De Waterschans nr. 1 2001 namen dat een deel van de ziekenoppassers van Franse af komst was en een deel van Neder landse. Wat deze laatsten betreft, valt op dat ook vrouwen werden aangenomen: in januari 1814 vindt men Henriette Gerlach en Marie Wouters vernield en in maart Vrouw Janssen' en Vrouw Timmer mans' (80). De Franse 'infirmiers' waren, minstens voor een deel, ve teranen. Dat blijkt uit een voorval uit 1814. De Nederlandse zieken oppassers klaagden op een gegeven moment dat hun loon uitbleef, ter wijl 'de veteranen' wel werden uit betaald. De klacht kwam al dan niet direct terecht bij de 'sous-pre fect', die het bestuur om ophelde ring vroeg. Het antwoord is teke nend voor de verhouding tussen Fransen en hun 'geallieerden': men beschikte nu eenmaal niet over vol doende middelen om alle 'infir miers' uit te betalen en beperkte zich derhalve maar tot de soldaten, 'pour prévenir des scènes scanda- leuses dont les militaires nous menacaient (81). Overigens zal de ongeregelde betaling zeker niet de enige oorzaak van het snelle ver loop zijn geweest. Meer in het al gemeen moet hebben gegolden dat het werk even zwaar was als het loon karig. Een 'infirmier-major' ontving - mits hij de volle maand werkte - niet meer dan 24 francs (82). Dat was precies evenveel als de kok, de portier of de 'garcpon de pharmacie'. De gewone ziekenop passers stonden met 16 fr. per maand op hetzelfde niveau als de koksjongen. Dat was niet veel, zoals blijkt uit een vergelijking met de sa larissen van de eerder genoemde 'économe' en 'dispensier'. Die ver dienden resp. twaalf en zes maal zoveel als een verpleger. Bij deze berekening moet worden aangete kend dat niet bekend is of de ho gere functionarissen kost en inwo ning genoten. Zeker is wel dat deze emolumenten een substantiële bij drage aan het loon van de 'infir miers' betekenden. De verplegers hadden recht op een pond vlees, anderhalf pond brood en bijna twee liter bier per dag. Waar het vlees 40 a 60 centimes per kilo, het brood 20-40 centimes per kilo en het bier 8 gulden per ton (van 165 liter) kostten, kan worden berekend dat deze verstrekkingen in natura ruwweg een verdubbeling van het dagloon betekenden (83). Of de oppassers met dit loon beter af waren dan handwerkslieden en dagloners valt moeilijk te zeggen. Een bescheiden mogelijkheid tot vergelijken bieden de los-vaste krachten, wier diensten aan het hospitaal op basis van stukloon werden betaald. Tot hen behoorden onder meer de 'fosfoyeur' H. Baks die 1 franc per gedolven graf ont ving, alsook 'la veuve Schmidt' die de 'blanchissage du linge' voor haar rekening nam (84). Het luttele bedrag dat zij per gewassen hemd of laken ontving, was zeker niet ge makkelijk verdiend: in november 1813 klaagde de directeur dat het linnen zo 'putride' was dat nie mand het vanwege het besmet tingsgevaar nog uit het washok durfde te halen (85). Ook de an dere losse krachten verdienden hun loon zuur: de naaister kreeg voor een volle dag herstelwerk zaamheden één franc. Overigens mag uit het boven staande niet worden afgeleid dat het hospitaal alle reparaties en onderhoudswerkzaamheden in ei gen beheer uitvoerde. In het archief treffen