De Waterschans nr. 1 2002 De Waterschans nr. 1 2002 36 3 7 het ambachtAmsterdam 1941, p. 24, luiden: Wat vindt u beter, dat een jonge knaap laten we zeggen kan toorbediende wordt, of dat hij een vak leert, vraag ik m'n overbuurman. - Man, wat een vraag. Kantoorbe dienden, slechte wel te verstaan, zijn er straks bij bosjes, net als sprot. Maar vaklui? Die zijn er nu al veel te weinig en in de toekomst nog veel meer te weinig! M'n overbuuntian is de heer AJ. Dingemans". (33) De Courant - Het Nieuws van den Dag 10 februari 1939, p. 3. Zie ook zijn uitspraken hieromtrent in: "Geeft de jeugd handen, die niet verkeerd staan Handen, die een vak verstaan. Plei dooi voor het goede ambacht door een goed ambachtsman.", in: De Tele graaf, 5 juli 1940, p. 5. (34) De Courant - Het Nieuws van den Dag, 10 februari 1939, p. 3. (35) Artikelen over deze kwestie: "Het Vondelpark schreeuwt om een nieuw hek. Amsterdam schenke het. Boven dien: één jaar werk voor 25 jongens onder deskundige leiding.", in: De Courant - Het Nieuws van den Dag, 16 september 1940, p. 3; "Het Vondel park-hek is er nóg niet Doch de eer ste gaven zijn er en de animo bij de jeugd is groot", in: De Courant - Het Nieuws van den Dag, 18 september 1940; "Eerste hek van Vondelpark on der handen genomen", in: De Cou rant - Het Nieuws van den Dag, 8 ok tober 1940, p. [1]. In 1969 zijn de hek ken van het Vondelpark kennelijk in een dusdanige deplorabele staat dat wederom stemmen opgaan om deze te laten repareren. En weer lijkt het benodigde geld een struikelblok te zijn. Zie: "Even vinger opsteken en vragen stellen" door 'Spiegel' in het Wierings Weekblad. 18 september 1969. (36) Dr. Willem de Vlugt (1872-1945) was burgemeester van Amsterdam van 1921 tot 1941. In het archief van Din gemans bevindt zich een dankbrief van De Vlugt gedateerd maart 1941: "Nu het in mijn voornemen ligt, weldra Amsterdam te verlaten, mag ik niet verzuimen, U dank te zeggen voor den welwillenden steun, dien ik als Voorzitter van den Gemeenteraad steeds van U heb mogen ontvangen. Gij hebt daarbij lief en leed met mij gedeeld en de herinnering aan Uw van groote waardeering getuigende vriendelijkheid ten opzichte van mij en mijn Vrouw blijven als een koste lijk kleinood bij ons trouw bewaard". Het "voornemen weldra Amsterdam te verlaten" is een eufemisme voor gedwongen vertrek. Op 12 maart 1941 werd aan de gemeenteraadsleden van Amsterdam een brief gezonden die begint met "Ingevolge het Decreet van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied, ter uitvoering van diens Eerste Verorde ning betreffende buitengewone maat regelen op staats- en administratief rechtelijk gebied zijn o.m. de Ge meenteraad van Amsterdam, het Col lege van Burgemeester en Wethou ders dezer Gemeente, mitsgaders alle gemeentelijke commissies ontbon den. De bevoegdheden en verplich tingen, welke aan de ontbonden li chamen ingevolge wettelijke bepa lingen en ingevolge bepalingen uit overeenkomst behoorden, alsmede de functies van den Burgemeester, zijn op mij overgegaan". Dingemans werd verplicht zijn bewijs van toe gang tot gemeentelijke instanties, en kele sleutels en het tramabonnement in te leveren en ook zijn telefoonaan sluiting werd opgeheven. De "Regee- ringscommissaris voor Amsterdam" en latere burgemeester van Amster dam tijdens de Duitse bezetting, was EJ. Voute. Door deze ontbinding werd de geplande raadsvergadering van 5 maart 1941 door De Vlugt op 4 maart - in diens laatste schrijven als burgemeester - afgelast. (37) "Geschoolde menschen hebben werk," aldus raadslid Dingemans. Leer vooral een vak! Bestrijdt eerst de werkloosheid zelf, dan pas de gevol gen", in: De