Engelsestraat 16, De Doorne Croone De Waterschans nr. 3 2001 van het advies van de rechtsgeleer den. Het was namelijk niet bekend of de man Claes Adriaensen heette of Adriaen Claessen. Op 17 december wilde de vorster of gerechtsbode van Halsteren de ver dachte Pieter van Tichelen het stuk overhandigen waarin hem werd be volen om op 5 januari 1725 voor de Halsterse schepenbank te verschij nen. Pieter bleek onvindbaar. Daar op volgde de gebruikelijke proce dure. Pieter werd tot vier keer toe gedagvaard, nog twee keer in janu ari en de laatste keer op 13 maart. Bolcooël kwam toch met een eis te gen Pieter van Tichelen. Omdat de verdachte na vier dagvaardingen nog niet was komen opdagen, had hij een aantal rechten verloren. Hij mocht zich niet meer verweren en kon ook niet meer de bevoegdheid van de Halsterse schepenbank be twisten of zich op een andere recht bank beroepen. De eis luidde: eeu wige verbanning uit het markiezaat van Bergen op Zoom en de heer lijkheid Borgvliet en verbeurdver klaring van goederen. Bovendien moest hij opdraaien voor de kosten van het proces en de overige on kosten. Kreeg men hem te pakken, dan zou hij worden gestraft naar de mate van de wreedheid van het de lict en naar bevinding van zaken door de schepenen. Op 13 maart bracht de baljuw deze 'criminele eis' via zijn procureur over aan de schepenen. Die stuurden de eis voor advies naar drie neutrale rechtsgeleerden in Breda. Het advies van de juristen uit Breda Het advies kwam in juni 1725 bin nen. De deskundigen wezen erop dat de verdachte nooit inwoner van Halsteren was geweest, maar in Wouw woonde. Daarom miste Hal steren de bevoegdheid om tegen hem te procederen, tenzij hij in Halsteren was gepakt. Dat was ech ter niet gebeurd. De heren wezen er verder op, dat men de voortvluch tige delinquent bij klokgelui publie kelijk had moeten dagvaarden, dit vanwege de ernst van het misdrijf, zo ernstig dat er lijfstraffen op ston den. Omdat Halsteren een naburige plaats van Wouw is, diende de dag vaarding persoonlijk te worden overhandigd. De kopieën van de publieke dagvaardingen met klok gelui hadden de verdachte met 'be sloten missive' toegezonden moe ten worden. Bij afwezigheid had de bode de stukken aan huis moeten afgeven. Dan was gelijk bewezen, dat hij voortvluchtig was. Ook was volgens de deskundigen juridisch niet voldoende bewezen, zelfs niet met een 'halve preuve', dat de ge daagde de persoon was, die de manslag had begaan. De schepe nen van Halsteren konden daarom onmogelijk tegemoet komen aan de 'criminele eis' van de baljuw. Op 17 juli besloten de schepenen in derdaad om er niet mee in te stem men. De procureur verzocht toch om recht te doen en justitie haar werk te laten uitvoeren, maar uit de archieven blijkt hiervan niets. Procedurefouten en gebrek aan bewijs In die tijd was vlucht uit de juris dictie waar de misdaad begaan was een veel gebruikt middel om de straf te ontlopen. Had de dader be zittingen in het desbetreffende rechtsgebied, dan liep hij wel het ri sico dat die verbeurd werden ver klaard. Een andere mogelijkheid om de dader te berechten was de zaak over te dragen aan de sche penbank van Wouw. Dat was even wel niet zo eenvoudig. Iedere juris dictie had de neiging haar ingezete nen te beschermen tegen de aan spraken van rechtsinstanties van buiten het gebied. Uitleveringsver zoeken bijvoorbeeld dienden zeer degelijk onderbouwd te zijn. Wouw was dan wel een naburige heerlijk heid en de schepenen en andere gezagsdragers van de beide dorpen kenden elkaar, maar dat speelde in dit geval geen rol. Er waren te veel