wij de namen aan van tal van Bergse handwerkslieden die hiertoe werden ingeschakeld. Zo bijvoorbeeld C. van de Vijver die de kachels bijhield, A. van der Hou wen, die tonnen en vaten herstelde, en A de Clercq die aan de repara tie van vaatwerk bepaald zijn han den vol moet hebben gehad. Dat 's mans taal desondanks niet verfran ste kan men uit zijn nota's aflezen; op 2 juli 1811 heet het '2 kastrolle niew antvaate gerippareert' en een week later Voor het garensoen hos- petaal een klisterispuyt'. {Wordt venolgd) 44 De Waterschans nr. 1 2001 LEZING HELP DE DOKTER KOMT! Ontwikkelingen in de geneeskunde Van piskijker tot CT-scan 45 Noten: Dit artikel (en het tweede deel) is reeds eerder verschenen in de afleveringen 5 en 6 van jaargang 52 (1999) van het Ne derlands Militair Geneeskundig Tijdschrift. De redactie van De Waterschans is de re dactie van dit tijdschrift zeer erkentelijk voor de toestemming dit artikel te mogen over nemen. GAB: Gemeentelijke Archiefdienst Bergen op Zoomt 1) GAB. Stedelijke Archieven uil de Franse Tijd (1810-1814), Archief van de Maire en van de Conseil Municipal (hierna: MCM), inv .nr. 90. Akten van overlijden van zieken; (2) GAB, MCM, inv. nr. 74. Notulen van de commissie, inzake de financiën van het hospitaal (hierna: Délib(érations)) dd 31 mrt 1814; (3) In hoeverre de Fransen de hos pitalen ook elders in Europa aan de burgers overlieten, is niet geheel duidelijk. Schmitz-Clievergaat in zijn beschrijving van de Franse hospitalen in Aken en Gulik niet op dit punt in. Vgl. E. Schmitz-Cliever, Die Militarspitaler Aachens und Julichs in Französischer Zeit (1792-1815), Zeitschr. Aachener Geschichtsvereins, 70 (1958) 135-165; (4) Vgl. E. H. Ackerknecht, Medi cine at the Paris Hospital. 1794-1848. Balti more: Johns Hopkins Press, 1967, p. 22. Zie ook D. Jetter, Grundzüge der Krankenhaus- geschichte (1800-1900). Darmstadt: Wissen- schaftliche Buchgesellschaft, 1977, p. 1-11; (5). Voor het relaas van de bezetting: P.I. Blok, Geschiedenis van het Nederlandsche Volk, 8 dln. Leiden: Sijthoff. Dl. 8 (Leiden, 1907), p. 217 e.v.; (6).BIok, I.e.; zie ook G. Ho- man, Nederland in de Napoleontische Tijd, 1795-1815. Haarlem: Fibula-Van Dishoeck, p. 110 e.v.; (7). Over de inlijving: GAB, Ste delijke Archieven van BoZ. voor 1810, Reso- lutiën van de Municipaliteit (hierna: Res- Mun), inv. nr. 145, If 49, 90, 107, 114, 121, 163 en 353. Zie voorts WA van Ham, In ventaris van de Stedelijke Achieven uit de Franse Tijd. 1810-1814. Bergen op Zoom: 1966, p. Ill; (8). GAB, Stedelijke Achieven voor 1810, voorl. inv. nr. 145, f 49; (9) T.a.p. f 107-108; (10) T.a.p. f113. (11) T.a.p. f 107, 108 en 113; (12) T.a.p. f 109-110; (13) GAB, Ste delijke Archieven voor 1810, Resolutiën van de magistraat en van de brede raad, inv. nr. 123, f 336 (res. dd 2 febr 1795) en inv. nr 124 (ResMun. dd 20, 21 en 24 febr. 1795). Zie ook WA van Ham, De gezondheidszorg te Bergen op Zoom in vervlogen tijden. Bergen op Zoom; 1970, p.24; (14) Blijkens de Reso luties van de Municipaliteit, inv. nr. 143, f 310 (1808), stond het grote hospitaal aan de 'Steenbergse straat' en het kleine aan de 'Oude Wouwsche Straat'; (15) ResMun, inv.nr. 