De Waterschans nr. 3 2001 mogelijk dergelijke bijzonderheden vanaf de betrekkelijk grote afstand tussen de Schelde en de stad waar te nemen (18). Op dit stadsprospect kan onder scheid worden gemaakt tussen a) de stad met zijn hoofdwal, bastions en buitenwerken, het eigenlijke stadsprofiel, b) links en rechts daar van het buitengebied en c) de voor grond met het buitenhavenkanaal en aangrenzende forten. Met het omringende landschap erbij is een gebied van globaal 3,5 km breedte getekend. Dit strekt zich uit van het gehucht Noordgeest links tot aan de ruïne van het kasteel van Borg- vliet rechts. Het stadsprofiel omvat het terrein tussen punten die hemelsbreed 1,25 km van elkaar verwijderd zijn: van de redoute bij Boerenverdriet tot het Boschbolwerk Naar binnen toe zijn gebouwen zichtbaar tot het voormalige cellenbroedersklooster aan de Korenbeursstraat. Dit be vindt zich op een punt dat hemels breed 2 km van de standplaats van de tekenaar ligt. Van dit gebouw is overigens alleen de dakruiter afge beeld. Het dichtstbijzijnde afge beelde object is de poort van Beckaf, die zich op 0,75 km van de standplaats bevindt (zie de afzon derlijke situatiekaart). Links is op de hoge terrasrand, doorgaans bekend als de Brabantse Wal, het gehucht Noordgeest afge beeld. Een weg loopt van de steile helling af naar het onder water ge zette Noordland, waarin de Coni- nenberch (Vossenberg) ligt, een op duikende zandheuvel. Aan de an dere kant van de stad vonnt het ge hucht Borgvliet een tegenhanger. Het meest opvallende object is de reeds genoemde kasteelruïne ui terst rechts. Het buitenhavenkanaal wordt aan de zuidzijde (hier aan de bovenkant) geflankeerd door de Stadspolder. Duidelijk zijn hier ver schuivingen en verdraaiingen van de objecten toegepast, nodig om het hele terrein op het prospect zichtbaar te krijgen. 3. Presentatie en aankleding Zoals meestal bij dit soort stadsge zichten het geval is, wordt de stad op haar voordeligst weergegeven. In dat opzicht is het een opval lende presentatie van de stad: wij zouden het een visitekaartje mogen noemen. De nadruk ligt op de gro tere gebouwen; ook die vanaf het standpunt van de tekenaar nauwe lijks of niet zichtbaar kunnen zijn, worden op zijn minst door hun to renspitsen aangeduid. Op de gra vure zijn vrijwel alle onderkomens van stedelijke instellingen vertegen woordigd. Zoals uit de toegevoegde zinspreuken en (nadien toege voegde) teksten blijkt, ligt daarbij de nadruk op de vestingfunctie en de roem van de stad. Vooral de be legeringen van 1588 en 1622 gaven Bergen op Zoom een definitieve plaats in de nationale krijgsge schiedenis. Als titel in het midden van de gravure prijkt de stedelijke zinspreuk Mille periculis supersum (duizend gevaren kom ik te boven). Een spreuk die sinds 1611 ook in gouden hoofdletters op de topgevel van het stadhuis prijkt (19). Deze wordt links geflankeerd door het wapenschild van Brabant, gedekt door een hertogshoed en rechts door dat van Bergen op Zoom, op een cartouche en overtopt met een schelp. In de gravure de volgende teksten: uiterst links NOBILIBUS SERE- NUISQ. HEROIBUS (aan de edele en sterke helden) ter ere van Karei Morgan (20), Willem van de Reijt, heer van Broechem (21) en magi straat en volk van Bergen op Zoom. In de cartouche links daarvan een Acrostichon Auctoris. Dit is een let tervers, waarvan de eerste letters van de strofen de naam van de te kenaar vormen. Beide gedichten zijn van Samuel de Swaef. In car touche rechts van het stadswapen het vers BERGA AD ZOMAM (Bergen op Zoom) door Dr. Justus Turcq, medicus, raadsheer en lijf arts van markiezin Maria Elisabeth 11 van den Bergh en van prins Wil lem 111 van Oranje. Justus was ook burgemeester van Bergen op Zoom en dichter van latijnse verzen (22). Uiterst rechts de vermelding van het octrooi tot de uitgave, 18 juli 1634 verleend door Staten-Gene- raal der Verenigde Nederlanden aan Jacob Lauwijck De plaats van de uitgave wordt niet vermeld, maar uit de literatuur is bekend dat deze drukker van 1632 tot 1652 te Leiden werkzaam was (23). Naast wetenschappelijke boekwerken kwamen ook prenten, bijvoorbeeld portretten van voorname personen, van zijn pers. Hier noem ik slechts Marcus Zuerius Boxhorn(ius) (1612-1653) geboren te Bergen op