De Waterschans nr. 3 2001 lagere school niet tussenbeide was gekomen. Die haalde vader over om zijn pientere zoon naar de normaalschool te sturen. Zo werd Adriaan onderwijzer. Op de nor maalschool raakte de student in de ban van de socialistische idealen en begon hij te schrijven. Als on derwijzer stond hij met enthou siasme en succes voor de klas, eerst in Delft en later in Amsterdam. Dat hij kritisch durfde te schrijven over het onderwijsbeleid, nam de in spectie hem niet in dank af. In 1912 trouwde AM. - zo noemt zijn bio graaf hem meestal - met Co Koe- kebacker. In die tijd verschenen er al vrij regelmatig publicaties van hem, bijvoorbeeld over literatuur en over het onderwijs. In 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit, een ge voelige klap voor de pacifistische socialisten, die zoiets niet meer voor mogelijk hielden. Wie stuurt men de loopgraven in? Arbeiders natuurlijk, maar die schieten niet op elkaar. Een nieuwe oorlog leek dus uitgesloten. Het is de politiek van het gebroken geweer. Helaas, het bleek een illusie. In het kader van een algemene mobilisatie moest ook AM. in krijgsdienst. Hij ergerde zich aan het optreden van verschillende meerderen en he kelde op een vrij zachtmoedige, maar o zo rake wijze hun arrogan tie in zijn Notities van een land stormman. Die notities verschenen regelmatig in het socialistische dag blad Het Volk onder het pseudo niem Frank van Wezel; maar liefst 155 stukjes. Het duurde tot 1918 voordat de legerleiding erachter kwam, wie die Frank van Wezel toch was. Veertien dagen eenzame opsluiting luidde het vonnis van de regiments- commandant. Na de oorlog ging De Jong terug naar de klas, maar het werk als journalist trok hem meer. As literair criticus en kunstredacteur maakte hij jaren lang deel uit van de redactie van Het Volk en daarnaast werkte hij mee aan het satirisch orgaan De Notenkraker. In 1925 waagde De Jong het om zich helemaal vrij te maken en voortaan alleen met schrijven de kost te verdienen. Die sprong viel samen met zijn verhuizing naar Bergen op Zoom. Het experiment slaagde. Het waren vruchtbare ja ren en zijn boeken verkochten goed. Hij kon zich zelfs de luxe ver oorloven van een paard en een auto. Niet alle partijgenoten waar deerden dat. In 1930 verliet AM. Brabant en ging in Bilthoven wo nen. Later verhuisde hij naar een fraaie villa in Blaricum. In 1936 overleed Co. Nog datzelfde jaar leerde de weduwnaar Wies De- fresne kennen, een zangeres uit Maastricht, en in november trouw de hij met haar. Het was de tijd dat het bekendste werk van De Jong over Merijntje Gijsen, Het Verraad werd verfilmd. De Jong zelf speelde voor pastoor. De film werd een succes. Tijdens de Tweede Wereld oorlog is De Jong in 1943 doodge schoten in zijn woning, slachtoffer van een Silbertannemord. Silber- tanne was de codenaam van een vergeldingsactie. Voor iedere NSB-er en SS-er die door het verzet werd geliquideerd, zouden drie Neder landers die als anti-Duits bekend stonden, worden vermoord. AM. was het slachtoffer van de tweede actie in dat kader. Een rasverteller. Ja, dat was Adriaan. Zijn vele boe ken zijn er het blijvend bewijs van. Wie AM. de Jong zegt, denkt aan Merijntje Gijzen en aan Bulletje en Boonestaak. Het zijn wel twee to taal verschillende werken. De reeks van Merijntje bestaat uit acht boe ken. De eerste serie van vier bestaat uit: Het verraad. (1925), Flierejluiters oponthoud (1926), Onnozele kinde ren 1927) en In de draaikolk (1928). Samen vormen ze de reeks Merijn tje Gijzens Jeugd. Een tweede serie van vier boeken draagt de naam Merijntje Gijzens jonge jaren (1935-1938). Het verhaal speelt vooral in Noord west-Brabant, de geboortestreek van de schrijver en het is voor een deel autobiografisch. De dialogen zijn in de streektaal. De boeken van de rasverteller sloegen aan bij de grote massa, maar vonden minder waardering bij letterkundige tijdge noten als Menno ter Braak en Ed gar du Perron. Ook de standaard werken over de Nederlandse litera tuurgeschiedenis zijn karig met hun waardering, zo ze De Jong al vermelden. Bulletje en Boonestaak is een heel ander genre. Het is een stripverhaal met als tekenaar de grote vriend van de schrijver George van Raem- donck Die woonde enkele jaren in Halsteren. Daar had hij het huis bij het Sint Crijnsputje laten bouwen. In 1928 keerde de kunstenaar terug naar Belgie, waaruit hij veertien jaar eerder was weggevlucht. Vanaf 1922 verscheen het beeldverhaal in Het Volkjaren achtereen. De strip kende veel succes, kwam al gauw in boekvonn uit en beleefde de