een
uitgebreid werk over deze zeeman.
Er is nogal wat over hem bekend,
mede dankzij zijn eigen verslagen
over zijn zeereizen en avonturen.
Hij woonde een tijdlang in Bergen
op Zoom. Rochus J. van den Bergh
wijdde in De Waterschans van 1993
nummer 1 (23ste jaargang) een uit
gebreid artikel aan deze van ge
boorte Antwerpenaar onder de ti
tel: Joris van Spilbergen 'Reijs-broe-
der van de son, der Castillianen terg-
her' (p. 12-21). Ward Warmoesker
ken, inmiddels oud-leerling van het
R.K. Gymnasium Juvenaat H Hart,
kreeg eveneens belangstelling voor
deze zeevaarder toen hij erachter
kwam dat zijn geboortehuis in de
Potterstraat 38 eens de woning was
van Van Spilbergen. Hij dook in de
boeken en het archief voor het
schrijven van een beknopte biogra
fie van deze zeeman uit de Tach
tigjarige Oorlog. Dat leverde ten
slotte een degelijke scriptie op voor
het eindexamenvak geschiedenis,
goed voor een mooi cijfer, een be
kroning met de door de Geschied
kundige Kring uitgeloofde prijs
voor de beste scriptie en voor de
uitgave van dit werkje door de
Bergse boekhandel Quist. Zie ook
Waterschans 2000-4, p 161.
Fort De Roovere
Een nieuw boekje over fort De
Roovere. Van wie zou dat anders
kunnen zijn dan van Johannes
Sinke? Al jarenlang staat hij op de
bres voor een onbeschadigd be
houd van dit onderdeel van de wa
terlinie tussen Bergen op Zoom en
Steenbergen. Herstellen in de oor
spronkelijke toestand mag, maar in
geen geval mag er iets van worden
weggenomen voor bijvoorbeeld
een snelweg. Aan Sinke's inzet voor
het behoud van dit fort, of wat er
dan van over is, danken we zijn in
teressante Kroniek van de Roovere
1628-1993. De Verlaten Schans, dat
in 1993 verscheen met medewer
king van de heemkundekring 'Hal-
chterth' van Halsteren. Ook voor
De Waterschans leverde hij reeds
menige bijdrage. Dat blijkt wel uit
zijn lijst van publicaties op pagina
61 van zijn jongste pennenvrucht
De herontdekking van De Roovere en
de West-Brabantse Waterlinie
1944-1999. Het is een beknopte au
tobiografie waarin de ervaringen
van de auteur met De Roovere cen
traal staan. Als medewerker van
Vrederust maakte hij kennis met
het fort en zijn omgeving en hij was
meteen gegrepen door de boei
ende uitstraling van dit historische
monument, tevens natuurmonu
ment. Echt liefde op het eerste ge
zicht. Op de titelpagina lezen we
verder Nu in woorden. Het verhaal
van Johannes Sinke. De Roovere als
buur'. En onder aan de bladzijde
lezen we: 'Opgedragen aan een ieder
die wel eens alleen door het bos
34
De Waterschans nr. 1 2001
loopt'. Het fort heeft Sinke nimmer
losgelaten en omgekeerd was dat
eveneens het geval. Het ligt voor de
hand dat de auteur al jaren op een
steenworp afstand van het gelief
koosde object woont, met andere
woorden: zijn buur is. Het boekje
van 62 pagina's is overvloedig geïl
lustreerd met foto's in kleur, foto's
die een indruk geven van de natuur
op en rond het fort De Roovere,
maar ook van de schrijver en van
gebeurtenissen die verband hou
den met de pogingen tot behoud
van dit unieke fort. In 1998 besloot
de raad der gemeente Bergen op
Zoom aan de heer Johannes Sinke,
geboren op 22 juli 1922 te Seroos-
kerke, 'op grond van grote verdien
sten voor de gemeente' de erepen
ning der gemeente Bergen op
Zoom toe te kennen. Sinke was van
1970 tot 1990 lid van de gemeente
raad van Halsteren, waarvan de
laatste 15 jaar als wethouder.
Er is een Stichting Vrienden van
fort De Roovere in het leven geroe
pen. Het is deze Stichting die het
hierboven besproken boekje ver
spreidt voor f 25,- per exemplaar.
