De Waterschans nr. 4 2001 De Waterschans nr. 4 2001 'y S iu?tvliet vechten. Zij wonnen aan slagkracht door het moderniseren van hun le ger onder leiding van prins Maurits van Nassau en zijn familieleden. De macht van hun Republiek groeide aanzienlijk doordat uit het Zuiden gevluchte kooplieden kapitaalkracht brachten. Samen met de reeds hier gevestigde gegoeden, vooral in Hol land en Zeeland, legden zij de grondslag voor handelscompag nieën die hun activiteiten richtten op Amerika en Azië. Hierdoor kon men aan Spanje en Portugal als ko loniale machten concurrentie aan doen. De Nederlanders veroverden steunpunten in Azië en Amerika en namen hiermee een belangrijke plaats in de wereldhandel in. Op politiek en militair terrein zochten en vonden zij steun bij de vijanden en concurrenten van Spanje, zoals Engeland, Denemarken, Frankrijk en enige Duitse vorsten. Hervatting van de strijd Beide partijen waren oorlogsmoe geweest toen in 1609 een wapenstil stand van 12 jaar werd gesloten. In 1621 werd de strijd echter hervat. Door het groeien van de Staatse macht was het gebied benoorden de grote rivieren reeds voor het Be stand grotendeels 'bevrijd'. Maar in het zuiden waren van Brabant en Vlaanderen, eens centra van de Op stand, slechts enige steden in han den van de Staten-Generaal geble ven, waaronder Bergen op Zoom en Breda. Bij de hervatting van de vijandelijk heden in 1621 waren de Verenigde Nederlanden economisch en mili tair gezien een jonge, wilskrachtige republiek geworden. De Spaanse Nederlanden hadden zich tijdens het bestand hersteld van de zware verliezen tijdens de laatste oorlogs jaren. Door de hervatting van de oorlog kwamen dus twee staten te genover elkaar te staan, die vooral in cultureel opzicht (de godsdienst!) van elkaar vervreemd waren. Hoewel het doel van beide was om de Ne derlanden met de wapens in de vuist te herenigen kwam het er in de praktijk op neer, de eigen militaire situatie te verbeteren door het vero veren van strategisch belangrijke plaatsen. In de eerste jaren na het Bestand waren de Spanjaarden aan zet. Het beleg van Bergen op Zoom in 1622 had Spinola echter moeten opbre ken, al raakten Holland en Zeeland land. Opnieuw kon de vijand de Zeeuwse en Hollandse scheepvaart hinderen. Verder versterkte hij het dorp Zandvliet, en bouwde het om tot een vestingstadje. Nadat de prins Grol had ingenomen kwam hij snel hierheen. Hij gaf bevel, dat de aan leg van een nieuw fort, naar hem ge noemd, tussen Lillo en Zandvliet het machtsevenwicht aan de Schel de moest herstellen (afb. 2) (11). De operaties aan de Schelde trokken vooral in de Republiek veel aan dacht. In pamfletten en gedetail leerde kaarten liet men een en an der vastleggen (12). Reeds tijdens het Bestand was er veel werk besteed aan de vesting Bergen op Zoom (13). Daarbij lag de nadruk op voorzieningen aan de westkant van de stad, waar de kwets bare verbinding van de vesting met de havenmond voorzieningen be hoefde. Onder leiding van ir. David van Orliens kwam een nieuw haven front tot stand, genaamd Beckalf, waarin een nieuwe Waterpoort. Te gelijkertijd werd de afwatering gewij zigd (1615-1621) (14). Ook tijdens het beleg van 1622 had men ijverig verder gewerkt, vooral aan de bui tenwerken van de vesting. In strate gisch opzicht gevaarlijk dicht bij de stad gelegen heuvels werden afge graven; zware verdedigingstorens, zogenaamde redouten, dekten de landpoorten en andere zwakke pun ten in het stelsel (15). Men maakte nu, van Staatse kant, ook ernst met de plannen rond Steenbergen. Die strategisch zo belangrijke, maar bijna geheel ver waarloosde plaats had dringend ver