fouten gemaakt. Zo waren de vier dagvaardingen niet op de juiste ma nier verzonden en bezorgd, ook al had de gerechtsbode Louis Lant- meter de dagvaarding aan het huis van de verdachte afgegeven en ge noteerd wie de stukken had aange nomen en wat er daarbij was ge zegd. Aangezien er geen kopieën van de verslagen van de gerechts bode bij de stukken zitten, is het moeilijk om na te gaan, wat er mis ging. Toch is er blijkens het advies van de juristen een procedurefout gemaakt. Afgezien daarvan was er trouwens geen schijn van een be wijs voor een veroordeling. Afwikkeling van de zaak Om de bezittingen van de ver moorde Paulus Smits te redden, be noemde de schepenbank van Hal steren op 21 november 1724 als cu rator Laureijs van Balen (5). Een week daarna mochten de vruchten te velde van de landerijen die Pau lus in pacht had onder andere in de Oud-Glymespolder, verkocht wor den. Op 19 september 1725 verant woordde de curator alle inkomsten en uitgaven. Naar aanleiding van de moord nam de schepenbank van Halsteren op 19 juni 1725 een verordening van Bergen op Zoom over, waarin alle tappers werden verplicht om alle kwesties en moeilijkheden die zich in hun zaak voordeden binnen 24 uur aan de baljuw door te geven op straffe van zes gulden boete of slui ting van de herberg. De dorpsklerk las de resolutie voor in het dranklo kaal van de tavemiers. Philip Moors wilde er niet aan meewerken, tenzij de resolutie vooraf werd gepubli ceerd. Wat de rekeningen betreft, besloten de magistraten om af te dingen op de declaraties van de ju risten en op andere kosten, maar ze kwamen wel ten laste van Halsteren. Bronnen Literatuur De Waterschans nr. 3 2001 Ir. J. Weyts Aan de Engelsestraat, toch al rijk aan monumentale woonhuizen, staat op nr. 16 een fraai 18de eeuws woonhuis met een interessante ge schiedenis. Onderstaand wordt die weergegeven, waarbij ook de recent uitgevoerde restauratie belicht wordt. De oudste vermelding van het huis dateert van 1496 (1). Eigenaar werd toen Jan van de Coeveringe, wel licht naamgever van de Coeveringe poort, een oude benaming van de Wolzakstraat. Oorspronkelijk liep die straat door tot aan de Engel sestraat, vroeger de Heilige Geest straat geheten (afb. 1). In 1751 is de straat afgesloten en overbouwd met het bestaande huis. Bijzonder is, dat de oude keibestrating onder de vloeren behouden bleef en thans weer zichtbaar is. Bij de belegering van de stad in 1588 is waarschijn lijk ook de Doorne Croone ver woest. In 1595 wordt een perceel aan de Coeveringe Poort verkocht, waarop tevoren twee bakhuizen hebben gestaan. Ernaast ligt een le dig erf, waarop eertijds de Doorne Croone stond. De koper in 1600, Comelis Anthonis van der Zande, is gehouden om het ledige erf 'lof felijke te betimmeren'. Het huis zal dus wel kort daarna herbouwd zijn. In 1630 is het pand eigendom van Jan Jansen Hoepelinck, een bak ker, die een zuidwaarts aanpalend erf gekocht heeft en daarop 'tot sie raad van de Coeveringepoort' twee 'bequame' woningen gebouwd heeft. Van de stad kreeg hij daar voor een subsidie van 25,-. Bij het beleg van 1747 heeft het huis aanzienlijke schade opgelo pen. Er werd een oorlogschadeuit- kering verleend van 1.800,-, wat t.o.v. de andere bekende gevallen een hoog bedrag is. De welgestelde Stephanus van der Heijs, oud sche pen, kreeg in 1751 toestemming om de Coeveringe Poort te 'betimme ren, regt uyt tot aan des supplients erve'. Daar moest een jaarlijkse cijns van zes stuivers voor betaald worden. Kort na 1900 is het pand gekocht door Leo en Jan Timmermans (2). Het perceel was toen veel