De Waterschans nr. 1 2002
De Waterschans nr. 1 2002
Afb. 7: Plattegrond van de stad Bergen op Zoom omstreeks 1580. Gravure uit het werk
van L. Guicciardini: Descrittione di tutti i Paesi Bassi, Antwerpen 1588 (Huis Osterrieth
Antwerpen).
voorbeeld bijzondere belangstelling
voor het huis "De Moyses" (Fortuyn-
straat 5 en 7; nr. 5 was De Moyses en
7 De Duyve). Daar woonde toen
Cornells de Clerck, oud-burgemees
ter, oud-schepen en oud-weesmees
ter van Bergen op Zoom en in die
dagen de leider van de calvinistische
gemeente. In zijn woning hadden
meerdere malen bijeenkomsten
plaatsgehad van "verdachte lieden".
Hinckart trof mevrouw De Clerck
thuis. Zij vertelde hem dat haar man
de stad had verlaten uit angst voor
de gevangenis. Hij was reeds enige
dagen opgesloten geweest in de Ge
vangenpoort en had daar beroerde
herinneringen aan. 's Avonds verliet
ook zijn vrouw Bergen op Zoom, zo
dat de commissaris bij zijn volgende
bezoek alleen drie jongelui aantrof,
de 17-jarige Cornells Peeterss met
zijn twee zussen. Ze waren oomzeg-
gers van Comelis de Clerck, die te
vens hun voogd was. Zij verklaarden
dat ze niet wisten waar oom en tante
verbleven. Hinckart legde beslag op
de papieren en kreeg daaruit een
goed beeld van wat De Clerck zoal
bezat en beheerde. Het was hem
trouwens al opgevallen dat "De
Moyses" goed was voorzien van ta
pisserieën, zilverwerk en kostbaar
meubilair. Daar was heel wat te ha
len. Uit de rapporten blijkt ook dat
er onder de aanhangers van de
nieuwe religie veel armen waren. De
commissaris had het niet altijd ge
makkelijk Verschillende autoriteiten
werkten slecht mee zoals de dros
saard mr. jonkheer Simon van den
Werve en de secretaris van de stad
mr. Thomas van den Houtte.
Willem van Oranje schatte later in
zijn Apologie Verdediging) het
aantal slachtoffers van de "Bloe
draad" op 18.000, maar dat is sterk
overdreven om propagandistische
redenen. Een vrij recent onderzoek
komt tot minimaal 12.203 veroorde
lingen. Daarvan zijn er 1073 terecht
gesteld en 11.130 voor eeuwig ver
bannen. Velen waren tijdig gevlucht.
(Alphons L.E. Verheyden: Le Conseil
des TroublesFlavien-Florennes 1981,
p. 123 ev.) Daar hoorde ook Willem
van Oranje bij. Uit wraak liet Alva
toen diens oudste zoon Filips Wil
lem (genoemd naar de koning!) uit
de universiteit van Leuven ontvoe
ren. In Spanje is de student verder
katholiek opgevoed. Vader en zoon
zouden elkaar nooit meer zien.
6. Koning Filips II, markies van
Bergen op Zoom 1568 - 1577
Tot zijn plaatsvervanger in het mar-
kiezaat benoemde Filips II de
Zeeuwse edelman Jeronimus van
Serooskerke en hij gaf hem de titel
verworven recht op inspraak reke
ning hield. De macht van de koning
moest in de visie van Alva absoluut
zijn. Filips II achtte zich in geen en
kel opzicht gebonden aan de eed
die hij bij zijn opvolging op de Blijde
Inkomste van bijvoorbeeld het her
togdom Brabant had afgelegd. Dat
hij verlof moest vragen aan de Ge
westelijke Staten van Brabant of aan
de Staten-Generaal voor het invoe
ren van nieuwe belastingen was vol
gens hem volkomen absurd.
Willem van Oranje zag met voldoe
ning dat de onvrede groeide. Hij
droomde van een algemene opstand
onder zijn leiding tegen Alva. Het
probleem van de godsdienst hoopte
hij op te lossen door onderlinge ver
draagzaamheid.
