De Waterschans nr. 4 2001
Nieuw-Gastel en de nieuwe bedij
king van de (Oude) Prinsenlandse
polder was als het ware een loop
brug gelegd in de richting van het
Hollandse eiland Overflakkee. Na
de herovering van Steenbergen in
1622 was de aandacht voor de ge
vaarlijke situatie even verslapt, maar
na de val van Breda in 1625 kwam
er een masterplan tot stand om een
Hollands bruggenhoofd op Bra
bantse bodem te vestigen door de
aanleg van forten aan de haven
monding van Steenbergen, bij Din-
teloord en aan de Rode Vaart tussen
Klundert en Zevenbergen. Alleen
het fort van Steenbergen kwam er
werkelijk, maar de realisatie verliep
vrij traag. Pas in januari 1627 kon
men er zeker van zijn, dat de nieuwe
schans tegen aanvallen bestand was.
Hij heette 'Henricus', naar de aan
grenzende Graaf Hendrikspolder
(16). Vervolgens pakte men de ver
sterking van het stadje zelf aan. De
drie bolwerken in de nieuwe hoofd
wal waren in de herfst van 1628 vol
tooid (afb.3). Het volgende jaar kwa
men er nog drie nieuwe bij, waar
door de vesting Steenbergen een
zeshoekige vonn kreeg. Allerlei bui-
ten- en bijwerken kwamen in de ko
mende jaren tot stand. Het is hier
niet de plaats op de vestinggeschie
denis van Steenbergen verder in te
gaan (17).
Aanleg van de linie
In zijn memoires schreef Frederik
Hendrik dat reeds in 1627 een plan
bestond, om twee forten aan te leg
gen tussen Bergen op Zoom en
Steenbergen (18). Dit plan ging niet
door, want in het volgende voorjaar
ging men de situatie opnieuw bekij
ken. De Staten-Generaal besloten
toen geen legertocht te houden, ten
zij de vijand hen daartoe zou dwin
gen. De Spanjaarden, beroofd van
hun aanvoerder, bleven dit jaar in
derdaad passief. Militaire autoritei
ten en politieke kopstukken uit de
Raad van State kwamen naar Ber
gen op Zoom om de ligging van het
terrein te bekijken (19). De linie
moest Bergen op Zoom met Steen
bergen verbinden door moerassige,
onder water staande of onder water
te zetten terreinen. Waar dat onmo
gelijk was door de hoogteligging,
voor een aanvaller bruikbare toe
gangswegen of 'accessen', moest
men forten en andere versterkingen
aan 1 eggen (20). Bovendien be
hoefde de waterstaatkundige situatie
onder Steenbergen voorziening. Zij
diende onder controle te worden
gebracht door het opwerpen van
nieuwe dijken en de bouw van een
inundatiesluis. Nu kon een 'zoute
inundatie' door die sluis gaan aan
sluiten op de 'zoete' moerassen on
der Halsteren en Bergen.
Voor het graafwerk zette men een
eenheid troepen in (Frederik Hend
rik schrijft: 4000 man) die onder lei
ding stond van kolonel Willem
Pijnssen of Pinssen (21). De bevel
hebber vestigde zich in een versterkt
legerkamp bij Noordgeest (afb. 4).
De drie forten kregen de vonn van
een vierkant, op de hoeken van bol
werken voorzien. Dat aan de Zand
straat kreeg de naam Moennont,
naar de Zeeuwse gedeputeerde ten
velde, Iman van Zuytland, heer van
Moennont. Dat bij de Melanen ont
leende zijn naam aan de zojuist ge
noemde kolonel Pinssen. De groot
ste schans, aan de noordpunt van
het hogere gebied (de zogenaamde
Neelenbergen) kreeg de naam De
Roovere naar de Hollandse gedepu
teerde Pompejus de Roovere, heer
van Hardinksveld.
Troepentransport over het onder
water gezette gebied was reeds in
augustus mogelijk (22). Toen waren
ook de forten in de linie in hoofd
zaak klaar, maar de afwerking vond
pas in 1629 plaats (23). Voor het
werk bestond grote belangstelling,
zowel te Bergen op Zoom als elders
in het land. Samuel de Swaeff,
Franse schoolmeester en landmeter,
beet de spits af met een vrij primi
tieve kaart van de nieuwe fortifica-
tiewerken. Hij droeg ze op aan de
magistraat van Bergen op Zoom
(24). Uit allerlei details blijkt dat
deze kaart mede diende voor de
door de Amsterdamse kaartmaker
Nicolaas Visscher nog dat jaar uit
gegeven overzichtskaart, die mede
Steenbergen, Vossemeer en een
deel van Tholen omvat (25). Een
cartografisch hoogtepunt was de
vakkundige driehoeksmeting door
de Leidse professor Franciscus van
Schoten. Zijn kaart verscheen nog
dat jaar in druk bij Willem Blaeu te
Amsterdam (26). De Hollandse be
langstelling voor de nieuwe linie
was niet zo vreemd: niet alleen
kostte het werk aanzienlijke finan
ciële en materiële inspanningen,
maar de persoonlijke betrokkenheid
van de prins trok de aandacht van
een geletterd publiek Frederik
Hendrik voer in september 1628
vanaf Steenbergen per platboomd
schuitje naar De Roovere om de
nieuwe linie te inspecteren. Zijn se
cretaris, de befaamde Constantijn
Huygens, beschreef de gebeurtenis
sen in zijn gedicht over de 'Reise
van den Prince', opgenomen in de
bundel 'Koren-Bloemen' (27).