Zoom, historicus, hoogleraar in de retorica te Leiden (24). De stoffage of aankleding is bijzon der tijdgebonden, iets wat zeker te maken heeft met de representatieve aspecten van de afbeelding. Deze bijkomstige afbeeldingen omvatten zowel menselijke activiteiten als scheepsportretten. De gravure is door deze anekdotische toevoegin gen ook een educatieve prent waarop nijverheden, landbouw en visserij, maar ook pleziervaart zijn zichtbaar gemaakt. Op de gravure zijn 132 personen afgebeeld. Ondanks de vrij kleine afbeelding is de voor ieder beroep karakteristieke kledij te onderschei den. Een aantal militairen is inge zet voor de bewaking van de strate gisch zo belangrijke vesting Bergen op Zoom en haar bijbehorende forten. Op het water en langs de waterkant vangt men met netten en hengels vis en schaaldieren; in de Stadspolder halen boerenarbeiders de oogst binnen; op de schorren graast vee. Een veerschip en andere boten voeren mensen af en aan. Welgestelde lieden wandelen op de dijken. Op het strand zijn personen bezig met schermoefeningen; nabij het kasteel van Borgvliet vinden een pistoolduel en een ruiterge vecht met lans en schild plaats. Deftige lieden, eveneens te paard houden als scheidsrechters toe zicht. Rechtsonder aan de water kant probeert een jager een vogel te schieten. Een 'stille' verwijzing naar de vishandel is de afbeelding van de overdekte visbank op het zuidelijke havenhoofd. Bij sommige afbeeldingen is het niet duidelijk of die slaan op het vrolijke karakter van de stadsbevol king of op de productie van drank of drinkgerei. In de roeiboot rechts van de galei (A) heeft de roerganger een drinkkan met open deksel in de linkerhand. In de sloep uiterst rechts (L) heft de enige inzittende een kruik ls dit ook een beeld van genoeglijk drinken of eerder een stille verwijzing naar de potmakers- nijverheid van Bergen? Veel Nederlandse steden liggen aan het water en deze ligging wordt De Waterschans nr. 3 2001 ;:v :/V;7" p -rr 0 Jm^kr! Ajb.4. Portret van Samuel de Swaef. Gravure door I. Sarragon naar een tekening van Jasper Beekx, 1627 (Foto gemeente archief Bergen op Zoom). vaak onderstreept door het opne men van schepen. Daarmee onder streept men de handels- en ver keersfunctie. Het oudst bekende stadsproject met schepen betreft Antwerpen (1515), terwijl rond 1600 ook Amsterdam ruime aan dacht kreeg (25). Zoals bij vele stadsportretten is ook bij de afbeelding van Bergen op Zoom een aantal scheepstypen met hun tuigage, vlaggen enz. te onder scheiden (26). Het is mogelijk van ieder schip het type te benoemen. Op de voorgrond uiterst links ligt een galei (A), waarschijnlijk be stemd tot permanente bewaking van de haven (27). Voor de haven ingang zeilen achtereenvolgens een sloep met tuigage (B); een wijd- schip (C) en een smalschip (D). De vlaggen worden hier slechts pro memorie venneld. Wegens het ont breken van kleuren is het moeilijk ze allemaal thuis te brengen. De kleinere bootjes of sloepen zullen wij hier niet nader bespreken. Zij speelden een rol bij de visserij of bij de verbinding met de vaste wal van schepen die wegens hun gro tere diepgang buitengaats moesten blijven. Het eerstgenoemde schip voert een driebanige vlag, waarvan de middelste baan wit is (vermoe delijk de Nederlandse vlag); de tweede heeft een tweebanige vlag en de derde een vlag met drie ba nen; in de middelste baan drie schuinkruisjes. Hoogstwaarschijn lijk is dit de vlag van Amsterdam. Gezien het groot aantal personen op dat schip mag men denken aan een veer- of marktschip naar de hoofdstad. In het havenkanaal zeilen twee boeieijachten (E en F), waarvan de meest rechtse achter op een drie banige (Nederlandse?) vlag voert en in de top van de mast een vier- banige. Fraai uitgewerkt is de af beelding van het koopvaardijfregat (G) rechts van het havenhoofd, met zijn geschut, drie masten, vlaggen en wimpels. Aan de voorste (fokke-) Afb.5. De Sint-Jaeobspoort (voorgrond), AJb.6. Het Markiezenhof het Spuihuis, de Gevangenpoort en de Watermolen (Legende de Steenbergse Poort (achtergrond) en nrs. 17-20). hun omgeving (Legende nr. 12). 105 SAMUEL BE SWAAt -SEBijl.A MUM FAVK 17'rf/n r' r Jggii r Q) hmt«pt.'óWI'jyi' "Jjlixrtiktii- jl li.hm i '7'"' 'V r/y.rrïly

Periodieken

De Waterschans | 2001 | | pagina 4