*5
De Waterschans nr. 1 2001
Ajb.B. Gedeelte van de deurnaald, con
sole en beeld van St.-Jan aan de hoofd-
poortdeuren in de Steenbergsestraat.
Nog ongeschilderd. Mei 1979.
van de plaatsen weerspiegelden ab
soluut niet dat de ruimten onder
deel waren van een geclassificeerd
historisch monument. Het kazerne-
gebruik straalde er in meerdere op
zichten vanaf. Zowel in- als extern
was er dus volop werk aan de win
kel om de 'glans' van weleer een
beetje terug te geven aan het com
plex. In de kosten voor het restau
reren van de gebouwen werd met
uitzondering van de technische in
stallaties door het Rijk en de Pro
vincie totaal 80 procent gesubsi
dieerd. De kosten voor de aanleg
van een bliksembeveiligingsinstal
latie en brandbeveiligingsinstalla
ties waren wel subsidiabel. Maar de
inrichtings- en stofferingskosten
kwamen geheel voor rekening van
de opdrachtgever of de gebrui
kers). Voor het enigermate ver
fraaien van de buitenruimten
kwam het in wezen op hetzelfde
neer. Bestratings- en werkzaamhe
den van bouwkundige aard kwa
men bijvoorbeeld wel voor subsidie
in aanmerking, maar de kosten
voor de aanleg en het inrichten van
tuinen niet. Voor de aankleding en
zaken die een woonpaleisachtige
uitstraling zouden kunnen gaan
bewerkstelligen, moest de eigenaar
dus zelf geld fourneren of weldoe
ners zien te vinden. Over welke ex
tra zaken in de buitenruimten het
gaat en hoe die zijn verworven,
wordt u navolgend verslag gedaan.
Achtereenvolgens komen aan bod:
wetenswaardigheden over water
putten, speciale zaken op de grote
binnenplaats, de achterplaats, de
achtertuin en de z.g. Franse tuin.
Grote binnenplaats, ruimte no. 27
Waterputten in het complex en de ge
smede ijzeren bekroning van de put
in de zuid-westhoek op de grote
plaats.
Tijdens de laatste restauratie van
het Hof zijn er binnen het complex
zeven waterputten gevonden. Ze
werden aangetroffen in de kelder
onder de tuinvleugel (no. 02), in de
Franse tuin, in de achtertuin, op de
achterplaats, twee op de grote
plaats en in de kelder achter de
grote toren (no. 030). Deze drink
waterputten zullen ongetwijfeld be
doeld zijn geweest voor de Hofge-
bruikers. Ze maakten geen onder
deel uit uit van de openbare drink
watervoorziening in de stad, toen
bestaande uit meerdere putten en
later uit pompen. De aangetroffen
putten in het complex waren niet
meer als zodanig in gebruik.
De bovenbouw was bij alle verdwe
nen en vervangen door een kruin,
bestaande uit een soort gemetselde
flessenhals, die op loopniveau was
afgesloten met een deksel in een
omranding of onder het niveau
met een natuurstenen plaat. De
putten waren of volgestort met
puin, afval en grond of het water
dat er nog in stond was door aller
lei oorzaken vervuild. Dat geldt niet
voor de put in de kelder achter
'den grooten thoren' waarin zich,
hoewel stilstaand, glashelder water
bevond. Alle putten zijn cirkelvor
mig gemetseld met baksteen of na
tuursteenblokken en hebben varia
bele diameters. In de goedgekeurde
regie-begroting van kosten was
niets geraamd voor eventueel on
derzoek, uitruimen en herstellen
van waterputten. En dus ook niets
om in het kader van het restaura
tieplan tot reconstructie van
put-opbouwen met een bekroning
te komen. Na sterk aandringen van
de restauratieleiding is van de op
drachtgever en de Rijksdienst voor
de Monumentenzorg toestemming
verkregen om de aangetroffen put
ten te onderzoeken en te mimen
en om die kosten ten laste te bren
gen van de post 'onvoorziene uit
gaven'. Tevens ging men akkoord
met het herstellen en reconstru
eren van de bovenbouw van twee
putten. Een van de argumenten om
een of meer putten weer in beeld te
brengen was, dat het een misser
zou zijn indien er binnen zo'n be
langrijk woonpaleis van geschiede
nis en kunst niet iets van de vroe
gere watervoorziening zichtbaar
zou zijn. Daarnaast zou het onbe
grijpelijk zijn geweest om in het ka
der van een dergelijk restauratie
project het vinden van de water
putten uitsluitend voor kennisge
ving aan te nemen. Besloten werd
om de waterput in de zuid-west
hoek op de grote plaats en die op
de achterplaats, bij het voormalige
bakkerijgebouw, onder handen te
nemen. Beiden bezaten nog ver
vuild water, waren redelijk intact en
zouden bij opbouwen in ruimtelijk
opzicht nauwelijks een obstakel
voor het toekomstig functioneren
van de plaatsen vormen. Zoals ge
zegd gaat het onder andere om de
put op de achterplaats. Deze water
voorziening is logisch gelegen tus
sen en bij het voonnalige bak- en
washuis en het historische 'keuken-
gebouw, op de zogenoemde keu
kenplaats (no. 45). Gebouwen met
activiteiten waar steeds water voor
nodig was. Het betreft de put met
de grootste diameter van de zeven
tijdens de restauratie in het Hof ge
lokaliseerde waterputten. De mid
dellijn is inwendig gemeten 190
cm, de diepte, gemeten vanaf de
bovenzijde van de nieuwe opbouw
tot het in september 1985 inge
brachte grindniveau, bedraagt ca.
