De Waterschans nr. 1 2001 THOLEN EILAND THOLEN Halsteren Heer-Boudenspolder Schakerlo BRABANT Lodijcke REIMERSWAAL BERGEN OP ZOOM Nieuwkercke Vijfhuizen Assemansbroeke Borgvliet Creecke ZEELAND Hildernisse Steel- of Steenvliet ZUID - BEVELAND Emmaus (klooster) Everswaard Schoudee Woensdrecht x Hinkelenoofd EILAND VAN AGGER Agger Mare Ouderdingen Bath Rilland Ossendrecht HONTE BRABANT Saeftinge )s^ Weele Zandvliet VLAANDEREN 5 km A 14 De Waterschans nr. 1 2001 Toelichting kaart: Reconstructie van de verdwenen arm van de Schelde van Bergen op Zoom tot Zandvliet. Gebaseerd op de kaart van Zeeland door Willem Sylvius (1560) naar Jacob van Deventer (ca. 1546) door Han Bos, naar aanwijzin gen van de schrijver, 2001. Legende: 1. Foxoorde (aan de monding van de Eendracht) 2. uiterste baken van Brabant (aan de monding van de Eendracht) 3. tolhuis lersekeroord 4. Roversberge 5. Loocketers 6. Agger 1. Stockachter 8. Honteoorde A. tolplaats B. parochiekerk C. kasteel D. rume van kerkdorp (in het Verdron ken Land van Zuid-Beveland) E. ruïne van kasteel N.B. De polders langs de Schelde, de Honte en de Eendracht met stad Rei- merswaal, de dotpen Heer-Bou denspolder, Hildernisse en Weele, als mede die van het eiland van Agger met de doipen Agger, Bath en Hinkele- noord zijn na 1546 door overstromin gen tenietgegaan. De in 1546 reeds verdwenen rivier Striene is met een S; de slechts globaal te reconstrueren Plate in de Schelde is met een P aan gegeven. len welke de gerechtshoven waren die in dergelijke kwesties een rol speelden. De hoogste rechtbank was de Grote Raad voor de (Bour gondische) Nederlanden. Het was een belangrijk instrument van het centraal gezag. In 1473 had hertog Karei de Stoute reeds zijn voorgan ger, onder de naam Parlement (7) (hooggerechtshof), gevestigd te Me- chelen. Die stad lag midden in zijn gebied. Na Kareis overlijden in 1477 eisten de Staten-Generaal, met tijdelijk succes, een beperking van de macht van dit hoog gerechtshof. Er kwam een Grote Raad voor in de plaats die telkens van zetel verwisselde en dus ambu lant was. Vanaf 1501 zetelde deze meestal weer te Mechelen; dat werd in 1504 definitief (8). De grote concurrent, hoewel formeel aan de F >3 \V' f U Afb.l. De stad Bergen op Zoom vanaf de Schelde, met op de voorgrond een deel van de Schelde en de vangst van mosselen en krabben. Detail van een gravure door F. Galle, 1580. Antwerpen, Stadarcliief, stedelijk prentenkabinet. De situatie is gespiegeld weergegeven. (Zie de publicatie: Een zestiende eeuwse prent, een stadsgeziclitop Bergen opZoom voostellend, (opnieuw) ontdekt' in De Water schans 15 (1985) nr. 1, 15-17. Grote Raad ondergeschikt, was de Raad van Brabant. Een wat ouder college, in 1430 ingesteld door her tog Filips de Goede. Het gezag van dit hof strekte zich in hoofdzaak uit over de hertogdommen Brabant en Limburg. Hoewel het een vorste lijke raad was, waakten de Bra bantse rechters toch vooral over de voorrechten van het hertogdom en zijn bewoners. Hierdoor kwamen zij herhaaldelijk met de Grote Raad in conflict. Vanaf ca. 1530 be zat het hof een onafhankelijke po sitie ten opzichte van dat hoogge rechtshof, een zogenaamde soeve reine status (9). Dan was er nog de Geheime Raad, formeel een ad viescollege van het centrale gezag, maar in de praktijk beslissingsbe voegd. Onder die bevoegdheid vie len ook gerechtszaken, waardoor de raad als rechtsprekende instan tie kon gelden. Dat gold tevens bij uitzonderlijke kwesties, zoals bij re visie (herziening) van reeds door gerechtshoven gevelde vonnissen (10). Het vonnis is niet uitzonderlijk maar omdat door vergissingen in de geschiedschrijving verwarring is ontstaan, verdient het nadere be handeling. Het werd gewezen door de Raad van Brabant en niet door de Grote Raad te Mechelen zoals Slootnrans ten onrechte veronder stelde (11). Deze misvatting is zelfs doorgedrongen tot het standaard werk van De Smedt over de En gelse natie te Antwerpen (12). Een en ander was het gevolg van het onvolledige afschrift in een van de Bergse privilegeregisters. Het zou meer dan 400 jaar nadien nog voor verwarring zorgen (13). Uit het von- nisboek van de Raad van Brabant blijkt echter dat de zaak voor dat college diende (14). In mijn proef schrift heb ik die fout reeds gesigna leerd maar er was daarin geen plaats om het gedetailleerd te be handelen (15). Het doel van deze bijdrage is dit punt nader op te hel deren en argumenten te bezorgen voor een beter begrip van de zaak (16). Tolproblemen De hier behandelde kwestie kon ontstaan door de financiële poli tiek van de jonge vorst Filips de Schone (van Oostenrijk) in Bra bant, Holland, Zeeland en andere gewesten. Bij zijn opvolging in 1494 bleek er een tekort aan geld, terwijl hij juist zijn prestige wenste te ver sterken, zijn vijanden van het lijf te houden en er een weelderige hof staat te voeren. Als klassieke reme die kondigde de nieuwe landsheer een hervormingswet af om de staatsinkomsten te herstellen en waar nodig aan te vullen. Daarvan vormden de tolheffingen een be langrijk onderdeel. Hij trok alle concessies in die zijn ouders in dit opzicht aan steden en gewesten hadden gedaan (17). De ambtenaren van Filips gingen gretig in op de vorstelijke politiek 75

Periodieken

De Waterschans | 2001 | | pagina 8