ti- Po
ei stee
De Waterschans nr. 3 2001
4/5.7. De Grote of Sint-Certrndiskerk en het stadhuis
(Legende nrs. 25 en 26).
C-deTmer-
Afb.8. Het Armhuis, de Schorsmolen en de Schaliemolen
(Legende nrs. 27-29).
mast vermoedelijk weer de Neder
landse vlag. Rechts daarvan zwemt
een potvis, gevolgd door een zoge
naamde 'kaag1 (H). Uiterst rechts
twee kleine sloepen met zeiltuig (K
en L); tussenin duikt weer een pot-
vis(?) onder. Ieder van beide sche
pen voert de tweebanige vlag, die
ook door het wijdschip wordt ge
voerd. Hoogstwaarschijnlijk moet
hierbij aan een dundoek met de
kleuren van Bergen op Zoom ge
dacht worden. In die tijd gaf men
nu eens de voorkeur aan de toen
malige stadskleuren wit en zwart,
dan weer aan de voornaamste wa-
penkleuren wit en rood (28).
4. De vervaardiger(s) en de
waardering voor hun werk
Samuel de Swaeflf) is in de regio
nale geschiedschrijving geen onbe
kende. Hij werd in 1597 te Middel
burg geboren als zoon van de bak
ker/slager Hans de Swaef en van
Josijntje Paneels, de dochter van
een predikant. Van zijn kinderen
werd Johannes evenals zijn vader
schoolmeester. Een andere zoon,
Daniël, werd na zijn studie te Lei
den benoemd tot predikant te Aag-
tekerke.
Tot 1622/1623 woonde Samuel te
Middelburg, waar hij werkzaam
was als schoonschrijver, plaatsnij
der, drukker en dichter. In 1623
was hij schoolmeester te Dirksland
op Overfiakkee; die functie had hij
vervolgens vanaf 1624 te Bergen op
Zoom, waar hij in 1636 overleed,
39 jaar oud (29).
Afb.lü. De Stadsfontein op het
Scheldestrand (Legende nr.43).
OTlH- lOVIt'.
Afb.9. De Bospoort, de redoute voor deze poort en het Bosse bolwerk of-punt
(Legende nrs.38-40).
106
De Waterschans nr. 3 2001
Afb.ll. De kasteelruïne van Borgvliet (Legende nr.45).
Samuel publiceerde in 1618 een
gedicht ter ere van Jacob Cats in
diens Silenus Alcibiadis, dat jaar ver
schenen te Middelburg. Cats zelf
gaf een bijdrage aan het een jaar
nadien door De Swaef uitgegeven
Proef-stuck van de schryf-konste
(30). Gelijktijdig verscheen ook het
Tractaet Plutarchi, van de op-voe-
dinghe der kinderen (31). Hij
werkte mee aan het twee jaar na
dien verschenen boek van Abra
ham van Overbeque uit Domburg,
getiteld Beque der schrijfkonste. Te
Dirksland schreef De Swaef de Oc-
tonaria ofte veerssen van acht reghels
dat in 1623 te Dordrecht verscheen
(32). In de literatuurgeschiedenis
werd De Swaef het meest bekend
wegens zijn in 1627 verschenen
schoolboek Gedichten van verscheijde
poëten. Hij publiceerde dit samen
met zijn collega Henry Lancel en
drukte de tekst met door hemzelf
vervaardigde kopergravures. Deze
heeft hij vermoedelijk nadien ver
kocht, want de latere herdrukken
verschenen bij andere uitgevers
(33). Die edities bevatten een por
tret van De Swaef (afb. 4), gegra
veerd door I. Sarragon naar een te
kening van Jasper Beckx (1627). De
Bergse predikant Lambertus de Rij-
cke en de meermalen genoemde
stadsdokter Justus Turcaeus (Turcq)
schreven er enige lovende dichtre
gels onder (34).
Volgens de Zeeuwse historicus
Kluiver was De Swaef tevens de au
teur van het onder het pseudoniem
'Nehalenniam Publicolam' in 1631
te Middelburg verschenen boek
Mardechaï of Christelijcke Patriot.
Hij bepleitte daarin onder ander
een offensieve oorlogsvoering te
gen de Spanjaarden, ook buiten de
Nederlanden (35).
