De Waterschans nr. 4 2001 De Waterschans nr. 4 2001 Die Geuskens quamen haer vetjag- hen, Aen boort dampten sy haer wel. Tgrof gheschut aen allen zijden Ginck daer af als een donderslach, De Roers die knapten te dien tijden, Twelek velen was een hardt gelach. Die Schepen onder den anderen dre ven, Die Geuskens leyden al aen boort. Papouwen te vluchten men sach aen- heven, Tot onder Berghen seer verstoort In grooter noot sy lieten steken Thien van haer beste Schepen vae- liant, Alsoot daer clarelick is gebleken, Catte noch Hont quammer van te Lant. Spaeniaerts, Walen, Italianen mede, Menighen roep men hoorde daer. Misericordia roepen, dat was haer zede, Maer gheen ghenade en was aldaer. By de twee duysent zijnder ghebleven, Van die Papouwen, en dat is waer. En op de Schepen die na Berghen dreven Wasser seer vele ghewont aldaer. Dit gedicht is blijkbaar onmiddellijk na de slag voor Bergen op Zoom ge maakt (Den lesten Januarij voorle den). De Geuzendichter verhaalt, dat de Geuzen en de Spanjaarden (Papouwen) bij het Lodijkse Gat slaags raakten, schepen worden geënterd of lopen aan de grond. De Geuzen kennen geen genade. Tweeduizend Spanjaarden zijn ge dood en er waren veel gewonden. Bij Tgrof gheschut aen allen zijden moeten we bedenken, dat het scheepsgeschut in die tijd nog niet veel voorstelde. Het gebulder van de kanonnen moet angstaanjagend zijn geweest (Ginck daer af als een don derslach), maar op langere afstand richtten de schoten nog weinig uit, afgezien van af en toe een geluks treffer. De strategie van de Geuzen bestond er dan ook in met een aan tal schepen zo dicht mogelijk bij de tegenstander te komen, hem de volle laag te geven en vervolgens zo snel mogelijk aan te klampen (Die Geuskens leyden al aen boort). Een maal op dek begon dan een gevecht van man tot man met zwaarden, messen en bijlen (13). Het wandtapijt Bergen op Zoom In 1591 besloten de Staten van Zee land ter herinnering aan de strijd in Zeeland in de vier eerste jaren van de Opstand tegen Spanje een wand tapijt te laten maken. Het zou een gedenkteken zijn, dat de voornaam ste overwinning van de Zeeuwse vloot op de Spaanse in beeld bracht: de slag bij Bergen op Zoom, 29 januari 1574. Toen het klaar was in 1595 wilden de Staten het niet bij dit ene laten. Achtereenvolgens be stelden ze nog vijf andere (15). Het tapijt van bijna 4 m hoog en bijna 7,5 m breed is in de periode 1593-1595 geweven door Francois Spierincx (ca. 1550-1614) uit Delft. Hij is de zoon van een Antwerpse burgemeester. Waarschijnlijk is de verovering van Antwerpen door Panna in 1585 voor hem aanleiding geweest uit die stad te vertrekken en zich te vestigen in Delft. Zijn tapis- sierbedrijf genoot ook in het buiten land grote vennaardheid. Zijn klan tenkring strekte zich uit van Polen tot Engeland. De kunstschilder die het ontwerp voor het tapijt maakte, is helaas on bekend. Gezien de wijze waarop hij de slag en de omgeving in beeld heeft gebracht, moet hij zich op his torisch en geografisch gebied ter dege voorbereid hebben. Naast een bezoek aan het "slagveld", het zoge naamde visiteren, zal hij zoals Hooft zo'n dertig jaar later ook gebruik hebben gemaakt van mondelinge overleveringen, vaak van ooggetui gen, van pamfletten, van dagboeken en verslagen van tijdgenoten, histo rieprenten en geuzenliederen Het is een imposant werkstuk De ontwerper heeft de slag weergege ven, gezien vanaf de zogenaamde Lodijkse Hoek op de noordkust van Zuid-Beveland, in de buurt