De Waterschans nr. 3 2001 Afb.4. De St.-Aloysiusschool, gebouwd in 1908 in de Boxhomstraat. Op de achtergrond de kerk van de Martelaren van Gorkum. Beide gebouwen zijn inmiddels gesloopt. lag het voor de hand dat hij zijn jongensschool aan hen wilde toe vertrouwen, zoals hij voor zijn meisjesschool een beroep deed op de zusters Franciscanessen van Ou denbosch. In 1905 was de kerk klaar. De pastoor stelde zijn pa rochie onder bescherming van maar liefst negentien beschermers, namelijk de in 1867 heiligver- klaarde Martelaren van Gorkum. Bij de kerk verrees de St.-Aloysius- school, in 1912 gevolgd door de meisjesschool St. Gerardus Ma- jella. Horsten was met 14.100 gul den de laagste inschrijver en hem werd de nieuwbouw van de broe- dersschool in de Boxhomstraat ge gund. Br. Innocentius Kleemans (1840-1930) mocht de school gaan leiden. Op 10 oktober 1908 had de plechtige inwijding plaats (21). Vreugde was er dat jaar ook van wege het gouden priesterfeest van Monseigneur J.PA van Mens, de grootste weldoener van de congre gatie. Het Nieuws- en Advertentie blad De Zoom besteedde er een hele voorpagina aan. De titel van monseigneur dankte de deken van Bergen op Zoom aan zijn pause lijke benoeming tot huisprelaat van Zijne Heiligheid (22). Er was dat jaar ook een verlies. Op 3 maart overleed de heer Daverveldt, de man die de broeders zo hartelijk verwelkomde in 1901. Hij was even eens een belangrijk donateur. In 1909 achtte rector Schrauwen, directeur van Ste. Marie, de tijd ge komen om alle broeders-onderwij zer eens bijeen te roepen in Huij- bergen voor overleg over de me thodes die op de scholen in ge bruik waren. Hij pleitte voor meer eenheid. Besloten is toen, op de scholen eens in de drie maanden een personeelsvergadering te hou den. Of het voornemen uitgevoerd is, vertelt de historie niet. Twee dagen na de bijeenkomst be haalden vier broeders hun onder wijzersdiploma (15 april) en in juli slaagden de broeders Henricus, Cajetanus, Constantius en Silvester voor de hoofdakte. Alle examens waren toen nog staatsexamens. In maart 1914 vierden de broeders dat ze twaalf en een half jaar in Bergen op Zoom werkten. Leken- personeel en leerlingen schonken bij die gelegenheid een borstbeeld van Pius X, de paus die de kinder communie invoerde (23). Het beeld kreeg een ereplaats in de gang van de leerschool. Meteen na de oorlog van '14-48 werd er weer een nieuwe parochie opgericht, namelijk op 't Fort, toe gewijd aan Onze Lieve Vrouw van Lourdes. Mgr. Hopmans be noemde Jos de Meulemeester tot bouwpastoor en ook hij vroeg om broeders voor zijn jongensschool. De bisschop liet wel weten dat de op te richten school voorlopig voor rekening van de broeders kwam. Het hoofdbestuur wees broeder Remigius aan als eerste hoofd. Hij arriveerde op 21 mei 1919 in de Hoogstraat. Daar startte de St.- Jozefschool met één klas. Een paar jaar later nam de school haar intrek in een nieuw gebouw aan het Lour- desplein. 10. De Eerste Wereldoorlog 1914-1918 Al voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog overwoog het hoofd bestuur te Huij bergen om de kweekschool van Bergen op Zoom te verplaatsen naar Breda. Daar meende men op een grotere toe loop van externe leerlingen te mo gen rekenen. Ook wilde het bestuur er een internaat uitsluitend voor leerlingen die broeder wilden wor den. Monseigneur Van Mens steunde de plannen en schonk vijf duizend gulden (24). Twee jaar later brak de oorlog uit en had het hoofdbestuur andere zorgen. Op 31 juli 1914 kondigde de Neder landse regering de mobilisatie af. De Sint Aloysiusschool veranderde in een kazerne en in de Hoogstraat werden tweehonderd soldaten in gekwartierd. Dagelijks hing in de tuin aan lange lijnen de was uit. Eind juli trokken de soldaten dich ter naar de grens en kwamen de scholen vrij. Niet voor lang even wel, want toen in oktober 1914 de Duitsers Antwerpen beschoten, vluchtten de inwoners massaal naar Nederland. Op 8 oktober stond er tussen Putte en Bergen op Zoom een grote aaneengesloten stoet van mensen en voertuigen. Alle