Voltooiing en oorlogseinde
Maar ook de gebeurtenissen van de
dag droegen bij aan de naamsbe
kendheid van stad en linie. In te
genstelling tot het voorafgaande jaar
werd het zomerseizoen van 1629
benut om actief oorlog te voeren.
Vooral de belegering van 's-Herto-
genbosch was van groot belang. Dit
werd als het meesterstuk van Frede
rik Hendrik beschouwd. De Span
jaarden en hun bondgenoten moes
ten ondertussen bijspringen in
Noord-Italië, maar zonder succes:
de Fransen veroverden Mantua in
de lente van dat jaar en ondertussen
ging ook Den Bosch voor de kroon
verloren. Tijdens deze maanden
hing veel af van de voltooiing van de
y&Wtrs: TZsff
160
De Waterschans nr. 4 2001
linie van Bergenop Zoom naar
Steenbergen. Een Spaans succes in
het zuidwesten moest immers kost
wat kost worden voorkomen. De
uiteindelijke inname van de Dieze-
stad was voor de prins een belang
rijke overwinning en van het groot
ste belang voor zijn prestige en dat
van de Republiek
Pas in november 1630 kwamen er
weer Spaanse troepen vrij om in het
noorden in te zetten. In september
van het volgende jaar werd het kei
zerlijke leger echter verslagen bij
Breitenfeld in de omgeving van
Leipzig. Bovendien verloor Spanje
zijn greep op de Elzas, een belang
rijke verbindingsschakel in de mili
taire route van Zuid-Europa naar de
Nederlanden. De Republiek nam
haar kans waar. In een triom
fantelijke veldtocht veroverde de
prins in 1632 Venlo, Roennond en
Maastricht (28). In 1631 moest het
noorden vlak bij huis nog een ge
vaarlijke situatie het hoofd bieden.
Zeeland en West-Brabant kwamen
weer op het nationale netvlies door
een Spaanse inval. De bedoeling
was, een bruggenhoofd te vestigen
bij Ooltgensplaat op Overflakkee.
Een landleger trok via Roosendaal
over de landtong naar Dinteloord
en wachtte daar de komst van de
Spaanse vloot af. Die zeilde via het
Verdronken Land van Zuid-Beve
land, en vervolgens om Tholen
heen, in de richting van Overflakkee.
Nu wreekte zich het feit dat er te
Dinteloord geen Staats militair
steunpunt of fort was. Op het Slaak
bij Sint-Philipsland viel een
Zeeuwse vloot onder vice-admiraal
Hollare de Spanjaarden aan: de ex
peditie eindigde voor de Spanjaar
den in een catastrofe. Frederik
Hendrik had wegens het dreigende
gevaar zijn veldtocht in Vlaanderen
moeten afbreken. Hij nam positie in
binnen een kamp bij Noordgeest,
veilig achter de linie (29). De linie
zelf werd niet aangevallen. Het ging
de Spanjaarden om het verrassings
effect van een snelle inval te land en
te water. Van een langdurige belege
ring zagen zij dus bij voorbaat af.
Hierdoor bestond er geen recht
streeks gevaar voor Bergen op
Zoom.
Weer konden de kaartmakers aan
het werk. Zij lijmden hun voorhan
den materiaal over Zandvliet, de li
nie en de Zuid-Hollandse en
Zeeuwse eilanden aaneen tot een
aantal belangwekkende nieuwskaar-
ten (30).
In 1631 werd een spannende epi
sode in de oorlogsgeschiedenis van
West-Brabant afgesloten. Al bleven
incidentele Spaanse aanvallen op
Bergen op Zoom en de linie niet
uit, de voornaamste gebeurtenissen
waren op andere doelen gericht.
Frederik Hendrik probeerde zijn
Groot-Nederlandse droom waar te
maken door veldtochten in Brabant,
Limburg en Vlaanderen. De resulta
ten waren, afgezien van de tocht
door Limburg, nogal magertjes. De
situatie bleef vrijwel onveranderd,
op enige belangrijke uitzonderingen
na. In 1637 heroverde de prins
Breda en in 1645 Hulst. Daarna
sloeg de oorlogsmoeheid weer toe.
In 1648 werd te Munster met de
Spaanse koning een vredesverdrag
gesloten (31).
Slotbeschouwing
In dit artikel staan de grote lijnen
van de geschiedenis centraal. Ach
teraf bezien waren de hier in het
kort opgesomde gebeurtenissen niet
meer dan schakels in het proces van
afronding van het grondgebied van
de Republiek. Een militaire zone, de
afhankelijke Generaliteitslanden,
beschennde voortaan het land be-
Afb. 4. De drie nieuwe forten tussen Ber
gen op Zoom en Steenbergen. Het noor
den links, het oosten boven. Links Rovers
Fort, midden Fort Pinsen en rechtsboven
Fort Moennont. Tussen Pinssen en Moer-
mont een gracht (Doorsnijdinghe), gegra
ven om de situatie te versterken. Geheel
rechts een deel van de vesting Betgen op
Zoom met de inundatie van de Meeren.
Vlak bij het gelijknamige fort ligt het
Qualifier] offe Leger onder 't Command-
[ement] vande Hjeer] Colfonel] Pinsen.
Fragment van de kaart Tabula Berga-
rum ad Zomam, Stenbergae door
Fr. Van Schoten, H. Grotius, Grollae
Obsidio cum annexis anni MDCXXVII
(Amsterdam 1629). Reproductie:
J.H. van Mosselveld, Prenten van Ber
gen op Zoom (Breda 1967) nr. 3.
161
yr/..