De moord Bij de Halsterse molen in 1724
H AI. ST EREN
De Waterschans nr. 3 2001
Jan Buuron
Buurtschap Oude Molen
Even ten noorden van Halsteren
ligt aan de Steenbergseweg de
buurtschap Oude Molen. Links van
de rondweg rond Halsteren richting
Steenbergen zien we het sportpark
De Beek. Iets verder is een kruising
van wegen: rechtsaf de Schansbaan
die naar fort De Roovere, Moerstra
ten en Wouw voert en links de weg
Daansbergen richting Tholen. Bij
het sportpark komt de oude weg
Halsteren- Steenbergen uit op de
rondweg. Hier bevinden we ons in
de buurtschap Oude Molen. De
naam verwijst naar een molen die
hier vroeger stond en in de stukken
de Halsterse molen wordt ge
noemd. Bij de molen stond het mo
lenaarshuis en daar dichtbij was
een wagenmakerij. Daar woonde in
1724 Thomas Willemse. Een deel
van zijn huis was een taveerne of
herberg. We weten dat hij in 1706
daar al wagenmaker en tavernier
was (1). In 1724 was hij ongeveer 45
jaar en getrouwd met Magdalena
Coopmans. Het echtpaar had een
inwonende dienstmaagd, Anna de
Backer. In 1723 en 1725 was Tho
mas schepen van Halsteren en in
1723 tevens burgemeester (2).
Waarin we kennis maken met de
hoofdpersonen
Op zaterdag 15 juli 1724 waren er in
het begin van de middag acht men
sen in de taveerne van Thomas: hij
zelf met zijn vrouw, hun dienst
maagd Anna en vijf bezoekers, na
melijk de 40-jarige Laureijs van Ba
len met zijn knecht Anthony Geerts
Jansen (25 jaar), de buurman-mole
naar Pieter de Bruijn (44 jaar) met
zijn vrouw Cornelia van Loon en
een zekere Jan Casen. Laurijs van
Balen was net als Thomas ook
schepen van Halsteren. De taver
nier hield zich bezig met de lo
pende zaken in zijn herberg, daarbij
geholpen door zijn vrouw en de
dienstmaagd. Het was rustig en
niets wees op de komende trieste
gebeurtenissen.
Rond vijf uur kwam Philip Moors
samen met Paulus Janssen Smit de
herberg binnen en nagenoeg gelijk
met hen verschenen er nog twee
mannen, zwagers van elkaar naar
later bleek. Een van hen kwam uit
Wouw of omgeving en de andere
uit Moerstraten. Philip Moors, toen
36 jaar, was schoenmaker en net als
Thomas Willemse ook tavernier (3).
Zijn huis stond op of vlakbij het
dorpsplein, het tegenwoordige Bur
gemeester Mastboomplein. Philip
en Paulus kenden elkaar goed, want
ze waren allebei tavernier in Halste
ren. Paulus had op 28 november
1723 bij Philip zijn hertrouwen ge
vierd. 's Avonds was het feest toen
uit de hand gelopen. Paulus had
nogal wat kritiek op de liedjes die
men ter ere van hem zong. De twee
zangers, Hendrik Kerstens en
Laureijs Houtepen, maakten daar
op zijn vrouw uit voor hoer. Dat
nam Paulus niet. De ruzie liep zo
hoog op dat Paulus bij het weggaan
met een blank mes werd aangeval
len. Hij was daarop het nabij gele
gen huis van Mattheus van Lil bin
nengevlucht nadat hij daarin eerst
een mes naar binnen had gegooid.
Kort daarop had men hem naar
buiten zien stonnen zonder jas en
hemd en met het mes in zijn han
den, woest schreeuwend: 'Doet als
nu U best en ik sal 't mijne doen'.
Het liep allemaal goed af. De toe
schouwers hadden zogenaamd
niets gezien of gehoord en dus kon
de zaak de doofpot in (4).
Een dramatische avond
De ruzie bij Thomas Willemse liep
minder goed af. Na hun binnen
komst waren Philip en Paulus al
gauw een potje gaan 'bruyten', een
kaartspel. Ze speelden met de twee
zwagers een spelletje of zes en wa
ren daar wel een uur of vier mee
bezig. De man uit Moerstraten
noemde zijn compagnon Claes.
Hijzelf werd door zijn metgezel Pie
ter genoemd. De spelers kaartten
om geld, in het begin om een stui
ver om het gelag te betalen, later
om een schelling voor de winst.
Philip onderbrak het spel een tijdje
en liet zich vervangen door de mo
lenaar Pieter de Bruijn.
Toen Philip weer mee ging spelen
ontstond er ruzie over het keren van
de troef. Dat liep hoog op. Verhitte
discussies waren het gevolg. Scheld
woorden vlogen heen en weer.
Claes dreigde Philip op zijn 'bac
kus' te slaan. Pieter daagde daarop
Philip uit om de zaak buiten uit te
vechten. Thomas Willemse zag hen
naar de deur gaan. Maar zodra Pie
ter buiten was, sloot Philip de deur
achter hem en ging weer zitten.
