li 1 il 1 L De Waterschans nr. 2 2001 Grafiek 4. Aantal opnemingen per maand 1810-1814 - geuionden. Grafiek 5. Aantal opnemingen per maand 1810-1814 - schurftigen. Grafiek 6. Aantal opnemingen per maand 1810-1814 - venerisch# patiënten. zoek: in minder dan vier jaar tijd werden meer dan 10.000 militairen gedurende 2 a 3 weken in het hos pitaal verzorgd en behandeld. Deze cijfers werpen de vraag op welke functie het hospitaal nu precies heeft gehad. De snelle doorstro ming wijst erop dat het hospitaal anders dan de gasthuizen een be- handelfunctie had. Daarbij ging het om jonge militairen met koorts- ende aandoeningen. Die werden behandeld met wijn, opium, ki nine, goede voeding en niet in de laatste plaats met rust. Dat deze be handeling succes had, kan blijken uit het feit dat de sterfte gering was en dat de meeste patiënten reeds na korte tijd weer werden ontslagen. Toen het oorlogsgeweld in het vooijaar van 1814 toenam, ver dween dit welhaast vredige beeld van een modem aandoend behan delinstituut. Al ras werd de organi satie ontregeld door de grote stroom van gewonden. Dat laatste neemt niet weg dat de Bergenaren met dit hospitaal een instrument in handen hadden dat zijn tijd ver vooruit was. Het duurde immers nog tot het midden van de 19de eeuw, aleer zich in de burgerlijke gods- en gasthuizen een behande lingsfunctie begon te ontwikkelen en deze instellingen veranderden in ziekenhuizen in de moderne be tekenis van het woord. Of de inwoners van Bergen op Zoom zich hiervan bewust zijn ge weest, blijkt uit de bewaard geble ven archieven niet. In hoeverre zij de ervaringen met het zieken- huis-nieuwe-stijl hebben toegepast in de eigen civiele instellingen is evenmin duidelijk. Een definitief antwoord op deze vragen zou een nader onderzoek vereisen. Voors hands lijkt het vermoeden gerecht vaardigd dat de Bergse overheid het amper wenselijk heeft geacht om de functie van hun stedelijke gasthuis aan te passen. Deze instel ling was immers bewust bedoeld om onderdak te bieden aan armen en hulpbehoevenden. De rest van de burgerij had aan zo'n voorzie ning geen behoefte; men liet zich immers thuis behandelen en ver plegen. De vraag welke invloed het Franse militaire hospitaal meer in het algemeen op de ontwikkeling van het ziekenhuiswezen heeft ge had, is met het bovenstaande niet beantwoord. Wellicht is de voor beeldfunctie in Bergen op Zoom beperkt geweest. Daar staat echter tegenover dat het Franse voorbeeld in gebieden waar de gezondheids zorg op een lager niveau stond, wel degelijk gunstig heeft gewerkt. Vol gens Watennann gold dat bijvoor beeld in het gebied van de Neder- rijn, alwaar tot aan het begin van de negentiende eeuw zelfs grotere steden geen enkel gasthuis hadden (110). Meer algemene conclusies inzake de invloed van het Franse hospitaalwezen zullen dan ook pas getrokken kunnen worden nadat de geschiedenis van een groter aantal van deze instellingen in Europa is onderzocht. Samenvatting Nadat het Koninkrijk Holland in 1810 bij Frankrijk was ingelijfd, ves tigde Napoleon - onder meer - in Bergen op Zoom een hospitaal voor zijn soldaten. De magistraat van de stad verzette zich aanvanke lijk zeer heftig tegen deze gang van zaken, maar de Franse bezetter hield voet bij stuk. Zelfs wist hij te bereiken dat de 'geallieerden' (i.c. de stedelijke magistraat) het beheer over de instelling langzaam maar zeker overnamen. Zo werd het hos pitaal aanvankelijk beheerd door een bijzondere commissie die als 'trait d'union' fungeerde tussen het stadsbestuur en de Franse directie. In 1811 