650 cm. De put is aan de binnen
zijde opgetrokken uit lagen be
staande uit blokken Gobertanger-
steen en zal dateren uit de tijd toen
eind 15e/begin 16e eeuw de
gememoreerde gebouwen werden
gerealiseerd. De put is uitgezogen
en zoveel mogelijk schoongemaakt.
Waar dat nodig was, is de binnen
zijde hersteld. Dat gebeurde alle
maal nadat de later aangebrachte
De Waterschans nr. 1 2001
kraag en nek waren verwijderd. De
put kreeg ook een nieuwe boven
bouw, vervaardigd uit Gobertanger-
steen. De bovenzijde is afgedekt
met een geprofileerde arduinen
lijst. Tijdens het uitzuigen en
schoonmaken kwam er kleine mu
nitie naar boven afkomstig uit W.O.
II, waaronder een brisantgranaat.
De schoonmaakwerkzaamheden
zijn daarna gestopt. In de put hing,
tegen de wand bevestigd tot in het
water, een later ingebrachte loden
pijp van rond 4,5 cm. uitwendig.
Deze had gediend als voeding voor
een zwengelpomp die stond opge
steld tegen de westelijke eindgevel
van het voormalige bakkerijgebouw
dat nu ingericht en in gebruik is als
restaurant. De loden pijp is tijdens
de werkzaamheden aan de put
daaruit verwijderd. Ter plekke is er
een zwengelpomp gereconstrueerd
met behulp van vergaarde oude
onderdelen van pompen elders.
Hierdoor is gelijktijdig ook een
stukje jongere watervoorzienings
historie uitgebeeld. Zwengelpom-
pen zijn in ons land vanaf het be
gin van de 17de eeuw in gebruik.
Ter voorkoming van verdere veront
reiniging is de put zo hoog moge
lijk gesloten met een uit twee delen
bestaand koperen deksel.
De tweede die onderhanden werd
genomen, was de put op de grote
binnenplaats. Bij dit element is er
sprake van een in een gele bak
steen in trasmortel opgemetselde
put met een wanddikte van 16 cm.,
baksteenformaat 16 x 7,5 - 8 x 4 cm.
Alle lagen zijn als koppenlagen uit
gevoerd, dat is gebeurd in verband
met de sterke ronding van de put-
wand. De inwendige diameter van
de put is 120 cm. en de diepte ca.
585 cm., gemeten in september
1972 vanaf de grondbodem tot de
bovenzijde van de nieuwe hardste
nen opbouw. Aan de binnenzijde
zijn in de baksteen van de wand ge
spaarde gaten zichtbaar waarin de
steigervloerondersteuningen zich
tijdens het opmetselen hebben be
vonden. De put is ontdaan van de
later aangebrachte kraag en nek,
uitgezogen en zoveel als mogelijk
schoongemaakt en hersteld. In de
zomer van 1976 kreeg hij een
nieuwe uit hardsteen vervaardigde
bovenbouw met een brede Gober-
tangertrede eromheen, tezamen
hoog boven het straatwerk 112 cm.
Voor de vorm, detaillering en profi
lering is gekeken naar de overdekte
openbare waterputopbouw bij de
Grote Kerk te Veere uit de 16de
eeuw. De put is afgesloten met een
koperen deksel in twee delen en
voorzien van een gesmede ijzeren
functionele bekroning (afb. A). Het
vervaardigen en plaatsen van de
bekroning was mogelijk dankzij de
Stichting Vrienden van het Markie
zenhof die de kosten voor haar re
kening heeft genomen. Door deze
schenking kon er een completer
beeld ontstaan, onder andere over
de wijze waarop er eertijds water
geput kon worden met een emmer
aan een ketting of reep (touw), die
over een schijf (hijswiel) liep (han
gend) aan de putgalg. Het geheel
levert een passende en mede
sfeerbepalende bijdrage aan de in
richting van de grote binnenplaats.
