De Waterschans nr. 4 2001 De Waterschans nr. 4 2001 AJb.14. St.-Janschoolcomplex Maaslaan Bergen op Zoom. Hoofd: broeder Jacobus van voortgezet onderwijs. Eens werd de nachtrust van Br. Gu- staaf wreed verstoord door Br. Hya- cinthus met de mededeling dat de school in brand stond. "Welke school?" was de eerste reactie van Gustaaf. Het bleek tot zijn gerust stelling de vglo te zijn. Een bran dende kachel was door de vloer ge zakt. De schade bleef beperkt. Het vglo kende geen lang bestaan. Het gebouw aan de Schoolstraat bood daarna nog enige jaren onder dak aan de pas opgerichte RK. Mid denstands- en Handelsavondschool onder leiding van de heer J.P.P. van de Boom, onderwijzer aan de Fran- ciscusschool. De broeders Constan- tius Groflfen en Victorinus Hendriks waren als docent aan dit instituut verbonden. 19. Op zoek naar een eigentijdse in vulling van het kloosterleven 1955 - 1978 De jaren zestig van de vorige eeuw kenmerkten zich door diep ingrij pende veranderingen in de samen leving. Thema's als democratisering, inspraak, secularisatie, ontzuiling en onderwijsvernieuwing waren aan de orde van de dag. Ook de kloosters kwamen voor moeilijke keuzes te staan. Meegaan met de tijd of terug naar de discipline van vóór de oor log? De meningen waren verdeeld, maar al gauw werd het duidelijk dat de laatste optie niet haalbaar was. Waar slechts weinigen moeite mee hadden, was de vernieuwing van het onderwijs. Het hoofdbestuur stimu leerde in 1948 de deelname aan een cyclus van tien lessen in 1948-'49 over dit thema. Religieuzen hebben heel wat methodes voor glo en ulo op hun naam staan. Vooral de Fra ters van Tilburg en de Broeders van Maastricht waren zeer actief op dit terrein (36). Het "meegaan met de tijd" uitte zich op talrijke manieren. Zo mochten de broeders van Bergen op Zoom in 1947 een keer naar de Roxybio- scoop. Daar draaide toen Het lied van Bemadette, een verfilming van het gelijknamige boek van de Duitse schrijver Franz Werfel over het leven van Bemadette Soubirous, het meisje aan wie Maria enkele malen verscheen in Lourdes. In 1957 deed de eerste brommer zijn intree en een jaar later haalde Br. Bosco Brekelmans zijn rijbewijs. Weldra beschikte het convent over een auto. Bij het 60-jarig bestaan van school en huis (1961) mochten de lekenonderwijzers voor de eerste keer hun dames meebrengen naar het feestdiner. In 1958 bezochten de broeders de EXPO in Brussel, groepsgewijze of als begeleiders van leerlingen. Een maatregel van meer ingrijpende aard was de invoering in 1960 van het dragen van een zwart kostuum in plaats van een toog. Weer later werd het dragen van een gewoon pak toegestaan en raakte de toog uit de gratie. De televisie was een volgend vraag stuk Men voelde aan dat de intro ductie daarvan afbreuk zou doen aan het gezellig samenzijn in de ge meenschappelijke avondrecreatie. Toen echter de gewoonte insloop om bij interessante gebeurtenissen bij rector Koenraadt op nr. 19 te gaan kijken of bij bevriende leken, hakte het bestuur de knoop door en mocht elk huis een t.v.-toestel aan schaffen. De buis had inderdaad in vloed op het dagelijks kloosterleven en niet alleen in positieve zin. De drang naar vernieuwing en aan passing werd krachtig gestimuleerd door het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) en het Pastoraal Conci lie van de Nederlandse Kerkprovin cie (1968-1970). Er veranderde heel wat. Er kwam een zwaar accent te liggen op de persoonlijke verant woordelijkheid. Het samen bidden van het rozenhoedje werd afgeschaft en de maandelijkse bezinningsdag kreeg meer het karakter van een ge spreksbijeenkomst. Het was de gele genheid om onderling van gedach ten te wisselen met name natuurlijk over de vernieuwingen. Discussiëren was evenwel een cultuur die menig broeder vreemd was. Niet iedereen was gewend om inspraak te hebben of eigen visies en meningen in een groepsgesprek te formuleren. Niet- onderwijzers voelden zich gemakke lijk de minderen. Meer inspraak kwam er eveneens door naast de be staande kieskapittels speciale ver nieuwingskapittels en zakenkapittels in te voeren. De huisoversten waren daarvan lid krachtens hun functie. Ze werden aangevuld met door de broeders rechtstreeks gekozen afge vaardigden (38) Vooral de jongeren zochten naar nieuwe wegen, nieuwe noden, nieuwe werkterreinen. Die meende men onder andere te vinden door het stichten van katholieke scholen in de Derde Wereld en in Neder landse diasporagebieden. Daaron der verstond