Bergs Diep Weeskinderen als afzetters? Boekbespreking De Waterschans nr. 2 2001 deren voor het hospitaal. In de "Clauses avec la Veuve Boll pour la fourniture de viande a raison de soixante et douze centimes le kg', (1813) leest men (MCM, inv. nr. 91) 'La viande sera belle, de bonne qualité, bien saignée, sans que en puisse y admettre des têtes, fressures, pieds, ni saignures ou lan- gues; la fourniture sera composée de deux tiers de boeuf et d'un tiers de veau ou mouton, elle sera pesée a l'hö- pital en presence de l'économe et du sergeant de planton, le fournisseur de- vra retirer de suite et remplacer celle qui aura été rejettée'. (102).Délib. 6 mei 1814. Volgens de Franse reglementen moet het vlees voor de oppassers in elk geval worden gekookt ('alle dagen een pond').(103).Délib. 4 mei 1812. (104). Délib. 3 febr. 1814. (105).De brief: MCM, inv. nr. 10 Doos H 2A Op 20 mei heet het vervolgens dat de schurft- patiënten en de geslachtszieken ook wijn kregen voorgeschreven, 'ce qui ne s'est jamais fait jusqu'a ce jour'. (106).De aard der beruchte Zeeuwsche koortsen is omstreden. Vgl. o.m. A.M. Geist- Hofmans bespreking van R. Fei- bel, What happened al Walcheren (Buil Hist Med, 42, p. 62) in het Nederl. Tschr. Geneesk. 113 (1969) p. 32 en HJ. Doeleman, Zeeuwsche koortsenMed. Contact 13 (1958) 768. (107). Persoon lijke mededeling van Prof. dr. H.J. van der Kaay te Leiden.(108).Délib. 8 juni 1813. (109). Garrison. Notes, 181-3. (110).R Watermann, Der Napoleonische Soldal in Zivilbehandlung. Wehrmed. Mo- natschrift 13 (1969) 1-5 C.P. Iriks AJb.l. Een graveurswerkplaats met drie kinderenlleerjongens. Eén leerjongen (misschien wel een weeskind) zit aan een lessenaar en kleurt waarschijnlijk aan de hand van een voorbeeld op de lessenaar een prent in. 16de eeuwse prent van Johannes Stradanus, uitgegeven door Joan Galle. In de vorige Waterschans stond een artikel van mij over een historieprent uit 1622. Ik eindigde het artikel met de opmerking dat ik jammer genoeg niet heb kunnen achterhalen wie de graveur en de 'afzetter' (d.w.z. degene die de prent kleurde) van de door mij beschreven prent zijn. Op dit artikel heb ik een reactie ge kregen van mevrouw W.K. van de Meent uit Bergen op Zoom. Zij heeft twintig jaar geleden bij een antiquair in Laren (Noord-Holland) precies dezelfde ingekleurde prent gekocht als degene die door mij werd be handeld. De antiquair vertelde haar toen dat het inkleuren van dit soort prenten vaak door weeskinderen ge beurde. Dat kinderen (als leeijongens) in het productieproces van historieprenten werden ingeschakeld, staat volgens mij buiten kijf. Op een zestiende eeuwse prent van Johannes Stradanus, uitgegeven door Joan Galle, zien we een gra veurswerkplaats afgebeeld. Op de ta fel vooraan wordt de koperplaat be werkt en drukklaar gemaakt. De plaat wordt verwarmd en in de inkt gezet. Rechts zit de graveur (met bril) te graveren. Links is de drukpers en het te drogen hangen van de voch tige vellen papier te zien. Op de prent zien we ook drie kinderen/ leerjongens. Een van hen zit aan een lessenaar. Wie weet: misschien is deze leeijongen aan de hand van een voorbeeld op de lessenaar wel een prent aan het inkleuren. Dus: (wees)kinderen als afzetters? Dat zou best wel eens kunnen! 78 Michel van der Plas: Daarom, mijnheer, noem ik mij katholiek. Biografie van Anton van Duinkerken (1903-1968). Amsterdam 2000. ISBN 90 4140303 5, 643 pagina's. De Waterschans nr. 2 2001 Door: drs. GA Huijbregts In de Bergse bibliotheek Erasmus werd in 1967 een buste van Anton van Duinkerken geplaatst. Hier zien we de beroemde Bergenaar staande voor zijn beeld. 1. De bekendste Bergenaar Op vrijdag 2 januari 1903 werden brouwer Antonius Asselbergs en zijn vrouw Cornelia van Loon ver blijd met hun eerste kind, een jon gen die de namen Willem Johan nes Maria Antonius kreeg. Hij zou uitgroeien tot de bekendste Berge naar van Bergen op Zoom in de twintigste eeuw, niet zozeer als Wil lem Asselbergs als wel onder zijn schrijversnaam Anton van Duinker ken. Zijn geboortestad eerde haar geniale burger in 1977 met een goed typerend standbeeld, een cre atie van Hein Vree, op het St.-Jo- sephplein. Willem wijst naar zijn geboortehuis St.-Josephstraat 9. In de stadsbibliotheek prijkt zijn borstbeeld. Verder zijn in Bergen op Zoom een park en een basis school naar hem genoemd. Verleden jaar voltooide Michel van der Plas, een vriend van Willem, in de vorm van een biografie een an der monument voor de grote Ber genaar onder de titel: Daarom, mijnheer, noem ik mij katholiek. De naam is ontleend aan een gedicht van Van Duinkerken uit 1935, waarin hij zich afzette tegen de NSB-leider Anton Mussert. De naam tekent de houding van de dichter in religieus opzicht, een houding die hij trouw bleef tot aan zijn overlijden in 1968 te Nijmegen. Waaraan dankte hij zijn bekend heid? Zonder meer aan zijn grote geleerdheid en zijn vruchtbaarheid als journalist, schrijver, professor, dichter en redenaar. Voor Bergen op Zoom komt daar zeker bij: aan zijn levensblije instelling, zijn jo viale gastvrijheid, zijn bewondering voor zijn geboorteplaats, het zo vaak door hem bezongen 'Jubel stadje' met zijn carnaval en zijn ge zellige Bourgondische levensstijl. Hij geldt als het klassieke voor beeld van een echte Bourgondiër, de gezellige causeur, genietend van een heerlijk diner met een goed glas wijn en een sigaar na. Als jongen wilde Willem priester worden en zo verliet hij op 12-ja- rige leeftijd Bergen op Zoom om op het internaat Huize Ruwenberg van de fraters van Tilburg in Sint Michielsgestel te worden voorbe reid voor het klein-seminarie IJpe- laar. Van IJpclaar verhuisde hij na zes jaar naar het groot-seminarie te Hoeven. Hij was een zeer begaafde leerling die in korte tijd een verba zende hoeveelheid kennis kon op- 79 I I

Periodieken

De Waterschans | 2001 | | pagina 16