van Rei- merswaal. Aan de horizon is het ei land Tholen te zien, met vijf kerkto rens. We zien de uitmonding van de Eendracht, het water dat Tholen van Brabant scheidt. Het profiel van Bergen op Zoom tekent zich rechts boven af. De strijd op het water neemt uiteraard verreweg het groot ste deel van de voorstelling in be slag. Links zien we Zeeuwse sche pen opzeilen in de richting van de gevechten op zoek naar hun tegen partij. Rechtsboven stevenen Spaanse schepen af op de haven van Bergen op Zoom in een poging om aan hun achtervolgers te ontko men. De nadruk valt op de scenes op de voorgrond en het midden plan. Duidelijk is de strijdwijze van de Geuzen te herkennen: met en kele schepen een tegenstander in sluiten en enteren. De slag die we te zien krijgen, bestaat uit een aantal van dit soort gevechten op kleine Ajb.9. Het wandtapijt van de slag bij Bergen op Zoom. Het tapijt moest de roem uitba zuinen van de Zeeuwen, die met succes de strijd aanbonden voor vrijheid, godsdienst en vaderland. Uit het "nieu Liedeken, vanden slach voor Berghen": Als Leeuwen vrij „die Geusen bly, Quamen haer by, clampen onder de Ly, Papou waer sijde ghy? Seer vreeslick sachmen schieten De Spaengiaerts haer schepen verlie ten, Schampado speelden sy. Een vrijmoedich accoort „de Geusen voort Quamen aen boort „den Admirael verstoort Groot gheschrey was daer ghehoort, Papou tmoet u verdrieten, Tonnoosel bloet te verghieten, Dat binnen Haerlem is versmoort. Een vlietsche Boot ,seer vreeslijck schoot, Soo dat elck vloot „zijn ghewelt seer groot, Jan van Spaengien viel seer bloot, Men hoorde roepen en kermen, Misericordie wilt ons ontfarmen Maer de loose was slaet dool Al die dit spel aensach, Veel Edelen Cruysheeren Mosten daer sterven leeren Met gheschrey en groot gheclach. Den Gouverneur verblijt, hy is op zijn Peerl ghetreden Al na sijn volck gereden, Maer seer cort was daer sijn tijt. Al hy daer quam „vier ende vlam Tgheschut vernam „sijn volck dat clam, Over den dijck creupel en lam Ellendich quamense hem teghen, Sijn ghesellen seer versleghen Ook in dit gedicht uiteraard het zelfde verhaal. Deze dichter laat de Spanjaarden Schampado spelen (quasi Spaans gevormd van scham pen: vluchten). Met Tonnoosel bloet dat binnen Haerlem is versmoort wordt gedoeld op de gebeurtenissen na de overgave van Haarlem in juli 1573. Toen werden door de Span jaarden 1.700 Staatse soldaten die de stad hadden verdedigd ver moord. De val van Haarlem bleek in zijn gevolgen evenwel een ramp voor Alva. Op dit "kerkhof der Span jaarden" waren duizenden soldaten achtergebleven (14). Ook hier is er geen genade.' de loose was slaet doot. Met de Kruisheren die daar sterven moesten leren, wordt gedoeld op de Spaanse ridders van de orde van St. Jacob, die het zogenaamde Jacobs- kruis als orde en kenteken droegen. De vlieboot die vreselijke schoot en de gouverneur die op de dijk staat, komen terug in het verslag van Hooft. Uit beide gedichten blijkt duidelijk de furie en de strategie waarmee de Geuzen vochten. De Spanjaarden daarentegen vluchten en smeken om genade. De angst voor de Geu zen is zeer groot, m.a.w.Jan van Spa engien viel seer bloot. Afb.10. Detail uit het wandtapijt. Het sil houet van Bergen op Zoom Centraal de St. Gertrudiskerk Links daarvan (v.l.n.r.): de Noordmolen, de St. Margiietenkapel, het Markiezenhof en het stadhuis. Uiterst rechts de Zandmolen en de St. Petrus- en PauluskapeL 180 181

Periodieken

De Waterschans | 2001 | | pagina 19