De Waterschans nr. 4 2001 Aft). 12. De gymclub van broeder Felicianus van Dorst. Hij was ook jarenlang dirigent van het broederkoor en regisseur van toneelstukken die door de broeders werden opgevoerd. oude kelders inrichten als schuil plaatsen en boden ook onderdak aan buitenstaanders. Zo vond de heer Van Bragt, onderwijzer aan de Franciscusschool, met vrouw en tien kinderen een betrekkelijk veilig onderkomen gedurende de beschie tingen, eerst door de Canadezen en na 27 oktober, de dag van de bevrij ding, nog enkele dagen door de Duitsers. Op 13 november mochten de leer lingen van de St. Jozefschool na een onderbreking van meer dan drie maanden weer voor halve dagen naar school. Daags daarna startten de beide Franciscusscholen, maar slechts voor kort. Er werden solda ten ingekwartierd. In de Hoogstraat wisselden Canadezen, Engelsen en Noren elkaar af. Met de Engelsen troffen de broeders het niet. De groep maakte een ongediscipli neerde indruk en liet de gebouwen in een droeve staat achter. De No ren waren juist het tegendeel. De soldaten, ook de Engelse, tracteer- den de kinderen met Sinterklaas en Kerstmis op bijvoorbeeld chocola, een ongekende luxe. De broeders mochten hun inheemse "eigenteelf opzij leggen en even genieten van een echte sigaret. De oorlog was evenwel niet voorbij. Duitse "Vergeltungswaffen", de zo genaamde V-l en V-2, maakten de bevrijde gebieden onveilig. De V-l, AJb.13. Het nieuwe broederhuis Pegasu- slaan 24. want op hulp aan de vijand stond de doodstraf. Broeder Overste durfde de gebeurtenis pas na de be vrijding in zijn kroniek vast te leggen (34). 16. Eindelijk bevrijd, maar nog niet van de oorlog Op 7 oktober bereikten de Canade zen Onze Lieve Vrouw ter Duinen, Hoogerheide en Woensdrecht, maar toen viel het offensief stil. De Duit sers verdedigden de Zeeuwse Dam fanatiek. Bergen op Zoom kwam weldra onder vuur te liggen. Van schooldoen was geen sprake meer. De broeders gingen hun eeuwen die zo hoorbaar en zichtbaar na derde, werd de grote schrik, zeker nadat enkele van die onbemande vliegtuigjes vol springstof in de om geving van de stad terecht waren ge komen. Op 12 februari opende de Francis cusschool haar poorten, ook al ble ven de kachels uit wegens gebrek aan brandstof. "Maar met overjassen aan gaat hef' noteerde broeder Sa- lesius Huijben. Vier dagen later schreef hij: "Viel zo'n zwaar brom mende V-l stil juist boven de stad. Alle jongens van de school zaten op 't zelfde moment instinctmatig on der de banken uit angst voor glas scherven. Die bom kwam neer bij de Wittoucksingel". Op 25 februari was het weer raak, maar toen veel ernstiger. Het projec tiel viel tussen de Van de Rijtstraat en de St.-Jozefstraat. Negen mensen verloren daarbij het leven. De Sint- Jozefkerk was voorlopig niet batik- baar. Op 1 maart een nog grotere ramp. Een V-l trof omstreeks tien uur de Burgemeester van Hasselt straat, vlakbij de St.-Antoniusscho- len. Daar bevonden zich op dat mo ment zo'n 800 leerlingen. Een ge weldige consternatie natuurlijk. Vijf entwintig doden onder de burgers. Kinderen en leerkrachten bleven nagenoeg ongedeerd. In het gebouw was geen ruit meer heel. De schrik zat er goed in en de scho len gingen weer dicht (35). Enkele ouders haalden hun zoon terug van het pensionaat in de Hoogstraat dat ook net weer was be gonnen. Veel zin had dat niet, want waar was men wel veilig? In april werd het beter en na de ca pitulatie van 5 mei was de angst over. 17. Jaren van wederopbouw 1945- 1955 We kunnen niet zeggen dat de oor log wat de