Telegraaf, 26 mei 1939, p. 6. (38) "Geeft de jeugd handen, die niet ver keerd staan Handen, die een vak ver staan. Pleidooi voor het goede am bacht door een goed ambachtsman", in: De Telegraaf, 5 juli 1940, p. 3. Zie ook voor woorden van gelijke strek king: "Leer een vak!", in: J.B.Th. Spaan, De glorie van het ambacht, Amsterdam 1941, p. 25. (39) "De glorie van het ambacht in fijn kunstsmeedwerk "Zuiver, eerlijk en verantwoord."", in: De Telegraaf, 4 april 1941, p. 3. (40) In "Geschoolde menschen hebben werk," aldus raadslid Dingemans. Leer vooral een vak! Bestrijdt eerst de werkloosheid zelf, dan pas de gevol gen", in: De Telegraaf, 26 mei 1939, p. 6, worden de volgende opvattingen van Dingemans genoteerd. "Dat is het probleem van onze dagen. Er is een jongemannen-werkloosheid. Hoe is die ontstaan? Doordat de jongens regelrecht van de ambachtsschool naar de groote industrieën gaan. Op die ambachtsscholen zijn de jongens soms al "verkocht", nog vóór ze de school verlaten hebben. Het is een soort manie onder de jongens; ze verdienen er betrekkelijk goed, maar ze hebben slechts automatisch, ma chinaal werk te doen. Als ze tegen de twintig gaan worden, zijn ze te duur, maar dan kennen ze geen vak". Een proeve van ambachtelijk smeedwerk bevindt zich in de collectie van ge meentemuseum Het Markiezenhof: een met de hand door Dingemans gesmede roos (inv.nr. 26280). (41) "Techniek en toepassing van het Kunstsmeedwerk.", in: Tijdschrift der Maatschappij van Nijverheid, maart 1910, p. 145 lot en met 147; "Verslag van de Afd. HAARLEM van den B.S.P.N.", in: Vakblad voor Smeden. Weekblad gewijd aan de belangen van het smidsvak, de ijzer-, staal- en rijwielindustrie, enz. Officieel orgaan van den Bond van Smedenpatroons in Nederland, 2de jaargang, nr. 37, 25 maart 1910, p. 591 lot en met 593. (42) "Verslag van de Afd. HAARLEM van den B.S.RN.", in: Vakblad voor Sme den, p. 592. (43) Zo bijvoorbeeld staat in "Techniek en toepassing van het Kunstsmeed werk.", in: Tijdschrift der Maatschappij van Nijverheidmaart 1910, p. 147: "Onder de vertoonde lichtbeelden was er één, waarop een viertal blad zijden uit een prijscourant van ge; stamnt ijzerwerk ter vervanging van kunstsmeedwerk. Met klem werd ge waarschuwd door spreker voor het gebruik hiervan; men vindt het zoo gemakkelijk, een ander doet het ook; spreker noemde hel de mazelen van het vak, omdat 't besmettelijk is en bovendien een kinderziekte. Alleen de beginners in het vak maken er ge bruik van". (44) Interview afgenomen door E Loeves- tein. Het is onbekend wanneer en in welk tijdschrift dit interview "Over kunstsmeedwerk" is verschenen. Zie ook: "Nederlandsche Bedrijven. Kunst- en grofsmederij A.J. Dinge mans.", in: De IJzer- Staalkroniek, 2de jaargang, nr. 45, 8 mei 1909, p, 707 en 708. Eerst wordt uitvoerig uit geweid over de praktische inrichting en de uitrusting met moderne ma chines van de werkplaats van Dinge mans om vervolgens echter te stipuleren: "Maar voorop staat in deze zaak, dat aan machines alleen wordt overgelaten het werk, dat louter machinaal kan geschieden zonder dat daardoor de afwerking in schoon heid of oorspronkelijkheid lijdt. Ma chinaal gestampte onderdeelen wor den hier uit den booze geacht. Zij toch zijn dood, het karakter van den maker leeft er niet in". (45) "Geeft de jeugd handen, die niet ver keerd staan Handen, die een vak ver staan. Pleidooi voor het goede am bacht door een goed ambachtsman.", in: De Telegraaf, 5 juli 1940, p. 3. Zie ook voor woorden van gelijke strek king: "Leer een vak!", in: J.B.Th. Spaan, De glorie van het ambacht, Amsterdam 1941, p. 26 en 27. (46) R. van der Wal, Handboek voor Sme den, tevens