ene herdruk na de andere. Vertalingen in het Frans en het Duits vergroot ten nog de afzet. In de jaren dertig kwam Merijntje Gijzen als toneelstuk op de plan ken, weldra gevolgd door de hier boven reeds vermelde verfilming. In 1974 kwam Merijntje opnieuw in de belangstelling, deze keer doordat de Vara de eerste drie de len als televisiespel op het schenn bracht. Daarvoor zijn heel wat op namen in Nieuw Vossemeer en De Heen gemaakt met Jantje Ligthart uit Steenbergen in de hoofdrol. Tot 1980 bleef De Jong de meest gelezen schrijver van Nederland. Zijn geboorteplaats Nieuw Vosse meer eerde hem met een beeldje van Merijntje, gemaakt door de kunstenaar Joop Vlak, en een De Jong-museum. Omdat de waters nood van 1953 het geboortehuis van de schrijver wegspoelde, moest de gemeente uitzien naar een an der onderkomen. Die vond het een tijdlang in een voormalige bakkerij. AM. de Jong en Brabant. Een biografie heeft vaak de neiging om de persoon in kwestie gunstig uit de verf te doen komen. A stu derende en schrijvende groeit de sympathie voor de held van het verhaal. Het is een bekend proces en ook Mels de Jong is daar niet geheel aan ontsnapt. Dat verwacht de lezer trouwens niet van een au teur die het leven van zijn oom be schrijft. Iets meer details over de persoonlijkheid en zijn gezin had overigens wel gemogen. Het accent valt nu wel erg veel op de publica ties van De Jong en dat zijn er zo veel. Naast eigen romans, novellen, strips en literatuurrecensies ver schenen van hem vertalingen van onder andere Panait Istrati, een in het Frans schrijvende Roemeen. Met hem voelde Adriaan zich ver want wat afkomst en idealen be treft. De Jong genoot van het leven. In dat opzicht doet hij denken aan Van Duinkerken. Hij was een opge wekte, gulle gastheer, die zich graag met vrienden onderhield. Hij was een fervent roker, waardeerde een goed glas wijn en ging graag op va- De Waterschans nr. 3 2001 opwbvbw; Ajb.2. De ploeg van Filmstad bezig in de buurt van Nieuw-Vossemeer met het maken van opnamen voor de film Merijntje Gijzens jeugd. Links met hoed A.M. de Jong (part.col). kantie. Hij steunde zijn vader die terugkeerde naar Nieuw Vosse meer, maar ergerde zich aan de be krompen levenswijze van de arme landarbeiders. Zo haalt Mels de volgende ontboezeming van zijn oom aan: Als ik bij vader kom, die niet meer bij mij woont, maar wiens leven ik bekostig midden in zijn ouwe omgeving en ik zie hoe die mensen leven, o heel karakte ristiek ouderwets-Brabants, dan zou ik toch maar liefst de heleboel met een slag ondersteboven don deren'. En op dezelfde pagina (211): 'Je zult es zien. Brabant is wel bedorven, maar niet verdorven. Het grote verschil met Holland'. Adriaan deelde met Van Duinker ken diens liefde voor Brabant. Kort na zijn vrhuizing naar Nieuw Borg- vliet schrijft hij aan een kennis: 'Ja, ik zit al buiten. Het bevalt me ge weldig. Ik voel me als een koning in m'n boomgaard en m'n hele vrije dagen geven me 't idee van een goddelike vacantie' (p. 185) De schrijfwijze van goddelike ver raadt De Jongs voorkeur voor de spelling-Kollewijn met o.a. de regel: geen lijken, maar likken. Dus: vro- like, lelike, misselike e.d. Van het optreden van De Jong als lid van de gemeenteraad van Ber gen op Zoom vernemen we verder niets. Het was ook maar een hele korte periode. Samen met zijn vriend Henk Walder vormde AM. de SDAP-fractie met Henk als voorzitter. Het gezin Walder bleef tot de intieme vrienden van de De Jongs behoren. Nieuw-Borgvliet eert de voormalige inwoner nog altijd met het naar hem genoemde sportpark Enkele jaren voor haar dood schonk Wies Defresne (overleden 1997) een stuk grond dat De Jong reeds voor de oorlog had gekocht met de bedoe ling daar mettertijd een nieuw huis op te bouwen, aan de plaatselijke voetbalclub. Mels de Jong staat uitvoerig stil bij de moord op zijn oom, over de motieven, de daders en het proces na de oorlog. De bespreking van dit boek komt op een gelukkig moment. Het is te gelijk een mooie gelegenheid om op de interessante tentoonstelling te wijzen in het Markiezenhof on der de titel: A.M. de Jong, schrijver en socialist'. U zou kunnen begin nen met een bezoek aan de exposi tie (duurt tot 31 januari 2002), daarna leest U het boek om vervol gens nog eens de tentoonstelling te gaan bekijken. Op 22, 23 en 24 oktober a.s. wordt de film van Merijntje van 1936 in de Hofzaal gedraaid met de schrij ver in de rol van meneer pastoor. (Reservering vanaf 18 september via telefoonnummer 0164-24 29 30.) 125

Periodieken

De Waterschans | 2001 | | pagina 14