werd het hospitaal vervol gens tot een organiek onderdeel van het stelsel van stedelijke me- disch-sociale voorzieningen ver- 76 De Waterschans nr. 2 2001 - - Tabel 4. Gemiddeld aantal opgenomen patiënten per maand. klaard. Daarna werden achtereen volgens de Franse 'économe' en de 'dispensier' vervangen door Neder landse bestuursambtenaren. Aldus ontstond uiteindelijk het merk waardige geval dat Nederlandse burgers ten behoeve van Franse soldaten een hospitaal beheerden, zulks naar Franse regels maar - goeddeels - met Hollands geld. Anders dan men wellicht zou den ken, voldeed deze constructie in de praktijk heel wel. De directeur, die de spil van de organisatie vonnde, spande zich tot het uiterste in om de hospitaaldienst goed te laten verlopen. Mede daarom waar schijnlijk kwamen hooglopende conflicten met de Franse autoritei ten in Antwerpen niet voor. Zo er al meningsverschillen ontstonden, dan speelden die tussen de direc teur en de geneeskundigen die - anders dan het overige personeel - tot het Franse leger behoorden. Formeel hadden de officieren van gezondheid zich niet in te laten met zaken van beheer en beleid. Dat nam echter niet weg dat zij soms eigenmachtig optraden en de directeur bovendien meer dan eens een al te zuinig beheer verweten. Wat ook al niet tot het wederzijdse begrip bijdroeg, was dat de direc teur van zijn kant niet altijd even helder voor ogen stond dat een Frans hospitaal heel iets anders was dan een Nederlands gasthuis. Deze laatste instelling fungeerde nog goeddeels als opvangcentrum voor armen en hulpbehoevenden die elders geen onderdak meer konden vinden. Daarentegen leek het Franse hospi taal qua functie reeds veel meer op een modem ziekenhuis. De patiën ten werden opgenomen met de uit- drukkelijke bedoeling om behan deld en vervolgens weer ontslagen te worden. Terwijl de Nederlandse doctores en chirurgijns slechts af en toe een bezoek in het gasthuis aflegden, kende het Franse hospi taal reeds inwonende artsen die da gelijks vergezeld van een apotheker hun visites liepen. Vergeleken bij het gasthuis was het militaire hospitaal zijn tijd dus ver vooruit. Duidelijk uitte zich dat ook in de 'productiecijfers'. In to taal werden in vier jaar tijd niet minder dan ruim 10.000 patiënten in het Bergse hospitaal opgeno men. Daarbij was de opnemings- duur opmerkelijk kort; twee a drie weken. De snelle stroom van een zo groot aantal patiënten moet een enorme belasting hebben betekend voor het personeel van het hospi taal. Niet alleen voor de officieren van gezondheid maar ook voor de kleine administratieve staf en zeker ook voor het naar hedendaagse be grippen geringe aantal verpleeg kundigen. Desalniettemin lijken de resultaten van de behandeling goed te zijn geweest. In die richting wijst in elk geval het feit dat de sterfte laag was: gemiddeld niet meer dan 2 a 3%. Hoe deze opmerkelijke resultaten werden bereikt, kon uit de geraad pleegde bronnen niet worden op gemaakt. Onvoldoende is duidelijk geworden aan welke aandoeningen de militairen leden; welke behan deling zij precies kregen, kon ook al niet worden achterhaald. Zeker is slechts dat het merendeel van de patiënten nog erg jong was en dat het in 70 a 80% van de gevallen om koortsende ziekten ging. Verwon dingen maakten met 5 tot 10% slechts een betrekkelijk klein deel van de gevallen uit. Vast staat ook dat waar mogelijk werd gezorgd voor goede voeding. Aldus ont komt men - bij gebrek aan nadere gegevens - niet aan de indruk dat de ziekten van dien aard zijn ge weest dat enkele dagen bedrust en een