ten dienste van Inrichtingen voor Ambaclitsonderwijs en zelf-sludie. Met ruim 1200 Afbeeldingen, Deventer z.j. In hef'Voorwoord." blijkt dat Van der Wal tijdens de publicatie van het boek is overleden. De uitgever schrijft "Wij waren verplicht om te zien naar een medewerker, die het boek zoude kunnen voltooien in den geest, waarin de Heer Van der Wal het had begonnen. Wij vonden dien in den Heer A.J. Dingemans, Amsterdam, die met groote piëteit jegens den overleden ontwerper, diens nagelaten manuscript, hetwelk grootendeels ge reed was, zorgvuldig heeft gerang schikt en aangevuld, zoodat de een heid van het werk bewaard bleef en dit zoo goed mogelijk beantwoordde aan hetgeen den Heer R. van der Wal bij het ontwerpen voor den geest heeft gestaan". (47) In het archief van Dingemans zijn fragmentarisch (p. 6 tot en met 11 en p. Ï4 en 15) doorslagen in typeschrift bewaard gebleven, handelend over smeedwerk. Het is niet duidelijk of deze technische uiteenzetting een le zing betreft of bestemd is geweest voor een publicatie. (48) Het archief van Dingemans bevat een aantal brieven (8, 9, 14, 15, 20, 21 en 29 maart 1917) over een conflict dat zich afspeelt tussen de "Gemeente- Arbeidsbeurs" van Amsterdam en de "Machine-, Rywiel- en Automobie- lenfabriek "Simplex" in dezelfde stad. De kwestie handelt over het feit of Simplex al dan niet geïnterneerden in dienst heeft genomen ten koste van geschoolde vaklui. De kwestie komt na klachten hierover ter sprake in de smedenvereniging, waarop Dinge mans als voorzitter van de vereniging op 21 november 1917 een brief richt aan de voorzitter van de "Commissie van Toezicht op de Gemeente Ar beidsbeurs van Amsterdam". (49) "Nederlandsche Smedenvereeni- ging.", in: Algemeen Handelsblad, 1 fe bruari 1913, p. 2 en 3. Zie over deze problematiek ook de artikelen: "De bepalingen voor leveranciers aan de Gemeente", in: De Telegraaf, 10 okto ber 1912, p. 5; "Het treurspel der sme den", in: De Controleur, 15 februari 1913, nr. 1177; "Verkiezing Kamer van Arbeid Metaal- en Houtbewerking", in: Algemeen Handelsblad, 8 maart 1913, p. 11. (50) In het gemeentemuseum Het Mar kiezenhof bevinden zich twee bron zen herdenkingspenningen afkomstig uit de nalatenschap van Dingemans. Op de voorzijde van penning, inv.nr. 9729, is een smid in een smidse afge beeld. Het randschrift luidt "Neder landsche Smedenvereeniging. 1881- juni-1931". De achterzijde is glad. Bij deze bronzen penning hoort een ij zeren, zeshoekige houder. Op de achterzijde van de tweede penning, inv.nr. 9731, staan een stralende ster en een lauwertak afgebeeld en de ge graveerde tekst luidt: "Ned. Smeden Ver. Tentoonstelling Amsterdam 1911". Op de voorzijde staat een godinachtige figuur die in haar uitge strekte hand een palmtak vastheeft. Dingemans is redacteur geweest van het orgaan De Metaalindustrie. (51) "AJ. Dingemans t Bekwaam kunst smid, die in Amsterdam zeer popu lair was", in: De Nieuwe Dag, 25 juni 1941, p. [1], Dingemans is tevens lid geweest van de Commissie van Bij stand en de Commissie van beroep inzake de Bouwverordening van Am sterdam. (52) Artikelen die handelen over de wer ken en de vervaardigingsmethoden van de smederij van Janus Dinge mans zijn onder meer: "Een kleine Bergenaar", in: De Zoom, 29 septem ber 1907; "Kunst- en grofsmederij A.J. Dingemans", in: De IJzer- Staalkro niek, 2de jaargang, nr. 45, 8 mei 1909, p. 707 en 708; "De Nederlandsche tuin op de Brusselsche we reldtentoonstelling", in: Buiten. Geïl lustreerd weekblad aan het buitenleven gewijd, 4de jaargang, nr. 37, 10 sep tember 1910, p. 440 tot en met 442; "De nieuwe lichtkroon in de buiten kerk. Een glorie van licht", in: