De Waterschans nr. l 2 OO 2
De Waterschans nr. l 2002
JL 3. littgeitaiis voorbeen J. t. van Uuuren Hmiferdait! jj
tot mannen, die van "aanpakken"
weten, die niet slechts theoretisch,
maar vooral ook practisch ge
schoold zijn. Aan zulke vaklieden
heeft de maatschappij altijd gebrek.
Van harte wensch ik U dan ook suc
ces in Uw streven toe, waarbij ik de
hoop uitspreek, dat het U en den
overigen initiatief-nemers gegeven
moge zijn, een keur van bekwame
smeden te vormen. Deze brief is aan
U en Uw medestanders gericht; U
kunt daarvan, ten einde het werk te
stimuleeren, het gebruik maken, dat
U noodig acht. Met gevoelens van
hoogachting,".
Tot aan zijn dood zal Dingemans,
zoals gezegd, deze opvattingen via
lezingen, in interviews, in de politiek
en privé blijven verkondigen en ver
dedigen. De felheid waarmee hij zijn
ideeën voorstaat, blijkt uit de vol
gende bloemlezing van markante
uitspraken van hem die in tijdschrif
ten en (vak)bladen zijn gepubliceerd.
In 1939 laat Dingemans zich als
volgt uit tegen een jongen die welis
waar een diploma heeft gehaald
maar alle ervaring mist: "Je moet las-
schen met een brander, maar niet
Overtoom Do. 327 - Kunst-- en Grofsmederij -- Celefoon 23298 y
hekken
Klokkestoelen
Consoles
ÜJierookstandaards
Cicbtkroonen
kacxxac
Kaarsenbakken
Kerkornam enten
Doopvontdcksels
Koper-, Brons- en
Ijzerwerk
Afb. 10. Kunst- en Grofsmederij
A.J. Dingemans te Amsterdam,
circa 1909.
Bovenstaande opvattingen krijgen
een concrete uitwerking in de res
tauratiewerkzaamheden van de toe
gangshekken van het Vondelpark te
Amsterdam. Dingemans en twee an
dere Amsterdamse smidspatroons
lanceren in 1940 het plan vijfentwin
tig jongeren, tegen betaling van een
volwaardig salaris, gedurende één
jaar deze hekken te laten repareren
in hun werkplaats. De jongeren zul
len tijdens hun werkzaamheden be
geleid worden door oudere, ervaren
smeden. Zij krijgen aldus niet alleen
werk gedurende een bepaalde perio
de maar ook een gedegen vakoplei
ding. Hierdoor worden hun kansen
op de arbeidsmarkt vergroot. De
kosten van dit plan bedragen 11
4000,—. Dit bedrag moet door par
ticuliere giften bijeengebracht wor
den. In oktober 1940 is het startbe
drag aanwezig. De eerste hekken
worden dan door een tiental jonge
ren onder handen genomen.35 Het
plan heeft de volledige steun van de
burgemeester van Amsterdam, dr. W.
de Vlugt, getuige een persoonlijk
schrijven van 15 oktober 1940 aan
Janus Dingemans.36 De tekst van de
brief luidt als volgt: "Zeer geachte
Heer Dingemans, Zooals U mij
schreef, hebben drie Amsterdam-
sche smeden, de Heeren Spaan,
Stakebrand en U, het initiatief geno
men een aantal jongelieden tot vak
bekwame smeden op te leiden. U
staat daarbij voor de moeilijkheid,
objecten te vinden, welke weinig ma
teriaal vereischen, maar niettemin
geschikte oefenstof bieden. Voor-
ïoopig zijt Gij hierin geslaagd, dooi
de kunstig gesmede hekken van het
Vondelpark, die dringend herstel
behoeven, onder handen te nemen.
Eenige jongelieden zijn reeds aan
den arbeid. Of dit werk mijn sympa
thie heeft? Mijn volle sympathie. Im
mers Gij geeft jongelieden gelegen
heid een vak te leeren, hen te vor
men tot goede vaklieden, tot men-
schen, die hun vak grondig verstaan.
met een diploma".37
Op de vraag hoe Dingemans als
leermeester optreedt, reageert hij in
1940 als volgt: "O, dat valt mee, zegt
hij. Ten minste, als je werken wilt en
er voor deugt. Als zoo'n snaak geen
zin heeft, zeg ik den derden dag te
gen hem: "Aap, je bent te lui en te
lam, smeer-em". En als hij niet kan
zien wat krom is en wat recht, zeg ik
hem: "Jongen, ga naar Onzen Lieven
Heer, geef je oogen terug en vraag
om een krentebol, dien kun je ten
minste opeten". Maar, als hij niet lui
is, goede oogen heeft en nonnale
hersens, dan heb ik er altijd een goe
den vakman van gemaakt, die overal
terecht kon en nooit werkloos be
hoefde te wezen. Zoo is het bij de
smeden, bij de timmerlui, bij de
meubelmakers en overal. Leer een
vak en je hebt je brood altijd" 38
De smid
"Een kunstsmid moet iederen dag
teekenen, iederen dag smeden, iede
ren dag aan kunstgeschiedenis doen.
Wie niet kan teekenen, hoeft er niet
aan te beginnen; wie het verschil
niet weet tusschen gotisch en barok.
Ajb. 11. Interieur van Kunst- en Grof
smederij AJ. Dingemans te Amsterdam,
circa 1909.
moet er met z'n handen afblijven.
Om stijlen te leeren kennen, moet
de kunstsmid de werken van oude
meesters bestudeeren. Hij moet ze
zien, hier en in het buitenland; hij
moet vergelijken en keuren, en: hij
moet handen aan z'n lijf hebben. Hij
moet van andermans teekening kun
nen werken, kunnen en duiven zeg
gen: zoo is het wel mooi geteekend,
maar zoo kan het nu eenmaal niet
solide gemaakt worden; hij moet
ook zelf een teekening kunnen ver
vaardigen".39
In het verlengde van zijn pleidooi
voor het in de werkplaats opleiden
van vaklui ligt zijn voorliefde voor
het ambachtelijk smeden.40 Deze
voorliefde heeft hij op talloze ma
nieren uitgedragen: in lezingen, in
publicaties en in de uitoefening van
zijn openbare functies. Uit gepubli
ceerde verslagen van lezingen ge
houden in 1910 te Deventer voor de
leden van de Vereeniging van Nijve-
ren en de Afd. Haarlem van de
Maatschappij tot Bevordering van
Bouwkunst en van de Bond van Op
zichters en Teekenaars, blijkt dat
Dingemans ingaat op de ge
schiedenis, de techniek en de toe
passing van het (kunst)smeedwerk41
Hij illustreert zijn betoog met foto's,
lichtbeelden, monsters van ijzersoor
ten, details van smeedwerken, teke
ningen en gereedschappen. Dat dit
met verve gebeurt, blijkt uit de vol-
Afb. 12. Reclamekaart van Kunst- en Grofsmederij A.J. Dingemans. Op de foto is de
lichtkroon van de Sint-Franciscus van Assisië-kerk ('De Boom') te Amsterdam door
Dingemans in 1929 vervaardigd, te zien.
2 O