De Geschiedenis van Bergen op Zoom IX
J
Hoofdstuk V: Bergen op Zoom onder de heren van Glymes 1419-1567
De Waterschans nr. 2 2001
Vierde deel: Jan III, 1494-1532, vervolg
drs. GA Huijbregts
Aft). 1. Plattegrond van Bergen op Zoom in de zestiende eeuw.
40. Filips de Schone en de
Scheldetollen
Bergen op Zoom mag met voldoe
ning terugzien op het bestuur van
Jan III en we denken dan niet al
leen aan het hof dat hij ons heeft
nagelaten, maar meer nog aan zijn
inzet voor de welvaart en het wel
zijn van zijn onderdanen. We we
zen er reeds op dat zijn invloed aan
het Bourgondisch-Habsburgse hof
en zijn diplomatieke talenten hem
in staat stelden om heel wat eco
nomische voordelen voor de stad
binnen te halen. Dat de belangen
van de stad in menig opzicht sa
men vielen met zijn eigen belan
gen was uiteraard een extra prikkel.
Het stadsbestuur van zijn kant
spande zich al evenzeer in om de
economische bloei te stimuleren.
De magistraat investeerde fikse be
dragen in de haven. Die werd ver
groot en verdiept en daardoor
meer toegankelijk voor de heude,
het nieuwe scheepstype dat gelei
delijk de kogge verving. De heude
was groter, kon meer vervoeren en
was zeewaardiger. Het koggeschip
werd meer en meer het scheeps
type voor de binnenvaart. Grote
sommen besteedde de stad verder
aan het vrijkopen van de Zeeuwse
en Brabantse watertol. Soms ook
pachtte ze zo'n tol en stelde dan de
schippers die op Bergen op Zoom
voeren vrij van betaling. Dat was
natuurlijk een extra trekpleister,
maar ook Antwerpen liet zich niet
onbetuigd. Problemen over tolbe-
talingen leidden tot processen, bij
voorbeeld voor de Raad van Bra
bant in Mechelen, en ook dat
kostte de stad geld. In 1504 werd
een vonnis uitgesproken dat voor
de Bergse jaarmarkten van groot
belang was (In dit verband verwijs
ik naar een artikel van dr. W. van
Ham in het vorige nummer van dit
tijdschrift: Bergen op Zoom in het
nadeel: een vonnis over de Brabantse
watertol (1504) nader bekeken (p.
3-20). Het proces ging over de Bra
bantse en de Zeeuwse watertol.
Wie gebruik maakte van land- of
waterwegen moest daarvoor beta
len aan de landsheer of diens leen
man of pachter van de tol. Bergen
op Zoom was per schip niet te be
reiken zonder gebruik te maken
van de Schelde. Nu was die
Schelde een grensrivier tussen het
hertogdom Brabant en het graaf
schap Zeeland. In de praktijk bete
kende dat twee keer tol betalen,
ook al was sinds 1433 de graaf van
Zeeland en Holland dezelfde per
soon als de hertog van Brabant. De
Brabantse watertol moest in Ant
werpen worden voldaan, de
Zeeuwse in Iersikeroord of in Ber
gen op Zoom. Iersikeroord lag op
Zuid-Beveland, recht tegenover de
havenmond van Bergen op Zoom.
Wachtschepen op de Schelde en
controleurs in de havensteden
maakten jacht op tolontduikers.
Een bloeiende stad als Bergen op
Zoom kon voor veel geld een tol
afkopen voor de eigen inwoners en
om handelaars van buiten te trekken.
Wat hield nu het vonnis van 1504
in? Het was een uitspraak van de
Raad van Brabant, in een geding
van Bergen op Zoom (en Antwer
pen) over de vraag of Filips de
Schone de door zijn voorgangers
(Filips de Goede bijvoorbeeld of
zijn vader Maximiliaan) verleende
privileges van vrijstelling van tolbe-
taling op het water zomaar mocht
intrekken. Filips de Schone had
geld nodig en wilde daarom paal
en perk stellen aan de tolvrijdom
op de Schelde. Hij vond dat de En
gelsen wel tol moesten betalen over
de door hen via de Schelde geïm
porteerde goederen. 'Nee', zeiden
de Merchant Adventurers, 'dat hoe
ven wij niet volgens het Magnus In
tercursus'. Toen hun schepen met
82
De Waterschans nr. 2 2001
Aft.2. Koning Frans I van Frankrijk. Hij
regeerde van 1515 tot 1547. Hij deed zijn
uiterste best om keizer van Duitsland te
worden, maar de Duitse keurvorsten ga
ven de voorkeur aan Karei V.
inhoud toch in beslag werden ge
nomen, stagneerde de handel in
Engelse lakens in Antwerpen en
Bergen op Zoom. Dat was goed te
merken op de jaarmarkten. De
Bergse advocaten verdedigden voor
de Raad van Brabant het beroep
van hun stad met talrijke argumen
ten uit de Bergse geschiedenis,
maar het mocht niet baten. De
Raad gaf de hertog gelijk en het
stadsbestuur mocht al blij zijn dat
het niet hoefde op te draaien voor
de proceskosten.