145, f 112; (16) T.a.p. f 116 e.v.; de schriftelijke toestemming van de vicepresi- dent van de Staatsraad, gechargeerd met de portefeuille van Oorlog dd 14 maart 1810: GA, inv.nr. 214; (17) ResMun, inv.nr. 145, f 118; (18) Het Register van de in het hospitaal overblijvende zieken (MCM, inv. nrs. 82, 83 en 89) loopt vanaf 1 maart 1810; (19) Res Mun, inv. nr. 145, f 341, resolutie dd 21 mei: 'het Franse hospitaal is nog in hetzelve lo caal waar zich de Hollandsche zieken be vinden'; (20) Vgl. MCM, inv. nr. 1 (Indica- teur A): een brief dd 6 mei 1812 van de Pre fect van het Dept. des deux Nethes over de enorme hoeveelheid achterstallig onder houd; (21) MCM, inv. nr. 3 bevat een 'Etat de la situation des casernes ou locales pour loger les militaires composant la guarnison de la Place de Bergen op Zoom'. Hieruit blijkt dat er 25 'casemes' waren die op dat moment (23 juni 1810) 1312 soldaten huis vestten. MCM inv. nr. 1. (Indicateur A) no 239 vermeldt per 11 mei 1810 aan inwoners: garqons 1675, filles 1923, hommes mariés 873, femmes mariées 875, veufs 105 en veu ves 335; (22) ResMun, inv. nr. 145, een reso lutie van 23 juni; (23) Uit een brief van de Commissaire de Guerre Duval aan de bur gemeester, dd 20 juni 1810: ResMun, inv. nr. Ï45, f 251; (24) T.a.p., inv. nr. 145, f 251-3. Een resolutie van 23 juni; (25) Vgl. MCM, inv. nr. 75. Omslag Exercise 1810. Proces ver- baux constatant le remise du service; (26) Vgl. Van Ham, Inventaris, p. V-Vl. Voorts MCM, inv. nr. 64, Notulen der vergaderin gen van de commisie van de 'Hospices', no. I (9 aug.) en 2 (10 aug). De brief van de bur gemeester aan de leden van de commissie de 12 aug.: MCM. inv. nr. 10. Doos H, no. 2 (hop. milit.); (27) Over Leonard Mole(n)schot konden geen gegevens wor den gevonden. Wellicht was hij een broer van I.EG. Moleschot. Vgl. R.V. ter Laage, Aere Perennius, 21 1975) p. 91-5; (28) MCM, inv. nr. 64. Notulen der vergaderingen dd 30 aug, 1 sept. en 7 sept; (29) ResMun, inv. nr. 145, f 351, een resolutie van 21 maart 1810. Een brief van de prefect over deze materie dd 1 mei: MCM, inv. nr. 1 (Indicateur A no. 122); (30) ResMun, inv. nr. 145, f 248-9; (31) Volgens de 'Délibérations' dd 25 mei 1812 (MCM, inv. nr. 74) ging het om een bedrag van 4561 gulden 16 stuivers en 8 penningen; (32) In de 'Délibérations' dd 14 juli 1814 wordt een brief besproken van de inmiddels in Parijs teruggekeerde commissaire de guerre. Hierin heet het dat de verpleegprij- zen op 8 okt. 1810 zouden zijn vastgesteld; (33) Délib. dd 4 april, 27 april en 30 juni 1812; (34) Délib. dd 4 maart 1812; de voor waarden tot levering: MCM, inv. nr. 91 (Ak ten van aanbesteding). De aanbesteding vond plaats op 13 januari. Het maken van de hemden volgens bestaand model a 4 fr. II centi. werden gegund aan Nicolas Lo- cogne te Maastricht, die de 600 stuks bin nen één maand moest leveren; (35) Délib. inv. nr. 74, 20 mei 1812; (36) Délib. inv. nr. 74. 14 juli 1814; (37) Délib. 2 juli 1814; (38) Délib. 4 febr. 1814; (39) Délib dd 13 maart: volgens een brief van Ulens zeggen de offi cieren van gezondheid dat de pest, 'le plus grand fléau du monde ne tardera pas a faire des ravages tout a l'hopital que dans la ville; (40) Délib 24 nov. 1813; (41) Délib 22 dec. 1813; 29 jan. 1814 en 13 maart 1814; (42) Délib. 