sterking nodig. Belangrijke inpolde ringen gedurende het Twaalfjarig Bestand hadden de ligging van het stadje ongunstig beïnvloed. Door de herbedijking van Heer Jansland of Afb.3. De vesting Steenbergen (met slechts drie bolwerken), de haven en het begin van de 'zoute inundatie' rechts. Het noor den links, het oosten boven. Links Prin senland, de Steenbergse Vliet en het fori Henricus met bijbehorend hoornwerk aan de havenmonding. Fragment van de kaart Tabula Berga- rum ad Zomam, Stenbergae door Fr. Van Schoten, in: H. Grotius, Grollae Obsidio cum annexis anni MDCXXVI1 (Amsterdam 1629). Reproductie: J.H. van Mosselveld, Prenten van Ber gen op Zoom (Breda 1967) nr. 3. Afb. 2. Situatie van de schansen langs de Schelde benoorden Antwerpen. Het noorden links, het oosten boven. Links het fort op Hoogerwerve in de tegenwoordige polder Hoogerwerf bij Ossendrecht, toen een eiland. In het midden de vesting Zandvliet; rechts daaronder het in 1627 nieuw aangelegde Fori Frederick Heijndrick. Nog verder naar rechts de Staatse schansen Lillo (op de rechteroever) en Liefkenshoek (op het eiland van Doel, linkeroever). Fragment van de kaart Tabula Castelli ad Santflitam in: H. Grotius, Grollae Obs idio cum annexis anni MDCXXVII (Amsterdam 1629). Reproductie: J.H. van Mos selveld, Prenten van Bergen op Zoom (Breda 1967) nr. 4. in paniek. Een en ander werd ver sterkt door de inname van het prak tisch onverdedigde Steenbergen. Dat lag griezelig dichtbij de grenzen van de opstandige gewesten. Nog erger was het dat Spaanse kanon nen de scheepvaart op de Schelde konden hinderen. (8). De oevers van de Schelde en de Eendracht had men verbreed door daar polders on der water te houden. Zij waren bij vloed waarschijnlijk te voet niet over te steken. Er bestond echter ook toen een laagwatergetij en het ge lukte de vijand herhaalde malen om zich door slik en water naar de over kant te verplaatsen. Als tegenmaatre gel kon men forten in het oeverge- bied opwerpen en kleinere verdedi gingswerken op de vaste wal aanleg gen. Een voorbeeld hiervoor waren die op de Thoolse oostoever en de daar tegenover gelegen onder water gezette polderstrook van Nieuw- Vossemeer en Halsteren (9). Prins Frederik Hendrik (afb. 1had in 1625 het zwaard van zijn gestor ven broer overgenomen. Hij kon vrij spoedig succes boeken door het eli mineren van de Spaanse steunpun ten in Twente en de Achterhoek. Zijn eerste belangrijke prestatie was de reeds genoemde succesvolle belege ring van Grol of Groenlo in 1627. Terwijl de prins met zijn legennacht in het noordoosten verbleef, kwa men de Spanjaarden in het offensief aan de Schelde ten noorden van Antwerpen. Een en ander ging ge paard met de aanleg van nieuwe ver sterkingen aan de oever van de Schelde. Sinds de val van die stad in 1585 werd haar scheepvaart pernia- nent onder Staatse controle gehou den door militaire steunpunten aan de rivieroevers. De voornaamste wa ren de forten van Lillo en Liefkens hoek. Met als rugdekking de nieuwe versterkingen van Zandvliet en Hoogerwerve (zie volgende para graaf) vond via de kreken van het verdronken land een inval in de richting van Goes plaats. De Span jaarden gebruikten hiervoor platbo demschuiten of sloepen ('Chalou- peif). De tocht liep echter op niets uit (10). Versterkingen De Spanjaarden ontketenden in 1627 een ware schansenoorlog in het natte, onder water staande ge bied langs de Schelde. Een eerste stap was het aanleggen van een fori tegenover Ossendrecht op Hooger werve, in het uiterste oosten van het verdronken gedeelte van Zuid-Beve- 158 159 Steenbergen SOucommrrt

Periodieken

De Waterschans | 2001 | | pagina 8