men plaatsen met veel vacatures aan katholieke scholen. Soms gebeurde dat samen met le den van een andere congregatie. Weer anderen zochten het meer in het buitenschools jeugdwerk, maar slechts weinigen hadden daarvoor een aangepaste opleiding. Alle vernieuwingspogingen ten spijt belandde ook de Huijbergse con gregatie in de crisis van het religi euze leven. Er was minder animo om priester, broeder of zuster te worden. Menig religieus trad uit en zo verminderde het aantal leden snel (39). In de praktijk zag men steeds meer leken op de broeders- scholen. Zelfs onderwijzeressen drongen door in deze mannen- burchten. Door het fuseren van jon gensscholen en meisjesscholen kwamen de broeders vanzelf meer in aanraking met het andere ge slacht. Interne en externe democra tisering, nauwer omschreven rechts- Blommerde, 1957. positieregelingen, leegloop van de oude stadscentra, toenemende bu reaucratisering, schaalvergroting, identiteitsproblemen, het waren al lemaal factoren die een heel andere situatie schiepen, zowel op school als in het klooster. 20. Een ander schoolbestuur. Het hoofdbestuur van de congrega tie was lange tijd tegelijk schoolbe stuur. Toen in de jaren zestig en daarna ouders hier en daar een ei gen schoolbestuur vroegen, kwam het hoofdbestuur aan die wens tege moet door de school of scholen aan een plaatselijke stichting over te dra gen. Meestal nam dan een broeder van het hoofdbestuur zitting in het nieuwe bestuur, om de stichting op weg te helpen en de broeders die nog aan de overgedragen school of scholen verbonden waren, van dienst te blijven. In Bergen op Zoom kwam bij de broeders nim mer een dergelijk verzoek binnen. Blijkbaar vonden de ouders dat ze voldoende inspraak hadden via de ingevoerde oudercommissies. Bij belangrijke stappen zoals het sluiten van een school placht het bestuur trouwens alle ouders vooraf bijeen te roepen om mee te beslissen. Het schoolbestuur van de broeders heette lange tijd officieel Opvoe ding- en Onderwijsstichting Ste. Marie. Eén van de hoofdbestuursle den was speciaal belast met de lei ding en het beheer van de scholen. Hij werd daarbij geholpen door een onderwijsbureau, dat aanvankelijk uit één of twee helpers bestond on der leiding van broeder Theodosius Clarijs (1913-1970). De zetel van schoolbestuur en onderwijsbureau bevond zich in de Hoogstraat. Het bureau zou uitgroeien tot een groot administratiekantoor voor de scho len in de wijde omgeving. Hoog straat 19 werd te klein. Het bureau verhuisde naar een nieuw gebouw in de Kometenlaan, waar het een ei gen leven ging leiden. Na enkele fu sies en uitbreidingen telt het thans ongeveer 80 medewerk(st)ers. Een volgende stap hield in dat leken zit ting kregen in het schoolbestuur. De naam veranderde toen in Scholen stichting Ste. Marie en na verloop van tijd waren het uitsluitend leken die de zetels van de Scholenstich ting bezetten.. Broeder Edward Jan sen was de laatste broeder-voorzit ter. Inmiddels waren op een enkele uit zondering na de broeders uit de scholen verdwenen. Br. Gustaaf Kuhlman en broeder Bartholomeus van Gurp (1933- 1993) waren de laatsten die in Ber gen op Zoom voor de schoolban ken stonden, terwijl broeder Fausti- nus Henken tot op heden het on derwijsbureau van dienst is, de laat ste jaren als vrijwilliger. 21. Van achtenveertig naar twaalf De broeders van de Hoogstraat wa ren uiteraard nauw betrokken bij alle veranderingen, zowel intern in huis als extern in hun scholen. Ieder verwerkte op zijn manier de aanpas singen die plaatsvonden. De één raakte in een crisis en besloot uit te treden; anderen waren blij met de grotere vrijheid die hun ten deel viel en maakten daar een gepast gebruik van en weer anderen hadden moeite met al die vernieuwingen. Hadden ze dan alles verkeerd ge daan? Het zijn de bekende reacties die men niet alleen in de kloosters aantreft. De elkaar opvolgende kronikeurs, gewoonlijk de overste van het huis, maken weinig melding van al die in nerlijke processen. Ze beperken zich gewoonlijk tot het kort weergeven van nieuwe regels en vrijheden, wie er examen deed voor een of andere akte en welke persoonlijke en huis houdelijke veranderingen er in het eigen klooster plaatsvonden. De grotere vrijheid maakte het de broe ders gemakkelijker om lid te worden van verenigingen buitenshuis. Er werd nogal eens een beroep op hen gedaan. In Bergen op Zoom was broeder Hyacinthus van Loon bij- 170 171

Periodieken

De Waterschans | 2001 | | pagina 14