12 febr. 1814. Op 3 jan. 1814 vraagt de sous prefect tijdens een assemblée extraordinaire (Not. Gen. Raad, inv. nr 146, f 32) 'de frapper une requisition de devrées nécessaires pour assurer le service de l'ho pital militaire'. De burgemeester wil de last niet op de schouders van twee of drie bur gers leggen en stelt een vrijwillige hoofde lijke bijdrage voor. De Raad neemt hierop geen besluit. Wanneer op 4 maart 53.000 franc aan soldij nodig is voor het garnizoen, wordt dit bedrag als lening a 4% rente om geslagen over de burgers; (43) Délib. 20 febr. 1814; (44) De eerste vergadering met de nieuwe commisaris van oorlog, Huyde- cooper. Délib. 6 mei 1814; (45) Délib. dd 14 juli 1814. Zie ook MCM, inv. nr. 66, overgave van het Hospitaal aan het Nederlandse Gouvernement; (46) GAB. Losse stukken 19de eeuw; MCM, inv. nr. 77-78, Rekeningen van inkomsten en uitgaven 1814-1815 en Van Ham, Inventaris, p. VI; (47) MCM, inv. nr. 10. Doos H. no 2, een brief van de sous prefect dd 12 aug. 1811 aan de stad; (48) Dé lib. 25 jan. 1812; (49) Délib. 26 aug 1813. De garde-magasin N. Gillet werd overgeplaatst als 'commis 2e classe du service des hopi- taux' naar het 13e Corps van de Grande Armée; (50) Délib. 21 sept. 1911. De direc teur stelt voor de inftrmier Nolin 24 fr. In plaats van 36 fr. te geven en voor een zelfde bedrag een tweede hoofdverpleger aan te trekken; (51MCM, inv. nr. 10, doos H, no 2 A; Délib. 19 juli 1813; (52) Vgl. JA. Verdoorn, Als en Oorlog, 2 dln, Aisterdam: Lynx. 1972, p. 231 e.v., en EH. Garrison, Notes on the History of Military Medicine, Washing ton 1922. Reprint, Hildesheim: Olms, 1970; (53) Délib. dd 28 sept. 1812; (54) MCM. inv. nr. 1 (Indicateur A) no 115 dd 16 jan. 1811; inv. nr. 10. Doos H, no. 2A (55) MCM, inv. nr 10, Doos H, een brief van 28 juni 1811; (56) MCM, inv. nr. 10, Doos H, no 2 A een brief van de 'sous-prefect' dd 30 april 1811; (57) Délib. dd 28 dec. 1813; (58) MCM, inv. nr 10. Doos H; (59) T.a.p., een brief van de burgemeester aan de 'sous prefect'; (60) De brief van de burgemeester aan de 'sous- prefect' dd 20 mei 1811. MCM. inv. nr. 10, Doos H 2 A; (61) Over het gebouw: J. Com- forth, The Markiezenhof, Bergen op Zoom, Country Life, 21 aug. 1980, p. 626-9 en p. 694-697, en W.A. van Ham, Het Markiezen hof te Bergen op Zoom. Bijdragen tot de geschiedenis uitgegeven door de Geschied kundige Kring van Stad en Land van Bergen op Zoom. 1986; (62) Vgl. Van Ham. De Ge zondheidszorg, 24; (63) GAB. Voorlop. in vent. van het Stadsarchief 1810, inv. nr 123, Resolutiën 1794-5, fl. 166r-v; (64) MCM, inv. nr 1 (lndicaveur A), een brief dd 17 mei 1811; (65) De tekeningen: ARA. 's-Graven- hage, Kaartenafdeling Code OBZ, nrs 215-216. Brief no G 80 300; (66) In het Ag. Rijksarchief te 's-Gravenhage (Tweede Afde ling) bevindt zich in het archief van het Mi nisterie van Oorlog een verzameling 'Con tracten Vestingwerken - 1814-1844'. (Codenr inv. 2.13.02). De contracten betreffen onder meer reparaties van militaire gebouwen. Dc inv. nrs. 11 en 26 betreffen 'enige reparatiën aan 's Rijksziekenzaaal' dd. 14 april 1817 en 19 mei 1820. Van grotere verbouwingen is in de stukken geen sprake; (67) CM. inv. nr. 84A-88F; (68) MCM, inv. nr. 101, stukken be treffende de roerende goederen van het hos pitaal, en MCM, inv. nr. 75. Exercise 1810; (69) Délib. 