De Stichting stelt zich ten doel: 'De
oorspronkelijke functies van fort
De Roovere en omgeving weer be
ter in beeld te brengen en te hou
den'. Voorzitter van de Stichting is
mevrouw A van den Berg, oud-bur
gemeester van Bergen op Zoom.
Donateurs zijn van harte welkom.
Adres: Stichting Vrienden van fort
De Roovere, p/a Kannewielseweg
19, 4661 RP Halsteren.
Door reserve-luitenant-kolonel-arts
prof. dr. A.H.M. Kerklioff
Rijksuniversiteit Twente, Faculteit
Bestuurskunde, Centrum Onder
zoek Gezondheidszorg.
Dit artikel wordt in twee opvol
gende afleveringen geplaatst x.
Inleiding
Toen Anton Milobinsky op 9 maart
1814 het Franse hospitaal te Bergen
op Zoom werd binnen gebracht,
was de krijgsman er slecht aan toe.
De 54-jarige Pool had zware ver
wondingen opgelopen in de strijd
tegen de Engelse belegeraars. Vijf
dagen na opneming overleed hij,
ver van zijn woonplaats Azloteria,
'par suite d'un coup de feu a travers
des os maxillaires' (1).
Welke behandeling de ongelukkige
veteraan in het hospitaal ontving,
kan uit de bewaard gebleven be
scheiden niet worden opgemaakt.
Zeker is wel dat het hospitaal in die
donkere nadagen van het Franse
keizerrijk slechts met de grootste
moeite aan zijn taak kon voldoen.
De zalen lagen vol gewonden die
aan alles gebrek hadden, want de
toevoer van voedsel en van ver
bandmiddelen stagneerde volledig.
Daarbij waren de matrassen, aldus
de directeur in een brief aan het
bestuur, 'tellement imbibés de
sang' dat ze eigenlijk niet meer te
gebruiken waren. Bij dit alles was
het overal nat en koud, want de da
ken van het hospitaal lekten en
'chauffage' werd door de nering
doende stand nog maar mondjes
maat geleverd (2).
Naar het lot van zieke en gewonde
soldaten is van (medisch-)histori-
sche zijde nooit veel onderzoek ge
daan. Daarin schuilt reeds één re
den om archivalia die het militaire
hospitaalwezen betreffen met bij
zondere aandacht te bekijken. Een
gelegenheid daartoe deed zich
voor toen de heer J.H. van Mossel
veld, gemeente-archivaris van Ber
gen op Zoom, de schrijver atten
deerde op het archief van het
Franse militaire hospitaal dat van
1810 tot 1815 in die stad was geves
tigd. Helaas bleek reeds bij een eer
ste verkenning dat het materiaal
grotendeels uit nota's en andere fi-
nancieel-administratieve beschei
den bestond en dat ook de notulen
van de bestuursvergaderingen wei
nig inzicht gaven in het wel en wee
der soldaten. Des te meer deelden
zij mede over kwesties van finan
ciële en organisatorische aard.
Leent het materiaal (dat elders niet
kon worden aangevuld) zich daar
door eerder voor een bewerking
door een economisch geschoold
historicus, bij nadere beschouwing
leek het toch ook van ntedisch-his-
torisch belang. Al snel werd name
lijk duidelijk dat het Franse mili
taire hospitaal een heel merkwaar
dige plaats inneemt in de geschie
denis van het Nederlandse zieken
huiswezen. Het behoorde tot de
'hopitaux sédentaires', de vaste
hospitalen van het Franse leger.
Hoewel deze instellingen ook bui
ten Frankrijk volgens de militaire
voorschriften werden opgezet, lie
ten de Fransen beheer en bestuur
vrijwel volledig over aan de locale
burgerlijke autoriteiten. Aldus ont
stond de merkwaardige situatie dat
de magistraat van een Nederlandse
stad een militair hospitaal in stand
moest houden, dat voor Franse sol
daten was bedoeld en volgens
Franse regels marcheerde (3). Zo
kreeg het stadsbestuur een instel
ling te beheren die het uit eigen er
varing niet kende; de militaire hos-
35
Afb.4. Oktober 1998. Na 120 mm regenval weer water in de grachten
Illustratieverantwoording: Afb. ICollectie G.
van Dijck; afb. 2: foto: GAB; afb.3: Noord-
Brabants Museum 's Hertogenbosch; afb.4:
foto: J. Sinke.