De Maasbode, 24 december 1925, p. 3; "De glorie van het ambacht in fijn kunstsmeedwerk "Zuiver, eerlijk en verantwoord."", in: De Telegraaf, 4 april 1941, p. 3; F Loevestein, "Over kunstsmeedwerk", z.p„ z.j„ p. 116 tot en met [120], (53) In "Nederlandsche Bedrijven. Kunst en grofsmederij AJ. Dingemans.", in: De IJzer- Staalkroniek, 2de jaar gang, nr. 45, p. 707, staat hierover "Booglampmasten werden aanvan kelijk in het buitenland besteld, maar reeds heeft ook in deze het Neder landsche fabrikaat de overhand verkregen. Aanvankelijk had de ge meente Amsterdam op hel Sta tionsplein palen van de "Allgenteine Electricitats-Gesellschaft" te Berlijn geplaatst. Deze bleken echter niet practisch te zijn en moesten door den heer Dingemans worden omge bouwd. Sinds dien heeft hij alle mas ten voor booglampen te Amsterdam geleverd. Ook Arnhem en Leiden, de beide plaatsen, die het laatst electri- sche straatverlichting hebben inge voerd, namen zijn masten. Voor de montage en inspectie dier masten be schikt de heer Dingemans over een verplaatsbaren steiger, vijf tot vijftien meter hoog, met een werkvloer van 9 vierkante meters". Zie ook noot 20. (54) De lichtkroon voor de Sint-Willibror- duskerk wordt ontworpen door de bouwmeester van de kerk, dr. P.J.H. Cuijpers. Dit ontwerp, gewijzigd door zijn zoon ir. Jos. Cuijpers, werd niet gerealiseerd wegens gebrek aan fi nanciën. Pas in 1925 kon de licht kroon, dankzij een schenking, wor den uitgevoerd. Over de lichtkroon verschenen artikelen in De Maas bode:"Een enorme lichtkroon in de buitenkerk Technisch en artistiek een belangrijk werk", 10 december 1925, p. 3, en "De nieuwe lichtkroon in de buitenkerk Een glorie van licht", 24 december 1925, p. 3. Over de licht kroon in de Franciscus van Assisië- kerk verschijnt een artikel "Verfraai ing van de Boomkerk Een artistieke lichtkroon.", in: De Tijd, 30 december 1929. (55) Voor een foto en een beschrijving van de nimbar (preekstoel), zie: "Ne derlandsche Bedrijven. Kunst- en grofsmederij AJ. Dingemans.", in: De IJzer- Staalkroniek, 2de jaargang, nr. 45, 8 mei 1909, p. 707 en 708; De Prins der Geïllustreerde Bladen, 8 mei 1909, p. 223. (56) Voor het in neo-gotische stijl door ar chitect dr. P.J.H. Cuijpers eind negen tiende eeuw herbouwde kasteel 'De Haar' te Haarzuilens (Utrecht), krijgt Dingemans meerdere opdrachten. Zo vervaardigt hij onder meer de deuren en divers meubilair waaronder een onderstel van een tafel. (57) Zie onder meer: "Een kleine Berge naar", in: De Zoom, 29 september 1907, p. [Ij; N.H. Wolf, "Midden stands-Tentoonstelling. IV.", in: De Kunst Geïllustreerd weekblad voor tooneel, muziek, beeldende kunsten, letteren, bouwkunst en kunstnijverheid, jaargang 1, nr. 76, 10 juli 1909, p. [1] tot en met [3]; Gos. de Voogt, "De Middenstands-Tentoonstelling, II.", in:Eigen Haard, jaargang 35, nr. 27, 3 juli 1909, p. [1] tot en met 4; "Tech niek en toepassing van het Kunst smeedwerk", in: Tijdschrift der Maat schappij van Nijverheid, maart 1910, p. 147. In 1910 nam Dingemans deel aan de wereldtentoonstelling in Brus sel. Hij vervaardigde voor de Neder landse tuin hekken. Dit werk wordt onderscheiden met een gouden en een zilveren medaille en een Prix d'- Honneur. Voor een beschrijving van de wereldtentoonstelling en de hek ken van Dingemans, zie: Buiten. Geïl lustreerd weekblad aan het buitenleven gewijd, 4de jaargang, nr. 37, 10 sep tember 1910. p. 440 tot en met 442. Op p. 440 en 441 staan foto's van de door Dingemans ingezonden hek ken. In het archief van Dingemans bevindt zich de "carte d'exposant no 02 2 73" van genoemde tentoon stelling. Zie ook noot 64. (58) Zie voor een foto en een