Ryk Tulbagh Een Bergenaar die gouverneur van de Kaap werd De Waterschans nr. 4 2001 graving in Londen in 1974-1975 le verde een benen montuur op van een bril, die erg lijkt op het Bergse exemplaar (4). In 1982 werden een complete houten bril en stukken van nog zes andere gevonden bij een klooster in Freiburg (5). In Ne derland was al eerder een compleet benen brilmontuur bekend uit een opgraving van het kasteel van Sou burg (6), een fragment van een wil genhouten montuur uit Haarlem (7) en een vrijwel compleet benen exemplaar uit een beerput van het klooster Windesheim in Zwolle, op gegraven in 1986 (8). De brillen van Wienhausen en van Freiburg worden gedateerd om streeks het midden van de 14de eeuw. Het glas van de Wienhauser brillen is plano-convex, dat wil zeg gen dat een kant bol en de andere kant vlak is, geschikt voor verzien- den Waarschijnlijk werden de gla zen gemaakt uit geblazen glasbollen met een diameter van 60 tot 90 cen timeter, die in stukken werden ge broken en vervolgens tot lenzen ge slepen. De Bergse en Zwolse bril da teren uit het einde van de 14de of het begin van de 15de eeuw, de Sou- burgse en Haarlemse uit de 15de eeuw en de Londense van om streeks 1440. Met name de Londense bril is inte ressant, omdat die vrijwel dezelfde afwerking heeft als de Bergse, met gaatjes op de overgang van steel naar montuur. Engelse onderzoe kers menen dat deze gaatjes nog ge diend kunnen hebben als extra hulp bij het lezen. Het kijken door een klein gaatje heeft namelijk dezelfde corrigerende werking op het oog als een lens. Een dergelijke functie is echter niet met zekerheid vast te stellen. Onderzoek leert dat er al in 1326 brillen bekend waren in Engeland en daar later in de 14de eeuw zelfs in grote hoeveelheden op de markt kwamen. Belangrijke centra van bril- lenfabricage waren Vlaanderen en Brabant, dankzij de handelscontac ten en uitwisseling van vakkennis met Noord-Italië. Sinds de bloei van Bergen op Zoom als handelsplaats in de 15de eeuw ging een deel van de brillenhandel met Engeland zelfs via onze stad plaatsvinden. In 1472 getuigden handelaren uit Londen en Brussel voor de schepenen van Bergen op Zoom dat een koopman uit Antwerpen op de Bergse jaar markt allerlei goederen had ver kocht aan een collega uit Norwich, waaronder ook brillen. In 1482 vin den we in de Bergse archieven de vermelding dat een koopman uit Favershant geld schuldig was aan een Antwerpenaar wegens de aan koop van kemelharen stof, brillen en ossenhoorns. In 1480 en 1481 bereikten schepen, afkomstig uit on der andere Bergen op Zoom, de ha ven van Londen met aan boord 30 gros brillen en brillendozen (9). Ge let op de grote gelijkenissen tussen de Bergse en Londense bril is het goed mogelijk dat beide brillen in het Vlaams-Brabantse gebied ver vaardigd zijn. De herkomst van de Bergse bril De bril die dit jaar in een Bergse af- valkuil werd gevonden, is in meer dere opzichten zeer bijzonder. Het is de tweede keer, na de vondst in Wienhausen, dat een compleet bril montuur gevonden is inclusief de glazen. Daarnaast is het de enig be kende middeleeuwse bril met deco ratie. De antropomorfe (ntensvor- mige) versieringen maken het een uiterst zeldzaam gebruiksvoorwerp. De lenzen zijn ongetwijfeld plano- convex geweest, maar van de bolling is weinig overgebleven. Dat de bril compleet, met glazen en al, in een kuil vol gebroken huisraad terugge vonden werd, is overigens een mira kel. De inhoud van de put werd im mers ooit uitgeschept en weer her begraven. Het is daarom waarschijn lijk dat de bril aanvankelijk verpakt was in een beschennende koker of foedraal. Uit Freiburg is een derge lijk houten foedraal bekend. De vraag dringt zich dan op, of de bril doelbewust werd weggegooid, of misschien per ongeluk in de beer put terechtkwam... De afvalkuil waarin de bril gevon den werd, lag midden op het ach tererf