De Waterschans nr. 2 2001 bankiersfamilies, waarvan de be kendste de familie Fugger uit Augs burg is. Tegen Fikse rentes en zware onderpanden leende Fugger aan Karei grote sommen zowel voor het omkopen van de keurvorsten als voor de oorlogen. Dat geld moest voor een groot deel terugko men via beden en de Nederlanden golden als rijk, toen al. De Sta- ten-Generaal moesten keer op keer bijeenkomen om te onderhandelen over weer een nieuwe bede. Na tuurlijk rezen er bezwaren. Als de veiligheid van eigen huis en haard gevaar liep, dan wilden de Staten- Generaal wel bijspringen, maar om de oorlogen in Italië en Frankrijk te bekostigen, nee, daar voelde men echt niets voor. Om de Staten-Ge- neraal toch over de streep te krij gen, deed Margaretha vaak een be roep op Jan III. Hij had blijkbaar het nodige overwicht en de tact, om succes te boeken. In 1523 riep de landvoogdes de Staten-Generaal bijeen in Brussel en Jan III haalde de heren afge vaardigden over om gedurende zes maanden de soldij te betalen voor 4.000 ruiters en 10.000 man voet volk. Jan III had vooraf Antwerpen al zover dat het instemde met de bede en dat stimuleerde ook de an dere afgevaardigden. In 1526 verga derden de Staten-Generaal zelfs in Bergen op Zoom, een zeldzaam verschijnsel. Het tekent het vertrou wen van de landvoogdes in de kwa liteiten van Jan III. Ais de heer van Bergen zo moeilijk ter been was dat hij onmogelijk naar Brussel kon reizen, dan kwamen de Staten wel naar hem toe. Deze keer vroeg Margaretha 150.000 schilden, te betalen in twee jaar. Het draaide na veel loven en bieden uit op 100.000 schilden en de gastheer kon zijn stad meedelen dat ze voor een deel kwijtschelding kreeg vanwege de verleende gastvrijheid. Enkele we ken eerder had Jan III in het gewest Namen, waarvan hij stadhouder of gouverneur was, 30.000 pond los gemaakt voor de landvoogdes, op te brengen in zes jaar. Het was in 1526 dat er weer eens haarden werden geteld. Die telling leert ons dat er vier kloosters in de stad waren met totaal 141 inwoners. Het begijnhof had 53 huisjes, maai er stonden er 11 leeg. Bergen op Zoom telde dat jaar 1811 huizen, waarvan 1429 binnen en 382 bui ten de muren. Er was ondanks de groeiende bevolking geen woning nood, want er stonden 304 huizen leeg. Niet altijd was Jan III de meest fa voriete rechterhand van Marga retha. De vriendschap verkoelde wel eens. Het was niet zo eenvou dig om temidden van de vele poli tieke puzzels en de intriges aan het hof alle strikken en valkuilen te ontwijken. Er was veel nijd en ja loezie onder de groten van het land en ook Jan III was daar meerdere keren het slachtoffer van. Met Wil lem van Croy, heer van Chièvres, kwam het omstreeks 1518 tot een verzoening. Het was in de tijd, dat alles op alles gezet moest worden, om Karei V tot keizer gekozen te krijgen. Daarna liepen de spannin gen met Frankrijk zo hoog op dat een pro-Frankrijk politiek moeilijk denkbaar was. Als in 1515 Karei V zelf gaat regeren, krijgt Chièvres ten koste van Jan III meer invloed op het algemeen beleid. Er komt dan een nieuwe Geheime Raad van wel 20 leden en van die 20 zijn er be halve Chièvres nog drie van de fa milie Croy. 43. Jan III als scheidsrechter tussen stadsbestuur en kapittel Heer Jan III van Glyrnes stond in het algemeen in een goede verhou ding met zijn stad. De inwoners van Bergen op Zoom ondervonden Afb.4. Margaretha van Oostenrijk (of Van Savoye). Zij was landvoogdes of regentes van de Habsburgse Nederlanden van 1507 tot 1515 en van 1517 tot haar dood in 1530. dat ze in heer Jan een bekwame verdediger van hun belangen had den. Zelfs het moeilijke kapittel van de Gertrudiskerk had hem zo hoog staan, dat het hem in 1516 mach tigde om voor eens en altijd een einde te maken aan de ruzie met het stadsbestuur. De magistraat weigerde nog