Onverwacht Koninklijk Bezoek
Christiaan II van Denemarken in Bergen op Zoom
De Waterschans nr. 2 2001
met een toenemend verkeer van
mensen en goederen naar Bergen
op Zoom uit oostelijke richting,
vanuit een gebied dat in die pe
riode volop in ontginning was.
De massagraven getuigen van een
groot drama in het midden van de
14de eeuw, waar weinig anders dan
de pest verantwoordelijk voor ge
houden kan worden. Daarmee zijn
het voor ons land de eerste tastbare
overblijfselen van de Zwarte Dood
in de periode 1347-1352. Het on
derzoek van de skeletten leerde bo
vendien veel over de gezondheids
toestand van de middeleeuwse Ber-
genaar. Het ligt in de bedoeling om
de opgravingsresultaten het ko
mende jaar te bundelen in een
nieuwe publicatie, als opvolger van
het reeds verschenen 'Te gast bij
Sint Maarten'. Naar aanleiding van
de opgravingen werd in de Gevan
genpoort een tentoonstelling, geti
teld 'Onder de zoden van het Gou
vernementsplein' ingericht. Hier
zijn de diverse vondsten te zien, zo
als gebaiiksvoorwerpen van de
13de tot en met de 19de eeuw, de
gerestaureerde waterput, Romeinse
objecten en natuurlijk de Grote
Man van het gasthuis. Grote uitda
ging was om het verhaal van het
gasthuis begrijpelijk te maken voor
het grote publiek, terwijl er relatief
weinig vondsten beschikbaar wa
ren. Een gespecialiseerd bedrijf in
Utrecht maakte in opdracht een 12
minuten durende film, getiteld 'Het
gasthuis, de Grote Man en de Pest',
waarin schitterende driedimensio
nale reconstructies van het gebouw
zijn verwerkt, die de indruk wekken
alsof je als een middeleeuwer door
het gasthuis loopt (12). Deze film
draait non-stop tijdens de tentoon
stelling. 'Onder de zoden' is te be
zoeken tot 13 oktober.
Noten
56
De Waterschans nr. 2 2001
R. van den Bergh en drs. GA. Huijbregts
1. Hoe later op de avond
Het was op een zomerse zondag
avond in 1521, de laatste dag van
juni, dat de inwoners van Bergen
op Zoom door tromgeroffel werden
opgeschrikt. Haastig waren de le
den van de schuttersgilden gewaar
schuwd dat ze moesten aantreden,
want er was een zeer hoge per
soonlijkheid in aantocht. Niemand
minder dan koning Christiaan II
van Denemarken zou weldra de
stad binnentrekken. Het illustere
gezelschap bestond uit zes of zeven
personen. Een stoet van ongeveer
veertig wagens vervoerde de ba
gage. Schutters uit Delft en Dor
drecht gaven nog meer cachet aan
de optocht. Met brandende toort
sen reden hun Bergse collega's hen
vanuit de Wouwse Poort tegemoet
tot aan het galgenveld. In de
Wouwsestraat wachtte de buiten
burgemeester als voorzitter van de
magistraat met zijn schepenen de
Deense koning op. De stoet begaf
zich daarop naar het Markiezen
hof. Brandende pekvaten verlicht
ten de weg naar het St.-Jansplein
Beursplein). Het was jonker Filips,
heer van Walhain, die Zijne Majes
teit gastvrij welkom heette. Heer
Jan III was niet in de stad en
daarom nam zijn oudste zoon de
honneurs waar.
In de grote zaal van het hof trof
Christiaan de burgemeesters en de
schepenen. Hij onderhield zich
zeer minzaam met hen. Zijn
knappe gestalte maakte indruk.
'Ende aengaende den persoon van
denselven coninck, was hij een
vrisch man, wel gemaict van lee-
den, out schijnende omtrent
XXXVI jairen', noteerde de oogge
tuige aan wiens beknopte verslag
bovenstaande gegevens zijn ont
leend. Hij weet ook nog te vertellen
dat er goed gegeten en gedronken
werd, terwijl muzikanten uit de stad
voor een waardige omlijsting zorg
den (1). Daarna begaf het gezel-
Afb.l. Zelfportret van Albrecht Dtirer
(1471-1528). geboren en overleden in
Neurenberg. Maakte in 1520-1521 een
reis naar de Nederlanden en bezocht
daarbij ook Bergen op Zoom. Groot
kunstenaar als schilder, graveur, teke
naar en schrijver.
schap zich met jonker Filips naar
Antwerpen. Vandaar reisde Christi
aan door naar Brussel, waar hij Al
brecht Dürer ontving.