Om de vaart op Bergen op Zoom
toch aantrekkelijk te houden, putte
de stad weer maar eens diep in de
buidel en kocht de magistraat twee
jaar later de Brabantse watertol af
voor 3.750 pond Brabants. Met de
steekpenningen die nodig waren
voor de medewerking van verschil
lende functionarissen liepen de kos
ten op tot 4.470 Brabantse ponden.
41. Margaretha van Savoye,
landvoogdes van de Bourgondische
Nederlanden
We maakten reeds kennis met deze
landvoogdes van de Nederlanden.
Eerst nam zij de plaats in van haar
vader Maximiliaan, die regeerde
voor zijn minderjarige kleinzoon
Karei. Na diens meerderjarigheids
verklaring op 15-jarige leeftijd be
noemde ook hij zijn tante Marga
retha van Oostenrijk of Savoye tot
landvoogdes.
Het bestuur van deze Habsburgse
prinses wordt veelal gunstig beoor
deeld. Zij zette zich erg in voor de
belangen van de Nederlandse ge
westen en meende die 't beste te
dienen door een vredespolitiek. Zij
drong bij de oorlogvoerende par
tijen aan om de Nederlanden als
een neutraal gebied te beschou
wen. Lukte dat niet, dan ging haar
voorkeur uit naar goede betrekkin
gen met Engeland, helemaal in de
geest van Jan III. Het verdrag dat
Maximiliaan in 1507 sloot met ko
ning Hendrik VII van Engeland
(1485-1509), had de instemming
van Jan en Margaretha, omdat
daarin het Magnus Intercursus
werd hernieuwd. Dat betekende
voor de Engelsen dat ze geen tol
hoefden te betalen op de Schelde.
De politieke betrekkingen met En
geland waren voor enige tijd uitste
kend, mede dankzij de diplomatie
van Jan III.
Margaretha was een hoog ontwik
kelde dame met een fijn gevoel
voor cultuur. Haar hof was een tref
punt voor humanisten en renais-
sance-kunstenaars. Zij staat bekend
als een echte mecenas. Ze durfde
bij haar vader op te komen voor de
belangen van haar gewesten en na
1515 ook bij haar neef Karei V. In
1516 volgde Karei zijn grootvader
Ferdinand van Arragon op in
Spanje. In 1519 overleed Maximili
aan van Oostenrijk en van deze
grootvader erfde Karei de Oosten
rijkse erflanden. Bovendien kozen
de Duitse keurvorsten hem tot kei
zer van Duitsland. Dat laatste was
een zware tegenvaller voor koning
Frans 1 van Frankrijk (1515-1547).
Die had grote sommen uitgegeven
om de keurvorsten over te halen
hem te kiezen. De keurvorsten lie
ten zich evenwel nog een keer om
kopen door Karei V. Het was het
begin van een levenslange vijand
schap tussen Karei V en Frans I.
42. Jan III als rechterhand van
Margaretha van Oostenrijk
Frankrijk voelde zich bedreigd
door Karei V. Geen wonder als we
bedenken dat Frankrijk veel weg
had van een door Habsburg om
singelde vesting, in het noorden de
Nederlandse gewesten, in het zui
den Spanje, in het oosten Duits
land, alles onder Habsburgs gezag.
In Italië wilden beide vorsten be
slag leggen op het hertogdom Mi
laan. Een oorlog daar kon niet uit
blijven. In 1521 was het weer eens
zover. Karei wilde niet alleen Mi
laan, maar zijn doel was ook om
het hertogdom Bourgondië te her
overen en verder alle banden van
Kroonvlaanderen en Artois met
Frankrijk voorgoed te verbreken.
Frans I zocht steun bij Engeland,
Gelre, Italiaanse staten en op den
duur zelfs bij de lutherse Duitse
staten en bij de Turken. Die had
den een groot deel van de Balkan
bezet en bedreigden Hongarije. In
1529 belegerden ze zelfs Wenen.
Zo moest Karei op meerdere fron
ten oorlog voeren en dat kostte ber
gen geld. Gelukkig had hij goede
geldschieters in enkele schatrijke
A.fb.3. Kaart van Bergen op Zoom en omgeving van omstreeks 1525. Het noorden ligt
rechts. Bovenaan van links naar rechts: Zandvliet, Ossendrecht, Woensdrecht, Hilder-
nisse, Borg\'liet, Bergen op Zoom, Halsteren, Polre. Links van boven naar beneden:
Zandvliet, Putte, Huijbergen, Nispen. In het midden Wouw met rechts daarvan het kas
teel van Wouw.
83
BïRüEN OP gpO J! U U UM
BER-GA i/„-
nj /tw;v, m