Een verrassing op de vriendendag, driehonderd drie en zeventig jaar na dato Hoog bezoek aan Het Laag De Waterschans nr. 4 2001 Afb.12. De Beeldenstorm op 20 augustus 1566 in de kathedraal van Antwerpen. Gravure van Frans Hogenberg (overleden in Keulen in 1590). Aanwezig in Prenten kabinet van Koninklijke Bibliotheek in Brussel overleed de laatste Glymesvorst van Bergen op Zoom in Segovia op de leeftijd van 39 jaar. Overeenkomstig zijn laatste wens kreeg Jan een rust plaats in Bergen op Zoom, waar zijn stoffelijk overschot op 1 september 1567 werd bijgezet in het nieuwe fa miliegraf in de Sacramentskapel in de St.-Gertrudiskerk in aanwezig heid onder anderen van de hertog van Alva en de graaf van Egmont. Eerstgenoemde was op 22 augustus met 10.000 soldaten in de Neder landen aangekomen. Hij nam als landvoogd de plaats in van Marga- retha van Parma en richtte een spe ciale rechtbank op, de zogenaamde Raad van Beroerten, om alle deel nemers aan het verzet te berechten. Vanwege de vele doodvonnissen kreeg die rechtbank al gauw de bij naam Bloedraad. Wat Jan IV voor ogen stond, bleek verre toekomstmuziek. "Wat is het toch belangrijk in welke tijd je leeft". Deze zin is een ietwat vrije vertaling van de latijnse tekst op het grafmonument van paus Ad- rianus IV (1521-1523), de enige paus - althans tot nog toe - uit de Neder landen. De tekst suggereert datje te vroeg hebt geleefd om je idealen te kunnen realiseren. Een dergelijk grafschrift komt ook Jan IV toe. Uit zijn brieven blijkt dat hij droomde van de Staten-Generaal als een soort volksvertegenwoordiging, die in overleg met de vorst de belangen van het land zou behartigen. Enkele eeuwen later zou hij beslist meer weerklank hebben gevonden, maar in zijn eigen dagen was die kans erg gering. De vorsten streefden naar absolute macht, naar vaste belastin gen zonder inspraak of controle van welke onderdanen dan ook. De her- vonning bood velen van hen de mo gelijkheid om hun invloed en macht ook over kerkelijke zaken uit te breiden. De godsdienstvrede van Augsburg (1555) bepaalde dat de Duitse vorsten mochten uitmaken, welke godsdienst in hun gebied de heersende zou zijn. Tolerantie en vrijheid van godsdienst achtten ve len praktisch onmogelijk en schei ding van kerk en staat ondenkbaar. Willem van Oranje en Jan IV met hun idealen van godsdienstvrede en religieuse verdraagzaamheid stuitten op onbegrip en tegenstand. Jan IV verdient een monument, al lereerst in de vonn van een gedegen monografie. Daar wordt aan ge werkt. Gezien zijn inzet voor Bergen op Zoom en het Markiezaat, zijn grootheid van karakter, zijn verdedi ging van de rechten die met name de Brabanders in hun hertogdom hadden verworven, zijn afkeer van bloedige vervolgingen, zijn begrip voor andersdenkenden en zijn tragi sche dood, zou ook een fraai stand beeld voor deze laatste Glymestelg, zijn stad niet misstaan. Afb.13. Jan IVvan Glymes (1528-1567). Volgens het onderschrift markies van Ber gen en graaf van WalhainFoto GAB. Geraadpleegde literatuur Mijn beste gids was ook deze keer CJ.E Slootmans. Zijn boek Jan Met ten lippeit Zijn familie en zijn stad. Een geschiedenis der Bergen op Zoomsche heeren Van Glymes. Rot terdam/Antwerpen 1945, blijft een waardevolle bron. Verder heb ik mijn voordeel gedaan met: N.H.M. Grosfeld: In het spoor van een gezantschap. Verslag van een reis van Brussel naar Segovia. Dit reisverslag is te vinden in De Water schans, de nummers 2 en 3 van jaar gang 1991 (21ste jaargang), resp. de pagina's 18-24 en 42-47. Voor wat de institutionele geschie denis betreft zie de dissertatie van WA van Ham: Macht en gezag in het Markiezaat. Een politiek-institutionele studie over stad en land van Bergen op Zoom (1477-1583), Hilversum 2000; en wat de kerkgeschiedenis betreft is er de dissertatie van Char les de Mooij: Geloof kan Bergen ver zetten, Reformatie en katholieke her leving te Bergen op Zoom 1577-1795. Hilversum 1998. Over de beeldenstorm is zeer le zenswaardig het werk van J. Scheer den De Beeldenstorm. Bussum 1974. Over Willem van Oranje zijn meer dere biografieën geschreven. Zelf heb ik veel gebruik gemaakt van twee werken van de grote kenner van de Vader des Vaderlands Rob van Roosbroeck: Willem de Zwijger Graaf van