De op zich eenvoudige doch fijn
gedetailleerde bekroning op drie
poten is ontworpen door de restau
ratiearchitect E. Canneman en ver
vaardigd in een van de werkplaat
sen van Jobse B.V. te Middelburg.
Vormgeving en profilering zijn af
gestemd op de bouwtijd van het
Markiezenhof, zo ook de boven
bouw onder de bekroning. Om ze
ker te zijn van goede afmetingen en
verhoudingen is vooraf een met be
hulp van latten samengesteld mo
del op ware grootte geplaatst. De
bekroning, die totaal 306 cm. hoog
is, werd aangebracht in 1977. Het ij
zer is blauwkleurig geschilderd en
een toefje bladgoud mocht niet
ontbreken. In dit kader is een ge
detailleerdere beschrijving van de
put onder de vloer van de kelder
achter de grote toren, hoewel niet
zichtbaar gemaakt, toch interes
sant. Het betreft een waterput met
een inwendige diameter van ruim 1
meter. Hij is in trasmortel opge
metseld met lichtbruinige bak
steen, formaat ca. 17x8x4 cm. De
wanddikte is steens oftewel 17 cm.
De binnen- en buitenzijde is niet
met mortel gepleisterd of vertind.
Deze nog vrij gave put werd per
toeval aangetroffen op ca. 40 cm.
onder de keldervloer terwijl de bo
dem zich 270 cm. beneden die
vloer bevindt. In de put stond eind
1968 zo'n 80 cm. koel-helder-stil-
staand water. De bovenzijde wordt
gevormd door een in baksteen ge
metseld koepelgewelfje waarin een
mangat van 63x63 cm. is gespaard
hetwelk is gedicht met een 6 cm.
dikke Gobertangerplaat.
De put bevindt zich op een watera
der waarboven meer putten in de
stad stonden. De ader werd geloka
liseerd tijdens de restauratiewerk
zaamheden middels vrijblijvend wi-
chelroedeonderzoek. Put en bijzon
derheden zijn gedocumenteerd op
tekening en enkele foto's en de
zaak is verder intact gelaten. In de
put, die nagenoeg in het centrum
van de kelder is gelegen, hangt net
als bij de put op de achterplaats te
gen de wand een loden pijp aan ge
smede beugels met een middellijn
van 5,5 cm. uitwendig. Het gedeelte
onder de keldervloer is met steen
afgeschermd en loopt tot in de
noord-westhoek. Hij heeft gediend
voor de voeding van een zwengel
pomp die zich daar moet hebben
bevonden in de kelder zelf of in het
vertrek erboven (waar nu de techni
sche ruimten zijn ondergebracht).
De overige vier waterputten zijn ge
ruimd, onderzocht en intact gela
ten. De meeste zijn echter aan het
oog onttrokken. Het eventuele wa
ter in de putten is zeker niet bruik
baar voor consumptie.
De naald van de poortdeuren aan
de Steenbergsestraat
Onder de naald wordt hier verstaan
de geornamenteerde middenstijl
waar de twee deuren aansluiten,
wordt ook wel aanslagstijl ge
noemd. De Bergse beeldhouwer
Gerrit Kemperman hakte en sneed
in 1979 de ornamenten. Het is een
schenking van de Bergenaar Kor-
neel Slootmans. De kosten kwamen
namelijk niet voor subsidie in aan
merking. De naald is vervaardigd
uit de houtsoort iroko in de afme
tingen 15 xl5,5 x 400 cm., om tech
nische redenen geformeerd in twee
lengtes. De forse afmetingen hou
den verband met de grootte van de
fraai gedetailleerde opgeklampte ei
kendeuren, die elk 181 x 418 cm
groot zijn. In opbouw bestaat de
naald uit een basement, uit twee
parten die versierd zjn met aman-
delvormige figuratie, een Heiligen
beeld op een console die voorzien
is van Sint Janskruidblad, uit een
baldakijn en een adelaar. De rele
vante onderdelen zijn eerst door de
beeldhouwer geboetseerd en na ak
koord bevinden als model in gips
gegoten. De gietsels zijn, toen de
naald gereed was, overgedragen aan
de schenker en ze zijn later in bezit
gekomen van de erven Slootmans.
De naald is net als de deuren ge
schilderd en waarnodig gepoly-
5