beschrijving: N. Berghuijs, Herkregen schoonheid De Sint Lambertuskerk en de Her vormde Gemeente Buren, Buren 1981. p. 13 lot en met 15, en: N. Berghuijs, "Een late hulde aan Maria van Nas sau Prinses van Oranje en de myste ries van een vergeten grafkelder in Buren", in: De Drie Steden, jaargang 5, nr. 2, 1984, p. 9 tot en met 17. (59) Brief van 2 januari 1918 van Dinge mans aan Disco. (60) Uit een brief van 22 augustus 1951 gericht aan Marietje Wajer-Dinge- mans blijkt dat de adelaar in dat jaar tentoongesteld is geweest op een expositie van de Stichting Vakoplei ding voor het Smeden-, Constructie- en Machinereparatiebedrijf in Neder land 'SMECOMA' in Brussel. Een grote vaas van Dingemans, eveneens behorend tot de collectie van het ge meentemuseum Het Markiezenhof, is permanent opgesteld in de Sint- Gertrudiskerk aan de Grote Markt te Bergen op Zoom. (61) "De glorie van het ambacht is fijn kunstsmeedwerk "Zuiver, eerlijk en verantwoord."", in: De Telegraaf, 4 april 1941. p. 3. (62) In het Gemeentearchief te Amster dam berust een niet gedateerde re clamekaart, inv.nr. N. 54.04.005. Zie ook noot 20. Op deze reclamekaart staan merkwaardig genoeg de vol gende verdiensten vermeld: "Zilveren medaille Tentoonstelling "Nieuwe Kunstnijverh." 's Hage 1880. Eere Kruis Wereldtentoonstelling Amster dam 1895. Eerste prijs voor Kunst smeedwerk "Maatsch. tot bev. der Bouwk" Amsterd. 1889.". De eerste twee gegevens kloppen, gezien het geboortejaar van Janus Dingemans, 1874. zeker niet. De laatste vermel ding is wellicht correct. (63) Deze medaille berust in het gemeentemuseum Het Markiezenhof te Bergen op Zoom (inv.nr. 9728). Op de achterzijde is een godin afgebeeld die naar een monument reikt. Op de achterzijde, omgeven door een eike- tak, staat gegraveerd: "A.J. Dingemans Amsterdam 1909". Uit de nalaten schap van Dingemans stamt tevens een bronzen gedenkpenning (inv.nr. 9732). Op de voorzijde staan de per sonificaties van de "industrie" en de "handel", bijeengehouden door een vrouwenfiguur. Het randschrift luidt: "Ned. Bond. van. Ver. van. den. han- deldr. en. industr. Middenstand". Op de achterzijde staat het wapen van Nederland omgeven door het rand schrift "Middenstandstentoonstelling Amsterdam 1909 (64) In het gemeentemuseum Het Mar kiezenhof te Bergen op Zoom berus ten twee medailles, één van brons en één van verguld brons (inv.nrs. 9727 en 9730). Op de voorzijde van beide medailles is een heraut te paard afge beeld. Het randschrift luidt: "Roy- aunte de Belgique Exposition Uni- verselle de Bruxelles 1910.". Onder het paard staat gegraveerd" AJ. Din gemans". De afbeelding is ontworpen door C. de Vreese. Op de achterzijde staat het jaar "1910" alsmede een afbeelding van een godin die een smid met een vaas in de hand, kroont. (65) "Nederlandsche Bedrijven. Kunst- en grofsmederij AJ. Dingemans.", in: De IJzer- Staalkroniek, 2de jaargang, nr. 45, 8 mei 1909, p. 707 en 708. Na het overlijden van Dingemans schrijft zijn schoonzoon J.B. Wajer op 12 juli 1941 een brief aan notaris J.E Vermo len. Hij specificeert de "Staat van ba ten." en de "Staat van schulden." en verzoekt de notaris de zaken af te handelen. In dit schrijven worden de waarden van de machinerieën in de smederij geschat op fl 3650,- en de materialen op fl 690,-. Na het overlij den van mevrouw Dingemans-van Eerdewijk schrijft Wajer op 27 maart 1942 een soortgelijke brief aan de notarissen Vermolen en Buhrs. De machinerieën worden dan getaxeerd op fl 3450,- en de materialen op fl 500,-. In 1962 wordt de smederij door Frans Dingemans opgedoekt. In een schrijven van 9 november 1962 aan

Periodieken

De Waterschans | 2002 | | pagina 19