Nassau, Prins van Oranje. Een kroniek en een epiloog Antwer pen 1974 en Willem van Oranje, droom en gestalte (Vlaamse weten schappelijke pockets W 4) Hasselt 1962. Van zijn hand is ook de bio grafie van Philips II onder de titel: Koning Filips II Den Haag 1983. Een Engelse historicus van formaat met een grote belangstelling voor de Nederlanden in de zestiende eeuw is Geoffrey Parker. Twee in het Ne derlands vertaalde werken van hem zijn: Het Spaanse leger in de Lage Landen, Haarlem 1978 en: Van Beel denstorm tot Bestand, Haarlem 1978. Zie ook: B.GJ. Elias: De Tachtigjarige Oorlog, Haarlem 1977 en: S. Groen veld e.a.: De kogel door de kerk? Utrecht 1979. Ook het reeds eerder genoemde naslagwerk Algemene Ge schiedenis der Nederlanden biedt een schat aan infonnatie, voor dit ge deelte met name de delen V en VI van de 15-delige uitgave. 194 De Waterschans nr. 4 2001 J. Sinke - en zagen de zandtaarten, 'het aar dige geback' van de forten Moermont, Pinsen en Roovere -. De oud-archivaris van de stad Ber gen op Zoom vermeldde dit ter loops tijdens zijn causerie over de historische achtergrond van de West - Brabantse Waterlinie. Alsof ieder een dat toch wel wist, gewoon be kende feiten, niets bijzonders. En dat was nu juist niet zo. Voor mij was het althans helemaal nieuw.... en ik heb toch al heel wat gelezen en geschreven over De Roovere! Mij in teresseerde het in elk geval in hoge mate. Want al vaak heb ik getracht mij voor te stellen hoe de linie er vroeger heeft uitgezien en hoe de omstanders het inundatielandschap beleefden. En dan duikt er plotse ling iemand op die nauw bij de aan leg was betrokken, die zelf het bevel tot de bouw heeft gegeven en voor de eerste keer komt kijken na de vol tooiing van het werk. Dat vernamen de Vrienden van De Roovere tijdens hun eerste Vriendendag op 16 juni 2001 van dr. Wim van Ham. Van hem hoorden we o.a. dat prins Fre- derik Hendrik de inundatie en de fortengordel in september van het jaar 1628 inspecteerde! Aanwezig waren ruim honderd vogels van di verse pluimage, te weten bestuur ders, wetenschappers, vrienden en vriendinnen groot en klein, samen gekomen in het bos op de voor schans bij de vlaggenmast en het in formatiepaneel. Voor alle zekerheid was er een oude legertent neergezet die na het enige zomerse buitje wat ging doordruppen. Dat was vlug te verhelpen met een parapluutje boven het meest kwets bare interieuronderdeel, de diapro jector met toebehoren. Dat hetgeen men te horen kreeg allesbehalve oud nieuws was, bleek wel uit de re acties vanuit de 'zaal', de toehoor ders op de banken. Zo in de geest van: is dit echt gebeurd en zo ja, van wie heeft hij die wetenschap? En kele dagen later sprak ik hem hier over. Hij noemde mij de auteur, te weten Broeder Alberik van Rijcke- vorsel, de eerste secretaris van de Historische Kring van Stad en Land van Bergen op Zoom. Die publi ceerde in 'De Waterschans' nr. 12 van 1981 een artikel over de reis van de Prins in 1628. Het behelsde ge dachten en vragen rond een verslag over de inspectiereis van Frederik Hendrik langs enkele Noord-Bra bantse vestingen. Alberik van Rijckevorsel citeert ver volgens uit de 'Tweede druck, eerste deel Ansterdam 1672', pagina 52 en volgende van: 'Koren - Bloemen, Nederlandse Ge dichten van Constantijn Huygens. Ridder, Heere van Zuylichem! Zeel- hem ende in Monickeland: Eerste Raed en Rekenmeester van Sijne Hoogheid den Heere Prince van Oranje. Van Rijckevorsel moet een be kwaam historicus geweest zijn, ge tuige de wijze waarop hij het Ver haal' uit Koren - Bloemen distilleert. Hij stond bekend als een kundig te kenaar en ook dat talent heeft hij met veel humor gebruikt (zie de tekening met het bootje dat De Roovere nadert en de bijbehorende tekst). Ook de weergave van de vroegste geschiedenis van de Linie is zo hel der dat ik deze graag in de oor spronkelijke tekst herhaal. Overigens zijn alleen de citaten die onze eigen regio aangaan genoemd. Dan nu het verhaal van broeder A. van Rijckevorsel: "In juli 1625 viel Breda in Spaanse Ajb.l. De boten op Het Laag Geen Verrijking' van de tekenaar, maar waar gebeurd op zaterdag 9 september 1628. 195 t»'«dX.S>. Bcr^i-n Op ~VerJrvncke hm&t v Ca/lra Pin'fii it

Periodieken

De Waterschans | 2001 | | pagina 26