zorgvuldig samengesteld dieet voldoende waren om de patiënt weer op verhaal te laten komen. Ook in dat geval kan echter worden geconcludeerd dat de bevolking van Bergen op Zoom met het Franse hospitaal een instituut bin nen zijn muren had, dat op dat moment nog niet tot de normale burgerlijke voorzieningen be hoorde. Noten Dit tweede deel van het artikel Het Franse Hospitaal te Bergen op Zoom is reeds eerder verschenen in aflevering 6 van jaargang 52 (1999) van het Neder lands Militair Geneeskundig Tijd schrift. De redactie van De Water schans is de redactie van genoemd tijd schrift zeer erkentelijk voor de toestem ming dit artikel te mogen overnemen. (861.MCM, inv. nr. 75.(87).MCM, inv. nr. 89. Registers van ingekomen en ver trekkende zieken.(88).Volgens de Die- tionnaire militaire, rédigée par un co mité d'officiers de toutes armes, Pa ris/Nancy: Berger-Levicaull. 1910 p. 659 en 2431. bestond een regiment tus sen 1808 en 1814 uit 5 bataillons en een bataillon uit 6 compagnieën. Een compagnie telde 1 kapitein, I luitenant en 1 onder-luitenant, voorts 1 serge ant-majoor, 4 sergeanten en 9 korpo raals. Het aantal manschappen be droeg 123, inclusief 2 tamboers. Bijge volg waren de verhoudingen op het ni veau van de compagnie 1:47 (officie ren) 1:28 (sergeanten) en 1:15 (korpo raals). Op regimentsniveau was het re latieve aantal officieren en onderoffi cieren iets groter omdat de staven dan 'meetellen'. Zo bestond de staf van het 124de Regiment van Linie uit één lui tenant-kolonel. 1 majoor, 1 kwartier meester. 1 betaalmeester, 1 chirurgijn majoor, 1 aide en 2 adjudant-onderof ficieren. Vgl. FHA. Sabron, Geschiede nis van het 124e Regiment van Linie on der keizer Napoleon I. Breda, Koninklij ke Militaire Academie, 1898, p. 9 e.v. en 102.(89).MCM. inv. nr. 6. (90).MCM, inv. nr. 3A 'Etat de la situation des ca semes ou locals pour loger les militai- res composant le guamison de la place de Bergen op Zoom'.(91).MCM. inv. nrs. 84-88. Staten van de door de dok toren bezochte zieken. 1810-1814. (92).MCM, inv. nr. 90. Akten van over lijden van zieken. 1814. (93LMCM, inv. nr. 88C. (94).Een goed inzicht in de veranderende opvattingen geeft Acker- knecht. Medicine in the Paris Hospital. (95).Over Broussais: GA Lindeboom, F.I.V. BroussaisNcderl. Tschr. Geneesk 99 (1955) I, p. 955-963 en De leer van Broussais in NederlandNederl Tschr. Geneesk 99 (1955) I. p. 1240-5.(96). MCM. inv. nr. 10,112A, brief van 10 ok tober 1811. 'Rapport des maladies qui ont regnées a Lhópital de Berg op Zoom depuis le mois de Juillet 1811 jusqu'a ce jour'.(97).Vgl. D. Spoelstra, Antonius Mathijssen, uitvinder van het gipsverband 1805-1878. Assen: Van Gor- cum, 1970, p. 262.(98).MCM, inv.nr.10. Doos H no 2.(99).MCM. inv.nrs. 92-95. Staten van de levensmiddelenvoorzie- ning.(100)ARA„ 's-Gravenhage, Tweede Afd., Oorlog vóór 1813. inv. nr. 1459, Verantwoording der hospitaal-kasse 1810. (101MCM. inv. nr. 91. Akten van aanbesteding van de levering van goe- 77 350 4 300 250 200 150 100 50 j fmamj j asondj fmamj jasondj fmamj j asondj fmamj jasondj fma aantallen opgenomenen 'j fmamj j asond j fmamj j asond j fmamj j asond j fmamj j asond j fmam maanden en jaren aantallen opgenomenen j fmamj j asondj fmamj j asond j fmamj j asond j fmamj jasond j fmam maanden en jaren Peildatum 1810 1811 1 januari 152 1 februari 139 1 maait 259 128 1 april 117 144 1 mei 125 226 1 juni 96 151 1 juli 60 141 1 augustus 82 247 1 september 124 369 1 oktober 243 250 1 november 261 283 1 december 323 200

Periodieken

De Waterschans | 2001 | | pagina 15