altijd de kapittelhe ren vrij te stellen van accijns op bier. Zo ging dat in die tijd. Wie be lasting oplegde, meende ook uit zonderingen te mogen maken. We zagen dat al bij de tolbetalingen. De kapittelheren maakten aan spraak op vrijstelling van accijns op bier. Voorts vond het stadsbestuur de tarieven voor begrafenissen, trouwen en andere kerkelijke dien sten te hoog en in strijd met vroe gere afspraken. Het stadsbestuur wilde eveneens van die affaires af en beloofde zich aan een uitspraak van heer Jan te zullen houden. Het kapittel stelde wel als voorwaarde dat enige vrijstelling van accijns op bier gehandhaafd zou blijven. Jan raadpleegde heel wat deskundigen alvorens in 1517 zijn oordeel uit te spreken. Zijn uitspraak telde maar liefst 40 artikelen. De tarieven van 1432 werden enigszins verhoogd en de kapittelleden kregen vrijstel ling van bieraccijns voor henzelf en voor hun personeel, maar hoog stens voor een knecht en drie dienstboden, op voorwaarde echter dat de kanunnik een voorbeeldig leven zou leiden. De geestelijken kregen geen vergoeding voor in het verleden geleden schade. De veer tig artikelen kwamen achter in de Gertrudiskerk te hangen. 44. De gilden in de brede raad In 1518 gaven de gilden te kennen dat ze meer invloed wilden hebben op het stadsbestuur. Sinds de 'Arbi trale Uitspraak' van 1456, toen Jan metten Lippen na een opstand van de Bergse gilden hard ingreep, was de invloed van de zeven natiën sterk aan banden gelegd. Was het wel zo'n geschikte tijd voor een dergelijk verzoek? Juist in die tijd probeerden de vorsten alle vonnen van inspraak te beknotten. Ze wil den geen democratisch bewind, maar een absolute macht. Ook de heer van Bergen op Zoom was een kind van zijn tijd. Hoewel hij er natuurlijk bezwaar tegen had dat zijn hertog alsmaar probeerde zijn macht te vergroten ten koste van onder meer de adellijke heren De Waterschans nr. 2 2001 en de stadsbesturen, probeerde hij op zijn beurt meer macht over zijn onderdanen te verwerven. Als knap diplomaat ging hij uiteraard voor zichtig te werk. Hij moderniseerde zijn bewind door deskundige amb tenaren aan te trekken en die van reglementen en taakomschrijvin gen te voorzien. Er werden steeds meer regels zwart op wit vastgelegd en nader toegelicht. De rentmees ters die over de financiën gingen, moesten zich aan scherpere con troles onderwerpen. De hoogste gezagsdragers in Ber gen op Zoom onder de heer waren de drossaard, de schout en de ze ven (later negen) schepenen. Zij werden benoemd door de heer of markies en zij mochten op hun beurt de ambtenaren benoemen die in dienst stonden van het stads bestuur, zoals de secretaris, de rent meesters, de weesmeesters en ook de zeven afgevaardigden van de ze ven natiën. Een natie bestond uit één a vier gilden. Misschien waren er ooit zeven gilden, maar om streeks 1500 waren het er ruim twintig. De natiën mochten alleen vergaderen met toestemming van de magistraat drossaard en sche penen met de twee burgemeesters). Het invloedrijkste adviesorgaan in de stad was de brede raad. Die be stond na verloop van tijd uit drie groeperingen of leden. De magi straat vormde het eerste lid, de oud-burgemeesters en oud-schepe nen samen het tweede en de zeven ambachtslieden het derde. De brede raad beraadslaagde in hoofd zaak over de financiën. De zeven afgevaardigden van de natiën moesten worden gehoord over za ken als het verkopen van erf- en lijf renten door het stadsbestuur, nieuwe beden en accijnsverhogin gen. De afgevaardigden brachten hun advies uit na ruggespraak met de gildenleden. Sinds 1456 moch ten de dekens voorzitters) van de ambachten daaivoor enkele voor aanstaande leden bijeenroepen. Die regel leefde echter niet meer. De dekens nodigden zoveel leden voor de natievergaderingen uit dat de bijeenkomsten ontaardden