In de cartografie geniet De Swaef
enige bekendheid als uitgever en
vervaardiger van kaarten. In 1619
drukte hij de door Willem van den
Dooren vervaardigde kaart van de
Zeeuwse kust (36). Zelf vervaar
digde hij in 1627 het zojuist door
de Spanjaarden met wallen ver
sterkte plaatsje Zandvliet. Dit was
van belang wegens zijn strategische
ligging ten opzichte van de scheep
vaart in de Schelde. Vermoedelijk
maakte hij ook een dat jaar ver
schenen anonieme kaart van de
ligging van de vijandelijke posities
tussen Bergen op Zoom, Zandvliet
en het Fort Lillo. In 1628 stelde De
Swaef een (primitieve) kaart samen
van De Roovere, Pinssen en Moer-
mont, de drie nieuwe forten tussen
Bergen op Zoom en Steenbergen.
Vermoedelijk heeft hij na de inval
van de Spanjaarden in West-Bra
bant en het aangrenzende deel van
Zeeland eveneens een kaart ver
vaardigd. Die inval eindigde met de
slag op het Slaak (1631). De magi
straat gaf hem voor de leverantie
een beloning. De laatst bekende
kaart van zijn hand wordt vermeld
in de stadsrekening van 1632, maar
een exemplaar daarvan is kennelijk
niet bewaard gebleven (37).
De Swaef noemt in zijn opdracht
van de hier besproken gravure ook
zijn assistent Jacob ab Heeden. Hij
is door Rochus van den Bergh geï
dentificeerd als de Bergse beiaar
dier of 'clockspeelderi Jacob van
den Heede (38). Hij was in 1627 te
Bergen op Zoom als zodanig aan
gesteld en werd na zijn overlijden,
twaalf jaar nadien, opgevolgd door
Jacob Hartwijck (39). Hij was in de
jaren 1627-1637 getuige bij akten
voor notarissen te Bergen op
Zoom. Van den Heede noemde
zich daarin behalve clockspeelder
ook glaesschryver (40). De uitvoe
rige, onderaan toegevoegde ge
drukte strook met teksten, is uitge
geven in 1645 door Antonius de
Laeter, boekverkoper op de Markt
te Middelburg. Hij omvat een
Beschrijvinge der Stadt door Tho
mas de Rouck (41), een berijmde
Brieve Description de la Ville de Ber-
gues sur le Zoom door S. de Swaef,
jaarverzen van de belegeringsjaren
1588 en 1622 door twee predikan
ten, respectievelijk Jacob en Sa
muel Baselius (42); twee gedichten
zonder titel van Isaac Gruterus en
de reeds genoemde Justus Turcq
en nog twee verzen in het Latijn
door dezelfde Gruterus (43). An
thony de Later was van 1604 tot
1637 werkzaam te Vlissingen,
sindsdien te Middelburg, waar hij
in januari 1667 overleed. Hij deed
dienst als stadsdrukker en ver
zorgde ook de publicaties voor de
Staten van Walcheren (44).
Het prospect genoot bij de stads
bestuurders grote waardering. De
magistraat van Bergen op Zoom
beloonde De Swaeflf) met een be
drag van 15 Vlaamse ponden, aan
zienlijk meer dan hij had gevraagd
(45). Van enig initiatief van de
stadsbestuurders bij de uitgave is
niets bekend. Bij de verkoop van
koperplaten door De Swaef aan
Hendrick Hondius te Amsterdam
kunnen deze platen zijn inbegre
pen (45). Dan wordt het wel ondui
delijk hoe de heruitgave door een
Middelburgse drukker in 1645 mo
gelijk was. Omdat het toegevoegde
onderschrift op een afzonderlijk vel
is gedrukt, mag men niet uitsluiten
dat toen een onverkocht aantal
exemplaren van het prospect op
nieuw op de markt kwam.
Daarna is het prospect echter in
vergetelheid geraakt. De negen-
tiende-eeuwse kenner van gedrukte
historieprenten Frederik Muller
(1863) noemt dit stadsgezicht ui
terst zeldzaam. Hij heeft een be
schrijving van de gravure opgeno
men in zijn standaardwerk over his
torieprenten, hoewel het niet tot de
daarin besproken categorieën be
hoorde. Muller kende slechts één
107
v: m