wegen naar de stad raakten versperd. Men schat het aantal vluchtelingen dat zich op 9 oktober 1914 op Bergs grondgebied bevond op 60.000 a 70.000. Neemt men er de omgeving bij dan waren er meer dan 250.000. Het zijn slechts ruwe schattingen. Alle openbare gebou wen boden vluchtelingen onder dak Klooster en scholen in de Hoogstraat herbergden drie weken lang circa 600 Belgen. Na de val van Antwerpen gingen velen van hen terug naar huis. Voor de blij vers verrezen tentenkampen op Kijk in de Pot en op Plein 13. Eind oktober waren de meeste openbare gebouwen ontruimd en begon de schoonmaak Bergen op Zoom had toen nog ongeveer 25.000 vluchte lingen, waarvan er 11.000 in kam pen waren ondergebracht (25). Be gin november konden de leerlin gen weer naar school, maar op het einde van de maand moest de St.-Franciscusschool weer dicht, nu wegens besmettingsgevaar. 130 De Waterschans nr. 3 2001 Afb.5. Een klasfoto uit 1915. Het is de zesde klas van de Aloysiusschool met links pastoor Vermeulen en rechts de broeders Justinus Coenegracht (1885-1917) en Bertrandus Thijs (1891-1964). Op de achtergrond het beeld van de de H. Aloysius van Gonzagapatroon van de jeugd. Br. Serafinus had roodvonk gekre gen. Gelukkig bleef hij de enige. Op het laatst van 1915 was het evenwel opnieuw raak. Toen liepen enkele kwekelingen en twee docen ten roodvonk op. Scholen en inter naat gingen dicht en de bewaar school veranderde in een ziekenba rak Het klooster werd ontsmet, ge wassen en gewit. Twee leraren, broeder Justinus Coenegrachts (1885-1917) en broeder Innocen tius Kleemans (1884-1930), herstel den nooit meer volledig. De distri butie van levensmiddelen stelde zware eisen aan de leiding van het huis. Er was gebrek aan voedsel en brandstof. Was het rantsoen in 1917 nog vier ons brood per week in 1918 werd die hoeveelheid gehal veerd, aangevuld met twee ons vlees per week. 's Avonds kregen broeders en leerlingen een bordje pap van rijst of gort. Het is te be grijpen dat hun conditie en weer stand eronder leden. Bij de datum 7 maart 1918 noteerde de overste in zijn dagboek: 'Vandaag kregen we weder een piano; ook kochten wij een jong varkentje voor zegge 40 gulden' (26). 11. De St.-Franciscuskweekschool naar Breda 1917 De verminderde weerstand van de bevolking kwam pas goed tot uiting toen na het beëindigen van de oor log de Spaanse griep uitbrak Niet dat Spanje er iets aan kon doen, maar de koning van dat land was een van de eerste slachtoffers en vandaar de naam. Omtrent oor sprong en verloop van de epidemie bestaan nog veel raadsels. Een feit is dat er meer slachtoffers waren dan in de hele Eerste Wereldoor log. Wereldwijd stierven zo'n 27 miljoen mensen aan de griep, ter wijl het aantal slachtoffers van de oorlog ruwweg wordt geschat op 10 miljoen (27). Natuurlijk gingen de scholen opnieuw dicht. De meeste broeders werden ziek De huisarts adviseerde om flink sigaren te ro ken en die therapie werd ook ijve rig gevolgd. Maar rook, teer en ni cotine hielden de griep niet tegen. De meeste broeders verdwenen on der de wol, maar herstelden spoe dig. Alleen broeder Masseus Hof- kens (1891-1941), destijds hoofd van de Aloysiusschool, had meer dan een jaar nodig om weer aan de slag te kunnen. De oorlog vormde geen beletsel voor het hoofdbe stuur om de verplaatsing van de kweekschool naar Breda te regelen. Na overleg met Monseigneur R Hopmans, bisschop van Breda, kocht de congregatie een stuk grond aan de Vestkant en op 3 juli 1916 begon de nieuwbouw. Mon seigneur Van Mens gaf kort voor zijn dood in 1916 nog eens twee duizend gulden voor de kweek school. Op 4 september 1917 ver huisden de kwekelingen met hun leraren naar het Dr. Jan Ingen- houszplein 2 in Breda. Veertien broeders en vijf wezen bleven ach ter. De lege lokalen boden van 1918 tot 1921 onderdak aan de Rooms Katholieke Handelsschool. In 1921 waren de lokalen nodig voor de Franciscusschool. Die werd toen gesplist in een benedenschool en een bovenschool. In 1924 ver- 131

Periodieken

De Waterschans | 2001 | | pagina 17