groter. Aan de achterzijde behoorde er een v.m. brouwerijgebouw bij, gele gen aan de voormalige Cromwiel- straat. In die brouwerij en een er naast gebouwd magazijn was een opslag van glas, porselein en aarde werk. In 1946 kwam het door hu welijk in eigendom van H. van Gin- neken, die het huis tot 1964 be woonde en er toonkamers had. De v.m. brouwerij en bijgebouwen zijn in 1960 verkocht aan Voets, die deze later weer aan Soomland ver kocht om daar woongebouwen te realiseren. Het huis werd in 1965 gekocht door de familie Weyts. P. en B. Weyts woonden daar tot hun dood in resp. 1975 en 1999. In 2000 is het gekocht door M. de Bruin, die voor een algehele restauratie heeft zorg gedragen. Hoewel het huis bij eerste be schouwing vrijwel geheel uit een herbouwfase leek te bestaan, is de bouwgeschiedenis toch wel wat complexer (afb. 2 en 3). Zoals bo venstaand al vermeld stond er in de oudst bekende situatie een huis, in grondvlak ter grootte van de be staande kelder, met aan de west zijde daarvan de Coeveringe Poort, resp. 3 en 1 travee van de voorgevel. De nu nog bestaande gewelfde kel der dateert wellicht van de her bouw van het huis kort na 1600. Ook de westmuur, die oorspronke lijk de vrijstaande buitengevel was van Engelsestraat 14, is nog vroeg 17de eeuws. Een oorspronkelijk venster met glas-inloodsponningen is daar tevoorschijn gekomen, evenals eronder een jongere toe gangsdeur. Het venster is bij de res tauratie zichtbaar gelaten (afb. 4). De rest van het oude huis ging ver loren in 1747. De herbouw geschiedde in twee el kaar vrij kort opvolgende fasen. In eerste aanleg is een huis gebouwd, dat in grondoppervlak even groot was als het bestaande. Aan de voor zijde was het twee verdiepingen 119 Zie: Gemeente archief Bergen op Zoom. (I) Criminele rol schepenbank Halsteren 8 december 1704 tot 12 mei 1772, oud rechter lijk archief Halsteren, inventarisnummer 14 (Gemeenschappelijke secretarie schepen banken Halsteren); (2) Oud rechterlijk ar chief Halsteren, inventarisnummer 32, de basis van dit verhaal. Voor Thomas Willemse als wagenmaker in 1706 zie oud rechterlijk archief Halsteren, inventarisnummer 19, de moord op hulpschout Willem Dumee (Ge meenschappelijke secretarie schepenbanken Halsteren); (3) Zie voor Philip Moors: De Waterschans nr 4-2000: Fraude op fort De RoovereBlz. 171-177; (4) Oud rechterlijk archief Halsteren, inventarisnummer 30, de ruzie van 1723; (5) Zie Resolutieboek van bal juw, burgemeester, schepenen en gemeente mannen van Halsteren en Noordgeest. Oud archief Halsteren, inventarisnummer 527 van 4 mei 1723 tot 7 oktober 1727. Zie voor Laureijs van Balen, katholiek gedoopt te Wouw 14 juni 1685 en bierbrouwer te Hal steren, het tijdschrift van de Wouwse heem kunde kring 'De Vierschaer de nummers 1 en 2 /1993, bldz. 39 en 201 o.a.: René Her mans, De Wouwse bierbrouwerijen. 1. Zie: W. A van Ham, Macht en gezag in het Markiezaat. Een politiek-institutionele studie over stad en land van Bergen op Zoom (1477-15 8 3), Hilversum 2000, onder andere voor de grondslagen van het rechtsstelsel in het Markiezaat. met name blz. 151-166 en 260-307; 2. J.G.M. Sanders (eindredactie). Noord Brabant tijdens de republiek der Ver enigde Nederlanden 1572-1795. Een institu tionele handleiding, 's Hertogenbosch/Hil versum, 1996, met name blz. 91-116. 3. Boek over Halsteren. Albert Dalahaye e.a, Zeven eeuwen Halsteren. Halsteren, 1980, met name blz. 13-18, 46-63, 86-91, 110-112, 132-136. Afb. 1. Detail van de maquette door Nezot in het Musée des Plans-reliëfs te Parijs.

Periodieken

De Waterschans | 2001 | | pagina 11