De Waterschans nr. 2 2001 Vuilbeek Ajb.2. Het kerkhof in en rondom het gasthuis omstreeks 1350 (recontructie). waterbassins en diep gefundeerde zitbanken gaven aanleiding tot het doen van archeologisch onderzoek, voordat er sporen uit het verleden zouden verdwijnen. Ook nu kon niet het hele plein worden onder zocht. De opgraving bleef beperkt tot het volume van de te ontgraven ondergrond, maar wel met twee diepere sleuven om doelgericht on derzoek te doen naar het gebied naast het gasthuis en zo de overge bleven vragen van '92 en '94 te kunnen beantwoorden. Tezelfder tijd verving men de riolen in de aangrenzende straten, waarbij in de sleuven veel aanvullende waarne mingen mogelijk waren. De ouderdom van het gasthuis Tijdens de opgraving kon de geolo gie van dit deel van de binnenstad in kaart worden gebracht. Waar nu het plein is, bevonden zich tot de 13de eeuw enkele kleine, diepe veenpoelen. Een ervan lag groten deels onder de Wouwsestraat. Juist in het verlengde van de Zuivelstraat was het terrein begaanbaar. Hier door werd de theorie van Willem van Ham bevestigd, namelijk dat de oudste weg van Bergen op Zoom richting Wouw niet langs de Wouwsestraat, maar via een allang verdwenen pad vanuit de Zuivel straat liep (3). Dit geldt voor de voorstedelijke periode, tot in het begin van de 13de eeuw. Vanaf dat tijdstip begon men de lage terrein gedeeltes, die destijds nog aan de rand van de bebouwde kom lagen, op te hogen met zand en huisvuil. Dat gebeurde in etappes, van west naar oost. De Vuilbeek hielp om de omgeving beter te ontwateren. In de tweede helft van de 13de eeuw was vrijwel al het veen uit het ge zicht verdwenen en het terrein bouwrijp. Het moment waarop de bouw van het gasthuis aanving, is aan de hand van de steenformaten en de vondsten uit de ophogingsla gen vastgesteld in het derde kwart van de 13de eeuw. Het gasthuis kwam opmerkelijk genoeg niet aan het oude pad in het verlengde van de Zuivelstraat te staan, maar aan de zojuist aangelegde nieuwe Wouwsestraat. Zowel het gebouw als de straat strekten zich gedeelte lijk uit over gedempt veen. De straat werd dus omgelegd. De re den hiervoor is misschien de aan leg van de oudste stadsomwalling, die zoals uit eerder onderzoek bleek, nog uit de 13de eeuw da teerde (4). Waar de weg naar Wouw de wal doorsneed, was een stads poort nodig. Indien de Zuivelstraat in zijn 'complete' vorm was blijven bestaan, dan was deze poort ge bouwd ter hoogte van de slagerij naast V&D in de Van der Rijtstraat. Door onderzoek in deze buurt in 1994 weten we, dat de ondergrond er erg drassig is. Het gebied van de Stationsstraat, op de hoek van de Sint Josephstraat, heeft weer een solide ondergrond van dekzand, wat voor het funderen van een ste nen stadspoort onontbeerlijk is. De venige ondergrond toonde aan dat er voor het derde kwart van de 13de eeuw geen ouder gasthuis op het tegenwoordige Gouverne mentsplein gestaan kon hebben. Evenmin werden sporen van een ouder gebouw in de directe omge ving van het hospitaal gevonden. Het Bergse gasthuis uit de schen kingsoorkonde van 1246 stond dus ergens anders. Romeins Bergen? Bij de opgraving van 1999 werden in het zand, waarmee de Bergena- ren het terrein in de 13de eeuw hadden opgehoogd, enkele Ro meinse aardewerkscherven gevon den, waaronder terra sigillata (im- portaardewerk uit Zuid Frankrijk). In korte tijd kwamen vier Ro meinse munten naar boven: twee bij de grote plataan, een in de Blauwehandstraat en een in de Zuivelstraat (in de rioolsleuven). Een jaar later werden bij opgravin gen achter het Zuivelplein nog eens twee munten gevonden. Het betreft in totaal 5 sestertiën en een zogenaamde as uit de tweede eeuw na Christus (5). Al deze oude vond sten kwamen aan het licht in op hogingslagen uit de 13 de eeuw. Aangenomen wordt dat dit zand af komstig is van de omgeving van de Grote Kerk, van nature een hoge zandrug. Aan de oostelijke flank daarvan, achter het voormalige postkantoor, werd in 1995 een stukje van een geploegde akker uit de IJzertijd/Romeinse tijd gevon den (6). Het is maar de vraag of er ooit meer sporen aan het licht zul len komen van deze veronderstelde Romeinse Bergenaren, wanneer de ondergrond onder de kerk daad werkelijk is afgegraven. Uit de aard van het