19 mei 1811; (70) Délib. 4 april 1812. Besloten werd tot de aanbesteden van 216 'couchetttes a deux', 216 'paillasses', 200 'matelas de laine et erin' en 203 'tra- versins'. De eerste aanbesteding vond plaats op 27 april. Het geheel werd gegund aan C. Bosnians uit Brussel. Deze ontving (op 30 juni) voor een bed 12 fr., voor een paljas 5,5 fr. en voor een matras 35 fr; (71) Délib. 25 jan. 1812; (72) Délib. 26 aug. 1813; (73) GAB Voorl.invent. Stadsarchief, inv. nr. 146. Res. Gen. Raad 1803-1814. nos dd. 14 dec. 1809; (74) Vgl. Verdoom, Ats en Oorlog, II, p. 233; Garrison, Notes, p. 162 en J. Presser, 2 dln. Amsterdam: Elsevier, 1960, II, p. 405 e.v; (75) Délib. 25 maart 1814; (76) Délib. 28 septem ber 1814. Ulens blijkt dan sinds 1 jan. 1814 zelf geen salaris meer te hebben ontvangen; (77) Helaas konden ook in de Franse ar chieven geen gegevens over de officieren van gezondheid worden gevonden; (78) MCM, inv. nr. 102 E. Naamlijst van in het hospitaal werkzame personen; (79) Dat blijkt o.m. uit de voor gedrukte 'Etats nomi- natifs des cuisiniers, portiers, infirmiers et autres servants, qui sont attachés au service de l'hopital' (MCM. inv. nr. 102E); (80) In de Délibérations van 13 maart 1814 en 14 april 1814 is sprake van huisvaders die veel kin deren te voeden hebben; (81) Délib. 20 dec. 1813 en 18 maart 1814; (82) In feite ontving men dagloon. Daar de kok in de maand mei 1812 slechts 5 dagen had kunnen werken ontving hij slechts 4 fr., één zesde dus van zijn nonnale soldij van 24 fr. (MCM. inv. nr. 76A); (83) Een ton bier mat in die dagen in Bergen op Zoom 165.5 ltr. Vgl. J.M. Ver- hoeff. De oude Nederlandse maten en ge wichten. Amsterdam: P.J. Meertens Inst., 1982. In tijden van schaarste konden de prij zen hoog oplopen. Volgens de Délibéra tions van 13 maart 1812 kostte het brood op dat moment 80 centimes per kilo; (84) In de Délibérations van 9 sept. 1811 vindt men: 'Draps 10, chemises 10, coiffes 2, tabliers des officiers 7' en 'tabliers des infirmiers 5 centimes'; (85) Délib. 12 april 1814:que le magasin s'encombre tellement de chemises et de draps de lit qui ont servi aux blessés, qu'il est trés dangereux d'y entrer a cause de l'odeur fetide qui s'en exhale Op uitnodiging van de werkgroep genealogie geeft Jan van Eijck, geboren in Alphen in de Baronie van Breda en werk zaam als arts bij de GGD Midden-Brabant en heemkundige te Goirle op maandag 7 mei in de leeszaal van het Archief, Blokstallen 2 een lezing getiteld: Aan de hand van een diaserie van twee keer drie kwartier neemt hij u mee op een wandeling door de geschiedenis van de geneeskunde en gezondheidszorg. Een tocht van Versalius en de pestmeesters, via Pasteur en Röntgen, naar de CCT-scan en de MRI. De spreker zal daarbij regelmatig een link leggen naar de genealogie. Het wordt een avondje huiveren, maar wel met een lach en een traan. X

Periodieken

De Waterschans | 2001 | | pagina 22