in Poolse landdagen. In 1518 verzocht de brede raad Jan III om orde op zaken te stellen. De gilden drongen aan om in de brede raad anders te gaan stemmen: het eerste lid zou een stem mogen uit brengen, het tweede lid eveneens Afb.5. Maarten Luther, geboren te Eisle- ben in 1483 en daar overleden in 1546. Professor in de theologie aan de unver- siteit van Wittenberg. Protesteerde tegen de misbruiken in de katholieke kerk en brak met Rome. Stichter van de evange lische of lutherse kerk. en het derde lid zou er zeven krij gen, namelijk één stem per natie. Jan III legde de zaak voor aan de Raad van Brabant. Op 7 juni 1519 kwam de uitspraak. Niemand min der dan Karei V maakte als hertog van Brabant bekend dat de 'arbi trale uitspraak' van 1456 als volgt moest worden uitgelegd: het be stuur van een ambachtsgilde, dat wil zeggen de deken en enkele ge zworenen, mag geen algemene ver gaderingen per natie meer bijeen roepen. Het mag alleen de be kwaamste oudste) leden uitnodi gen voor overleg. Voor een alge mene vergadering blijft toestem ming van de schout nodig en schout en schepenen houden het recht om de gezworenen uit een voorgedragen dubbeltal te kiezen. Op 20 november 1521 werden alle dekens en gezworenen afgezet en door andere vervangen. Eindcon clusie: de gilden in Bergen op Zoom hadden ook na 1519 nage noeg geen invloed op de politiek van hun stad. De heer en zijn naaste medewerkers bleven in feite de dienst uitmaken, niet alleen in de stad maar in de hele heerlijk heid. Geen democratie, veel meer een aristocratie. 45. De reformatie Jan III kwam niet alleen in aanra king met de renaissance en het hu manisme, hij maakte ook kennis met de reformatie. Lange tijd was de katholieke kerk onder leiding van de paus in het grootste deel van Europa de enige toegelaten kerk. Oost-Europa was ook katho liek, evenwel niet rooms-katholiek, maar orthodox of Grieks-katholiek. De orthodoxen erkenden niet de bisschop van Rome als hoofd van de katholieke kerk, maar de pa triarch van Konstantinopel. Die eerste scheuring vond plaats in 1054. Met de reformatie begon een tweede scheuring van blijvende aard, een splitsing die uitdraaide op het ontstaan van protestantse groeperingen naast de rooms-ka- tholieke kerk. Ernstige misbruiken in de katholieke kerk, die meestal te maken hadden met geld, riepen kritiek op en leidden tot verzetsac ties. Er waren ook eerder wel gees telijken en gelovigen in verzet ge komen tegen wantoestanden in de kerk, maar niet met zo'n langdurige uitwerking. Men laat gewoonlijk de reformatie beginnen met het optre den van Luther in 1517. Zijn pro testen tegen de aflaatprediking sloegen aan. Andere reformatoren volgden zijn voorbeeld, maar we ken in hun leerstellingen vaak weer af van Luthers ideeën. Zo ontston den onder andere de lutherse kerk, de calvinistische, de doopsgezinde en de anglicaanse. De tijd dat de katholieke kerk de in haar ogen ketterse dwalingen kon verhinderen, was voorbij. De indivi dualistische instelling van de re naissancemens bevorderde de nieuwe mentaliteit en ook de poli tieke en economische omstandig heden zijn van grote invloed ge weest op het succes van de refor matie. De invloed van de paus en de keizer als respectievelijk geeste lijk en wereldlijk leider van de ene katholieke kerk was bovendien in de vijftiende eeuw sterk afgenomen. 46. Bergen op Zoom maakt kennis met de reformatie Wat ons hier bezighoudt is de vraag, hoe Jan III en zijn stad heb ben gereageerd op dit uit historisch oogpunt zo belangrijke verschijn sel. Wanneer en hoe maakte Ber gen op Zoom kennis met Luther en zijn leer en hoe stonden de in woners er tegenover? We mogen aannemen dat ook in Bergen op Zoom menig inwoner zich ergerde aan het feit dat er geestelijken wa- 85

Periodieken

De Waterschans | 2001 | | pagina 19