scholen betreft, diep in greep in de situatie van vóór '40. Zelfs op politiek terrein veranderde er eigenlijk weinig. De verzuiling keerde terug en de bijzondere scho len zetten hun opmars voort. Het le dental van de broederscongregaties groeide nog steeds. De maatregel van de veertig procent korting werd ingetrokken. Wel worstelden de broeders van Huijbergen met de ge volgen van de oorlog, een lot dat trouwens velen trof. Het moederhuis Ste. Marie lag grotendeels in puin. Het poortgebouw en het noviciaat 168 De Waterschans nr. 4 2001 waren niet uitgebrand, maar hadden veel geleden door de beschietingen. Geïnterneerde NSB-ers begonnen met puinruimen en daarna maakten vaklui het poortgebouw en Alvemo (het noviciaat) bewoonbaar. Een deel van de ruïne werd overdekt en ingericht als noodslaapzaal. Het noviciaat verhuisde na de be vrijding van Onze Lieve Vrouw ter Duinen naar huize Lievensberg in Bergen op Zoom. De lagere school van het pensionaat was voor een deel ondergebracht in de Hoog straat (nr. 21), een ander deel kwam in 1945 terecht in het vroegere ka tholieke weeshuis in de Blauwe- handstraat en verder zat er een klas in Halsteren. De ulo bleef in Etten- Leur totdat Alverno en het poortge bouw bewoonbaar waren. In het his torische poortgebouw, thans Wilhel- mietenmuseum, kwamen klasloka len. Intussen maakte architect Hurks uit Roosendaal tekeningen voor een nieuw Ste. Marie. Een droevig voorval had plaats op 20 januari 1946. Op één dag moest de congregatie twee jonge broeders afstaan. Het had gevroren en het ijs op de Melanen leek betrouwbaar. Broeder Laurentius Lesger (1918- 1946) en broeder Archangelus Nieu- wenhuizen (1920-1946) gingen met de jongens van het pensionaat van de Blauwehandstraat schaatsen op de Melanen. Plotseling zakte er een jongen door het ijs. Eén van de sur veillanten trachtte hem te redden, maar kwam eveneens in het water terecht. Daarop waagde zijn confra ter zich in het wak om de twee dren kelingen eruit te trekken. De jongen werd gelukkig gered, maar de twee broeders verdronken. Na de nederlaag van Japan namen de broeders in Nederlands Oost-In- dië hun missiewerk weer op. Wat ze "thuis" aantroffen, waren lege hui zen en scholen. Het duurde uiter aard even, voordat er sprake kon zijn van lesgeven. Om beurten mochten de missionarissen met verlof naar Nederland om wat op verhaal te ko men. Zij bezochten de diverse con venten om hun kampervaringen te vertellen. Regelmatig maakt de kro niek melding van een dergelijk be zoek. In de Hoogstraat was trou wens ook de missieprocuur van de congregatie gevestigd. De missiepro curator was de broeder die speciaal belast was met het helpen van de missionarissen, zowel hier als ginds. Het hoofdbestuur wees nieuwe krachten aan voor de Oost. Het aantal leerlingen op de scholen groeide gestadig. In november 1948 telde de St-Jozefschool op 't Fort 468 leerlingen, de Aloysiusschool 332, de Franciscusschool beneden (H. Maagdparochie) 269, de boven school (St-Jozefparochie) 223 en de St.