van het huis "De Drinck Al Uit" (de naam van een soort drink beker). Helaas is niet bekend wie daar omstreeks 1400 in woonde. Wel weten we, dat deze straat be woond werd door de rijkere boven laag van de bevolking. In de ver- koopacten komen we regelmatig priesters, kanunniken en kooplie den als eigenaren tegen, tenvijl de vondsten uit de afvalkuilen veel luxe producten bevatten, zoals Spaans aardewerk, glas en objecten van reli gieuze aard, waaronder een pelgrims teken en een reliekhouder. Het is niet ondenkbaar dat de toenmalige bewoner van de Drink Al Uit even eens een geestelijke was. Hij was in elk geval een van de weinigen van zijn tijd die kon lezen en schrijven. Noten De Waterschans nr. 4 2001 ALA van Loon Een weinig bekende Bergenaar Dat is Ryk Tulbagh (1699-1751) ze ker. Er zullen inderdaad maar wei nig leden van onze Kring eerder van hem gehoord hebben. In zijn eeuw, de achttiende, was hij trou wens evenmin een bekende figuur in Bergen op Zoom. Daarvoor lag zijn werkterrein te ver weg. Hij is er ook niet geboren. Zijn vader Dirk Tulbagh was officier in het leger van de Staten-Generaal in Utrecht. In 1704 werd hij overgeplaatst naar Bergen op Zoom in dienst van commandant Maurice Pasques de Chavonnes. Zo kwam zijn toen vijfjarige zoon Ryk in Bergen op Zoom terecht. Daar genoot hij zijn opleiding. Volgens de biografie van Ryk door J.F van Oordt was de jon gen leergierig, ijverig en intelligent. Hij voltooide zijn studie in Dor drecht toen hij zestien was. Ryk wilde graag scheepsdokter worden in dienst van de VOC, de Verenigde Oostindische Compagnie, opge richt in 1602. (Volgend jaar herden ken we dat die stichting driehon- derd jaar geleden plaatsvond. De voorbereidingen zijn in volle gang). Omdat vader niet genoeg ver diende om zoonlief verder te laten studeren, zocht hij hulp bij een welgestelde vriend die goede con necties had met de heren bewind hebbers van de VOC. Dankzij diens aanbeveling kwam Ryk in dienst bij de machtige handelscompagnie en werd hij toen hij zestien was uitge zonden naar de Kaapkolonie in Zuid-Afrika. De Kaapkolonie Een reis van de Republiek naar Oost-Indië was lange tijd een hele onderneming. Maandenlang waren de zeilschepen onderweg en aan boord kregen velen last van scheur- beuk, de populaire benaming voor een ziekte die in het latijn scorbut heet. Menig matroos vond zijn laat ste lustplaats in een zeemansgraf. Men had in die tijd nog nooit van vitaminen gehoord, maar uit erva ring wist men wel dat verse groen ten en fruit een uitstekend middel 153 AJb.3. Tommaso da Modena, kardinaal Hugo de Provence, fragment uit het fresco in de kapittelzaal van het domini canenklooster San Niccolö in Treviso met de oudste afbeelding van een gekonken bril, 1352 (Foto: Scala Milaan). 1Michael Rhodes, "A pair of fifteenth- century spectacle frames from the city of Londen", in: The Antiquaries Journal, 52 (19 8 2), 58-73. (2) Frank Rossi, Brillen. Van leesglas tot mode-artikel. Haarlem, 1991, 13-35. (3) E.H. Schhmitz, "Besseres Sehen. Chronik einer der nützlichsten Erfindungen". In: Der Augenoptiker, 3, 1990, 45-52; H. Ap- puhn, "Ein denkwürdiger Fund". In; Zeiss-Werkzeitschrift, 6, 1958, 1-8 en 62- 65. (4) Rhodes, 1982. (5) H. Steuer, "Mittelaltcrliche Nietbrillen aus Freiburg im Breisgau". In: Stadt Frei burg im Breisgau. Museum filr Ur - und Friiligeschichte. Freiburg, 1986, 46-56. (6) I. Schoups en AWiggers (red), "Marnix van Sint Aldegonde", Antwerpen, 1998, 128-129. (7) JJ. Temmrnck (red). Huis ter Kleef. Het enige kasteel van Haarlem. Haarlem, 1995, 89-90. (8) H. Clevis, "Zwolle ondergronds. Zeven blijkvangers van archeolo gische vondsten in Zwolle", Zwolle, 2001, 29. (9) Rhodes, 1982, 65-66. Ajb. 1. Ryk Tulbagh. Afb.2. Gezicht op de Tafelbaai in de da gen van de V.O.C., de Verenigde Oostindi sche Compagnie.

Periodieken

De Waterschans | 2001 | | pagina 5