Wal kwam de Deense koning in de
Nederlanden doen? Dat vroeg ook
onze verslaggever zich af. Hij
hoopte alleen dat het bezoek zowel
de keizer als het land ten goede
zou komen. Blijkbaar had hij zo
zijn twijfels.
2. Een ongemakkelijk heer
Wie was Christiaan II? Hij leefde
van 1481 tot 1559. In 1513 volgde
hij zijn vader Johan op als koning
van Denemarken en Noorwegen.
Sinds 1397 vormden de drie Scan
dinavische landen Denemarken,
Noorwegen en Zweden (met Fin
land) een personele unie, de Unie
van Kalmar. Dat betekende dat de
drie landen dezelfde vorst hadden.
Voor het overige regelde elk land
zijn eigen zaken. In Zweden was
men niet zo gelukkig met deze
Unie van Kalmar. Denemarken zag
Zweden toch meer als een afhan
kelijk gebied. Daartegen kwamen
de Zweden in opstand. Zij kozen
Sten Sture de Oude tot rijksbe
stuurder (2). Christaan II was niet
van plan zich bij die situatie neer te
leggen. Hij was een ontwikkeld
man die bewonderd werd om zijn
voorkomen, maar gevreesd van
wege zijn karakter. Hij was op de
hoogte van het humanisme, be
heerste meerdere talen en om
ringde zich graag met kunstenaars.
Helemaal in de geest van zijn tijd
wilde Christiaan II zijn persoon
lijke macht uitbreiden, maar hij
miste het geduld en de tact daar
voor. In Denemarken maakten tot
dan toe de adel en de hoge geeste
lijkheid in feite de dienst uit en dat
was een van de zaken die de ko
ning wilde veranderen.
Als jonge man had Christiaan be-
stuurservaring opgedaan in Noor
wegen door namens zijn vader als
stadhouder over dat land te rege
ren. In de ljordenstad Bergen, een
belangrijke handelspost van de
Duitse Hanze, maakte de prins
kennis met Sigbrit Willems en haar
knappe dochter Duifje Nicolaas
(Dyveke). Sigbrit was een koeken
bakster uit Amsterdam. Het tweetal
verdiende in Bergen de kost met
een herberg. Christiaan was weg
van Dyveke en weldra was zij zijn
minnares. Sigbrit wist de situatie uit
te buiten en op te klimmen tot
economisch adviseur van Christi
aan II. Zij bleef dat ook in Kopen
hagen, waarheen Christiaan in
1513 verhuisde om zijn vader op te
volgen. Daar bouwde de nieuwe
koning voor zijn duifje een aller
aardigst nestje (3). De vorst zag wel
uit naar een koninklijke prinses,
liefst uil een machtig huis. Overleg
met keizer Maximiliaan leidde tot
57
Afb.7. 3-D reconstructie van de Sint Maartenskapel.
(1) C.D.Vanwesenbeeck (et al.). Te gast bij
Sint Maarten. Opgravingen bij liet
Sint-Maartensgasthuis te Bergen op Zoom,
Bergen op Zoom 1993 (2); M. Vermunt,
'Goud uit Bergse bodem. De vondst van 61
gouden munten bij een opgraving in de Ket
tingstraat in Bergen op Zoom'. De Water-
schans. 25 (1995) nr. 2, 51-55; (3) WA van
Ham, 'De middeleeuwse stadsplattegrond van
Bergen op Zoom'. Studies uit Bergen op
Zoom 2 (1977) 15-35; (4) M. Vermunt, 'De
oudste omwalling van Bergen op Zoom'. De
Waterschans, 27 (1997) nr. 4. 125-128; (5)
Determinatie door het Koninklijk Penning
kabinet te Leiden; (6) M.Vermunt, 'Archeolo
gisch onderzoek achter het voormalige post
kantoor in de Zuivelstraat'. De Waterschans
25 (1995) nr. 4, 125-128; (7) Stadsarchief
inv.nr. 5064, folio 322; (8) Analyse door het
Instituut voor Bouwhistorische Inventarisa
tie en Documentatie te Deventer. (9) Het
skeletonderzoek was in handen van drs.
AVisser; 10) W. P. Blockmans, 'De pest in de
Nederlanden'. Spiegel Historiaal 1980.
427-432; (11) Determinatie door het Ko
ninklijk Penningkabinet te Leiden; (12) Een
productie van 'Burol896' en 'DeRode3D' te
Utrecht. q