-Janschool voor blo 110. De top was toen nog niet bereikt. De ge boortegolf zou de aantallen nog ver groten. In de Hoogstraat woonden in 1948 dertig pensionairen. In 1951 konden ze terug naar Huijbergen, samen met die van de Blauwehand straat en Halsteren. Het jaar daar voor had het hoofdbestuur besloten om het weeshuis definitief op te heffen. Er waren wel wezen, maar de voorkeur ging steeds meer uit naar opvang in gezinnen. Het noviciaat keerde eveneens in 1951 teaig naar het moederhuis met dank aan de Broeders van Maastricht, de toen malige eigenaars van Lievensberg. Het hoofdbestuur bleef in Bergen op Zoom. Men had ervaren dat de stad voor de contacten naar buiten veel gunstiger lag dan het tamelijk geïsoleerde Huijbergen, zeker zo lang men was aangewezen op het openbaar vervoer. De voedselsituatie was na de oorlog niet meteen rooskleurig. Levensmid delen en brandstof bleven nog een tijd op de bon. De broeders in de Hoogstraat hielden een of twee var kens. Driemaal venneldt de kroniek het slachten van zo'n beest, het laat ste in 1950 (36). 18. Een gouden feest en een eeuw feest In 1951 waren de broeders vijftig jaar in Bergen op Zoom. Een co mité van aanbeveling van 27 nota belen stimuleerde een feestelijke huldiging met aanbieding van een geschenk. Leerkrachten en leerlin gen van de vijf scholen studeerden een operette in en zorgden tot vier keer toe voor een volle zaal in de Korenbeurs bij Coppenolle. Alle leerlingen en ouders van de vijf scholen mochten een uitvoering bij wonen. Ook de oud-leerlingen droe gen een steentje bij en zo kon de feestcommissie een cheque over handigen van ruim 4.600,-. Een druk bezochte receptie en een fees telijk diner voor vele genodigden ontbraken evenmin op het pro gramma. Drie jaar later was er weer reden om de vlag uit te hangen. In 1954 be stond de congregatie namelijk hon derd jaar. Dat werd uiteraard in hoofdzaak in Huijbergen gevierd, maar ook de succursalen deelden in de feestvreugde. Op 18 augustus wa ren nagenoeg alle broeders die in Nederland woonden op Ste. Marie bijeen. Negentig eregasten sloten zich bij hen aan. Om 9.00 uur droeg mgr. J. Baeten, bisschop van Breda, de pontificale Hoogmis op in de parochiekerk van het dorp. Om 10.30 had een plechtige zitting in de aula plaats met als feestredenaar de president van het Groot Seminarie te Hoeven de heer J. Plasschaert. Tijdens die zitting werd een orato rium uitgevoerd door een groot broederskoor. De tekst was van broeder Stephanus Bosman, de mu ziek van broeder Guido Franken en het geheel werd uitgevoerd onder leiding van broeder Matthias Kroese. Na het diner en de receptie volgde nog het toneelspel Zwart of Wit?, geschreven door broeder Gummarus van Gils (1895-1952). De stof had de schrijver ontleend aan de historie van de paters Wil- helmieten. Trots kon de algemene overste constateren, dat het pro gramma zoveel "eigen werk" bevatte. Op 24, 25 en 26 augustus was er een reünie voor de oud-leerlingen van het pensionaat en op 28 augus tus voor de oud-wezen. Bij dit alles waren uiteraard de broeders van Bergen op Zoom nauw betrokken. Zo legde broeder Alberik van Rijck- evorsel bij deze gelegenheid de ba sis voor het latere Wilhelmietenmu- seum door het inrichten van een tentoonstelling op één van de zol ders van het nieuwe Ste. Marie. Op 6 september volgde er nog een feestelijk samenzijn in Huijbergen van alle leerkrachten van de Bergse broedersscholen met H. Mis, Orato rium, diner en een film over de we deropbouw van Ste. Marie (36). Het was ook in 1951 dat broeder Gustaaf Kuhlman en broeder Hya- cinthus van Loon naar Bergen op Zoom werden verplaatst. Gustaaf zou als laatste overste van het con vent Bergen op Zoom in 2001 te rugkeren naar Huijbergen. Broeder Hyacinthus opende met twee groe pen in het gebouw van de vroegere bewaarschool een vglo-school. VGLO stond voor Voortgezet Ge woon Lager Onderwijs en was be doeld voor leerplichtige kinderen die geen plaats kregen of wilden op een ulo-school of een andere vorm

Periodieken

De Waterschans | 2001 | | pagina 13