vondstmateriaal blijkt in elk geval dat zij goede handelscon tacten met het Romeinse Rijk on derhielden. De vele munten wijzen misschien op een muntschat die ergens begraven lag maar nu over een groot terrein is uitgesmeerd. Rondom het gasthuis Tegen de verwachting in kwamen er ten noorden van het gasthuis vrijwel geen sporen van gebouwen aan het licht. Wel werd de zijmuur gevonden van een huis, dat ten zui den van het tegenwoordige hoek- 52 De Waterschans nr. 2 2001 pand in de Blauwehandstraat stond. De fundering was gebouwd in de 14de eeuw maar verving ver moedelijk een oudere, 13de eeuwse aanleg. Het is nog niet dui delijk of het pand een particulier woonhuis was of een onderdeel van het gasthuis. In 1658 bestond het in elk geval nog. Het werd toen verkocht aan een kleermaker, met de aantekening dat er eerder de schoolmeester Josias Seeuws in woonde (7). Het pand was in de 14de eeuw verbonden met het gas thuis via een muur, waarin waar schijnlijk een poort zat. Zo ont stond een vreemd driehoekig erfje, waarachter de grote binnenplaats van het hospitaal lag. Daar bevond zich de waterput. Tijdens de opgra ving werden de resten van tenmin ste drie putten gevonden, die elkaar in tijd opvolgden. Ze waren ge maakt van eiken wijnvaten, ingegra ven tot in het grondwaterpeil. Een ervan werd zorgvuldig onderzocht en verwijderd. Uit het jaarringen- onderzoek bleek dat het eikenhout, waarvan de ton was vervaardigd, ge kapt was in de periode 1291-1305 (8). Aangezien dergelijke putten hooguit een jaar of 30 meegingen, zal de oudste van de drie van om streeks 1270 dateren, de begintijd van het gasthuis. De derde put werd waarschijnlijk rond 1340 ge maakt, maar al vroegtijdig weer ge dempt. Sporen van bijgebouwen onder het plein, voor zover onderzocht kon worden, ontbraken. Wel kwam er in 1994 achter de voormalige super markt een klein gebouwtje met vakwerk wanden tevoorschijn, dat nog uit de 14de eeuw dateerde. Dit was wellicht een van de vele schu ren van het boerenbedrijf dat ten dienste stond van het hospitaal. De enige plaats waar nog overblijfselen van bijgebouwen bewaard kunnen zijn, is het middengedeelte van het Gouvernement, waar echter niet gegraven is. De conclusie luidt, dat in de 13de eeuw en een deel van de 14de eeuw de opvang en verzorging van hulpbehoevenden en reizigers uit sluitend plaatsvond in het hoofdge bouw aan de Wouwsestraat, be staande uit de grote zaal en de aangebouwde altaarruimte. De begraafplaats Aan de noordkant van het gast huisgebouw lag een groot kerkhof. Ajb.3. Een van de massagraven. Al in het begin van de opgraving werd duidelijk dat het hier niet om een gewoon grafveld ging. In plaats van de gebruikelijke wirwar van el kaar doorsnijdende grafkuilen, ty pisch voor middeleeuwse begraaf plaatsen, kwamen grote vierkante kuilen aan het licht, waarin steeds vier of vijf personen in kisten naast elkaar lagen. Bij nader onderzoek bleken er per kuil ook nog meer dere rijen kisten opeen gestapeld te zijn. De massagraven lagen boven dien op regelmatige afstand van el kaar en waren allemaal vanuit het zelfde loopvlak (ongeveer ander halve meter lager dan nu) aange legd. Dit wijst er op dat ze in een korte tijd tot stand waren gekomen. Er lagen ook mensen begraven op de plaats waar tevoren de waterput had gestaan, wellicht een teken van ruimtegebrek. In totaal werden 11 van deze massagraven gevonden, waarvan er een vijftal zorgvuldig werden gelicht. Het mimen van de skeletten was noodzakelijk omdat daar het ondergrondse waterreser voir van de fonteinen zou komen. Het botmateriaal van ongeveer 120 personen is onderzocht op ge slacht, leeftijd en ziektebeelden (9). Zo bleken er per graf 15 tot 20 mensen begraven te zijn, mannen, vrouwen en kinderen. Opmerkelijk veel leden aan een of andere ziekte, maar niet zodanig dat dit de dood ten gevolge had. Er was duidelijk een epidemie of ramp in het spel. Het feit dat vrijwel alle massagra ven vanuit hetzelfde loopvlak wa ren aangelegd en dat dit later was afgedekt door een pakket van 60 centimeter aarde, maakte het mo gelijk het grafveld te dateren in het Afb.4. Het nieuwe gasthuis met kerkhof na 1350. 53 gasthuiserf Wouwsestraat kerkhof Nieuw gasthuis gasthuiserf

Periodieken

De Waterschans | 2001 | | pagina 3