350 jaar heroprichting parochie Bergen op Zoom 2001 De Waterschans nr. De Waterschans nr. 4 2001 van vrijwilligers, van leken. Dat moest ook wel, want er was maar één priester. Vooral de vrouwen wa ren belangrijk En dan heb ik het over de zogeheten geestelijke doch ters. Dat waren vrouwen die roeping voelden. Ze werden geen klooster zuster of begijn, maar bleven in hun eigen parochie werkzaam. Vooral in de beginjaren waren ze actief: als koster, misdienaar, koorzanger, or ganist, als organisator van gebeds diensten, en als geldschieter. De heroprichting van de parochie was het werk van mannen; dat diezelfde parochie tot bloei kwam, was vooral te danken aan vrouwen. De parochie kwam zoals gezegd ge leidelijk tot bloei. De activiteiten na men toe en het aantal katholieken steeg gestaag. Dat laatste was in be langrijke mate te danken aan het succes van de franciscaanse ziel zorg. De franciscanen waren erg populair. Veel lieden die in de woe lige oorlogsjaren het contact met de katholieke of hervonnde Kerk wa ren kwijtgeraakt, vaak ook de tweede of derde generatie, werden door de franciscaanse pastoors weer voor de katholieke Kerk gewonnen. Daar naast was het succes te danken aan natuurlijke aanwas en aan de voort durende toestroom van nieuwe in woners, vaak afkomstig van het om liggende katholieke platteland, maar soms ook uit verre landen. En zo nam de katholieke bevolking van Bergen op Zoom in omvang toe, ter wijl het hervormde aandeel juist ge leidelijk afnam. Dat laatste zou ove rigens nog worden versterkt door het beleg van Bergen op Zoom dooi de Fransen in 1747, waarbij nog meer hervormde Bergenaren weg trokken. Ja, en dat brengt ons bij de verhou ding tussen hervormde en katho lieke Bergenaren. U kunt zich voor stellen dat het hervormde stadsbe stuur en de hervonnde kerkenraad niet blij waren met die parochie. De pastoor en de kerkmeesters en hun medeparochianen mochten dan wel proberen om de zaak geheim te houden, maar ook vroeger werd een geheim in Bergen op Zoom niet lang bewaard. De hervonnde ker kenraad deed alle mogelijke moeite de katholieke activiteiten te laten verbieden. En de kerkenraad stond daarbij volledig in zijn recht: wat de katholieken deden was immers in strijd met de wetten van het land. Maar het hervormde stadsbestuur trad nauwelijks tegen hen op: ka tholieken waren immers ook bur gers. Zolang ze maar niet teveel aan stoot gaven. En dus konden de ka tholieken in 1704 zelfs, in een ach teraf hoek van de stad, aan de Ko renmarkt, een eigen kerk bouwen, met alles erop en eraan. En daar konden zij hun geloof belijden zoals Moeder de Heilige Kerk dat van haar gelovigen eiste. De verhoudingen tussen de her vormde en de katholieke Kerk en hun vertegenwoordigers mocht dan niet best zijn, op de werkvloer ging het er toch vaak wat minder moei lijk aan toe. Over en weer waren er wel degelijk contacten tussen katho lieke en hervormde burgers. Ze kochten in eikaars winkel, ze deden zaken en ze zaten samen in de kroeg. En ze trouwden met elkaar. Dat zorgde nogal eens voor span ningen, omdat de kerkelijke overhe den en soms ook de familie dat te genwerkte. Maar het gebeurde toch, en in Bergen op Zoom zelfs op vrij grote schaal. Problemen waren er vooral wanneer het om aanzienlijke families ging. Wat dat betreft - en ik denk dan aan de koninklijke familie - is er niets nieuws onder de zon. Maar ondanks de maatschappelijke tegenstellingen tussen hervormden en katholieken was er in Bergen op Zoom toch een wijze van samenle ven die we met een mooi woord 'omgangsoecumene, noemen. Die omgangsoecumene werd aan vankelijk vooral beoefend door het gewone volk. Hoewel ze elkaar uit scholden voor paap en voor geus, en ook nog wel eens met elkaar op de vuist gingen, dronken ze samen net zo goed een glas. Pas aan het einde van de achttiende eeuw, on der invloed van de Verlichting, groeiden ook de leiders van beide bevolkingsgroepen naar elkaar toe. Omstreeks 1775 gaat voor het eerst een Bergse pastoor op bezoek bij een Bergse predikant. En in 1781 durft voor het eerst in 200 jaar de Antwerpse bisschop zijn neus weer te laten zien in Bergen op Zoom. Hij bezoekt dan ook een