Daarna ging ook Claes weg. Daar
mee leek de ruzie afgelopen, maar
dat was slechts schijn. Intussen was
het half elf geworden. Laureijs en
zijn knecht gingen naar huis en kort
daarop vertrokken ook Philip en
Paulus. Die waren nog maar net
weg toen ze plotseling in het duis
ter werden overvallen. Laureijs
hoorde het lawaai, maar zag verder
niets. Zijn knecht hoorde roepen:
'Broeder, hebben wij malkanderen
niet getrouw bijgestaan?' en 'Past op
en siet toe!'. Thomas keek door een
kier naar buiten en zag Philip met
een stok in zijn hand staan. Hij
hoorde Philip tegen Paulus iets roe
pen in de trant van: 'Kom hier, we
zullen ze wegdrijven!'. Maar dat
lukte niet. Philip kreeg als eerste
een klap met een stok en viel neer.
Hij riep nog: 'Ik heb genoeg, houd
op, of gijlieden suit mij dootslaen!'.
Daarna kreeg Paulus een stokslag
en hij verloor prompt het bewust
zijn. De twee vrienden waren versla
gen en de aanvallers gingen ervan
door. De twee gewonden werden de
herberg binnengebracht. Daar
bleek, dat Philip met wat hulp naar
huis kon, maar Paulus was zeer ern
stig gewond. Hij bloedde zwaar uit
zijn hoofd en kon niet worden ver
voerd.
De volgende dag stelde de Hal
sterse chirurgijn Renee Mercier
vast, dat de schedel van Paulus ge-
De Waterschans nr. 3 2001
AJb.l. Halsteren omstreeks 1785. Kaart van het gebied van Halsteren en omgeving door J. Adan (GAB. afl. 38).
spleten was. Het slachtoffer over
leed in de daarop volgende nacht.
Wat er tijdens het gevecht precies
gebeurd is, blijkt niet uit het getui
genverhoor. Philip wist niet precies,
wie de overvallers waren, maar vol
gens hem moesten Pieter en Claes
de daders zijn. Zelf was hij zo ge
wond, dat ze hem naar huis hadden
gebracht. Dat was gebeurd door
Paulus van Wezel en Adriaan de
Wever, allebei wonend onder Moer
straten. Via hen is hij waarschijnlijk
de naam van de vermoedelijke aan
vallers te weten gekomen, namelijk
Pieter Huijbrechts van Tichelen en
Claes Adriaansen. Of was het Adri
aan Claessen?
Het onderzoek. Sectierapport en
getuigenverhoor
Snelle actie en initiatief van de Hal
sterse schout of baljuw Walred de
Marchest was in zo'n geval vereist.
Als schout was hij voorzitter van de
Halsterse schepenbank en tevens
belast met de opsporing en aan
houding van criminelen. Kwam het
tot een proces, dan trad hij op als
openbare aanklager, dus als officier
van justitie. In Halsteren sprak men
van de baljuw, waarschijnlijk van
wege de Zeeuwse invloed daar. Wal-
rad de Marchest riep zo spoedig
mogelijk de schepenen bij elkaar.
Die ondernamen gelijk gerechte
lijke stappen. Zij wezen enkele
schepenen aan om de verhoren te
leiden, de zogenaamde schepen
commissarissen. Al op 18 juli ver
hoorden zij Thomas Willemse, Pie
ter de Bruijn, Philip Moors, Laureijs
van Balen en Anthony Geerts Jan
sen. Op 20 en 21 juli volgden Jan
Casen, Magdalena Coopmans,
Anna de Backer en Cornelia van
Loon. Helaas is het verslag van deze
laatste ondervraging verloren gegaan.
De chirurg had intussen twee on
derzoeksrapporten over Paulus
Smit gemaakt, namelijk op 16 juli
en op 17 juli en in het bijzijn van
twee Halsterse schepenen de
doodsoorzaak vastgesteld. Die
bleek inderdaad te berusten op de
gespleten schedel en de door ern
stige bloedingen beschadigde her
senen. Uit het getuigenverhoor
kwamen wel allerlei details naar vo
ren, maar de baljuw slaagde er niet
in om de dader of de daders aan te
wijzen. Hij had natuurlijk zware ver
denkingen tegen Van Tichelen en
Adriaansen, maar kon geen overtui
gend bewijs leveren. Zelfs Philip
dacht alleen maar, dat Pieter en
Claes de overvallers waren, maar in
het duister had hij het niet goed
kunnen zien. De twee verdachten
waren trouwens ontkomen en zaten
ergens ondergedoken. Een pro
bleem was ook, dat de verdachten
in een ander rechtsgebied woonden
dan de slachtoffers.
Advies inwinnen
Baljuw Walrad de Marchest wilde
de verdachten voor de schepen
bank van de heerlijkheid Halsteren
dagvaarden. Hij wees Lrancois Bol-
cooël als zijn procureur aan. Op 7
november waren de procedures
klaar. Bolcooël verzocht de sche
penbank de verdachten persoonlijk
te dagvaarden en te verhoren. De
schepenen vroegen de secretaris
van Halsteren om kopieeën van de
verhoren van de getuigen en ver
zochten hem tevens het schriftelijk
advies van neutrale rechtsgeleerden
in te winnen. Pas op 5 december
verklaarden de schepenen zich ak
koord met de dagvaarding van Pie
ter van Tichelen. Het verzoek om
ook Claes Adriaansen te dagvaar
den wezen ze evenwel af op grond
117
:li
.Zfo/j/étc/A