aantal ge reformeerde notabelen, waaronder de gouverneur. De secretaris van de bisschop tekent het bezoek aan in de bisschoppelijke acta en noteert daarbij dat hij dat met opzet doet, opdat volgende bisschoppen niet nieuwe situatie. Er werden nog eens vier kerkmeesters bij gekozen wat democratisch ging het er in deze tijd aan toe! - en in maart 1651 werd Seroucx door de Ant werpse bisschop tot pastoor be noemd. En daarmee was de oude middeleeuwse stadsparochie in feite weer hersteld. We vieren dit jaar dus de 350jarige heroprichting. Niet de oprichting, want deze pa rochie van Sint-Gertrudis bestaat al minstens 800 jaar. Maar dat kan weer reden zijn voor een nieuw feestje. Terug naar 1651. Vanaf dat jaar werd de parochiële structuur geleidelijk uitgebouwd. De kerkmeesters zorg den voor het geld en voor huizen waar de gelovigen in het geheim bij een konden komen. De pastoor or ganiseerde de zielzorg. Hij diende niet alleen de sacramenten toe, maar zocht ook actief het contact met zijn parochianen en als het even kon met niet-kerkelijken. En er werden broederschappen opgericht, waar de meest devote en gedreven parochianen lid van werden. Wat bij dit alles opvalt, was de grote inzet Inleiding bij de viering van 350-jaar heroprichting parochie Bergen op Zoom (1651-2001) Plaatsbepaling van het feest in historisch en oecumenisch perspectief Gertrudiskerk Bergen op Zoom, 9 september 2001 Dr. Charles de Mooij Voor in het oudste doopboek van deze parochie, op de allereerste bladzijde van de perkamenten band, vinden we in enkele regels de geschiedenis van de heroprichting van de parochie van Bergen op Zoom, de huidige binnenstadspa rochie. Neergepend door de aller eerste pastoor, de franciscaan Nico- laas Seroucx. In een fraai hand schrift - en vanzelfsprekend in het Latijn - vertelt hij hoe begin 1650 de katholieke burgers van Bergen op Zoom bijeenkwamen. In een ge heime stemming kozen ze uit hun midden twee vertegenwoordigers. Die moesten ervoor zorgen dat de Bergenaren na zeventig jaar zonder pastoor, weer een eigen zielenher der zouden krijgen. Zeventig jaar eerder namelijk, in 1580, was in Bergen op Zoom een einde gekomen aan de openbare uitoefening van de katholieke reli gie. Na een pittige beeldenstorm, waarbij vooral deze kerk het moest ontgelden, waren alle kerken, kloos ters en kapellen in de stad gesloten. Voortaan mochten in de stad alleen nog hervormde diensten worden ge houden. De Gertrudiskerk bood in het vervolg onderdak aan de her vormde gemeente. In de zeventig ja ren die volgden, veranderde Bergen op Zoom van een katholieke in een hervormde stad. Uiteindelijk was nog maar een op de vijf Bergenaren rooms katholiek Al die tijd moesten de Bergse ka tholieken buiten de stad naar de mis. Ze moesten naar Halsteren of Huijbergen om hun huwelijken te laten inzegenen en hun kinderen te laten dopen. Maar nu, in 1650, nu de Tachtigjarige Oorlog voorbij was en de stad weer een katholieke markiezin had, zagen de Bergse katholieken hun kans schoon. Er moest een eigen pastoor komen. Afb.l. De bisschoppen Muskens en Van den Berghe met dominee Vermeiden tijdens de plechtige jubileumvieringviering (Foto: R. Verhees). Dus volgde er overleg met markie zin Elisabeth. En met haar steun togen de twee nieuwbakken kerk meesters de grens over, naar Ant werpen, naar de bisschop. Want Bergen op Zoom - en niet alleen Bergen op Zoom maar heel West-Brabant - hoorde in deze tijd tot het bisdom Antwerpen. En de bisschop stuurde ze naar het Antwerpse minderbroederklooster. Daar waren priesters te vinden die goed konden preken, en die voor de duvel en voor protestanten niet bang waren. En die bovendien - en dat was mooi meegenomen - een gelofte van armoede hadden afge legd en daardoor niet al te schaai- lijk in de kost waren. Zo kwam in 1650 pater Seroucx naar Bergen op Zoom. In het ge heim, want anders zou de her vonnde overheid er een stokje voor steken. Seroucx mocht zich nog geen pastoor noemen, want de bis schop wilde eerst kijken hoe het zou uitpakken. Voorlopig was Ber gen op Zoom een missiepost. Maar iedereen bleek tevreden met de 198 199

Periodieken

De Waterschans | 2001 | | pagina 28