Vanuit Dillenburg begon Willem
met de voorbereiding van een inval
in de Nederlanden, bij voorkeur op
meerdere plaatsen tegelijk Hij
hoopte dat alle gewesten hem met
een zouden steunen zodra hij de
grens overtrok Zijn familie steunde
hem naar vermogen. Alles wat de
Nassaus aan waardevols hadden
werd veipand of verkocht om toch
maar voldoende geld te hebben
voor het werven en uitbetalen van
huursoldaten. Er werd ook ijverig ge
collecteerd onder de uitgeweken
protestanten in de Duitse landen en
Engeland. Met een (te) haastig ge
worven leger viel Lodewijk van Nas
sau het gewest Groningen en Om
melanden binnen en versloeg de
stadhouder Aremberg bij Heiligerlee.
Aremberg sneuvelde, maar de
vreugde van de overwinning werd
getemperd door de dood van Adolf,
een broer van Lodewijk en Willem.
De reactie van Alva liet niet lang op
zich wachten. Hij marcheerde naar
het noorden, achterhaalde het leger
van Lodewijk bij lemmingen in
Oost-Friesland en sloeg het in re
cordtijd uiteen. De inval van de
prins zelf mislukte eveneens. Alva
kende de zwakke plek van Willem:
geldgebrek De landvoogd venneed
een veldslag en volstond met het le
ger van Willem van Oranje hinder
lijk te volgen tot zijn tegenstander
van armoe zijn soldaten moest af-
AJb. 8: De onthoofding van Egmont en
Hoorne op 5 juni 1568 op de Grote
Markt te Brussel. Gravure van Frans Ho-
genherg (Brussel Prentenkabinet Kon.
Bibliotheek).
danken. Willem had zich misrekend
wat het volk betrof. De ontevreden
heid was nog niet groot genoeg om
in opstand te komen. Bovendien had
Alva de schrik er goed ingejaagd
door kort voor zijn tocht naar het
noorden Egmont en Hoome op de
Markt van Brussel te laten onthoof
den. Als zelfs zulke hoge edellieden
niet meer werden ontzien, wie was
er dan nog wel veilig?
De landvoogd was trots op zijn over
winningen en liet daarom in de ci
tadel van Antwerpen een standbeeld
voor zichzelf oprichten, gegoten uit
het metaal van de kanonnen die hij
in lemmingen had buitgemaakt.
Verder achtte hij de tijd rijp om het
ouderwetse bedestelsel te vervangen
door een systeem van vaste belastin
gen. Daarvoor riep hij de Staten-Ge
neraal bijeen. Tien jaar lang waren
de heren niet bijeen geweest. Nu
troffen de afgevaardigden van de Ge
westelijke Staten elkaar weer eens in
Brussel.
8. Geen beden, maar vaste
belastingen
Alva stelde de Staten-Generaal voor
om drie nieuwe belastingen in te
voeren: de honderdste penning, de
twintigste penning en de tiende pen
ning. De eerste was een eenmalige
vennogensheffing van één procent.
Daar hadden de heren niet zoveel
moeite mee. De heffing bracht ruim
3.500.000 gulden op. Dat ging zo
vlot dat de landvoogd alvast maar
een tweede "eenmalige" heffing in
het vooruitzicht stelde.
De twintigste penning, vijf procent
omzetbelasting op de verkoop van
een onroerend goed, was ook nog
aanvaardbaar. Zo vaak verkoop je je
huis en/of landerijen niet. Heel an
ders was het met de tiende penning
gesteld. Tien procent belasting op
elke verkoop van roerende goederen,
dat was te gek. Dat zou de doodsteek
zijn voor de handel. Met een prijs
stijging van tien procent was de con
currentie met het buitenland onmo
gelijk vol te houden. Alles tien pro
cent duurder en dat in een crisistijd
met toch al veel inflatie, werkloos
heid en annoe. Daar stemden de af
gevaardigden niet mee in. Het re
gende bezwaarschriften bij de land
voogd en het verzet nam sterk toe,
niet alleen onder de protestanten.
De tiende penning was de zweep die
katholieken en protestanten voor
korte tijd naar elkaar dreef om sa
men de strijd aan te binden tegen de
strijder van de reformatie en haar
aanhangers had hij het niet gemak
kelijk gehad in zijn ambtsgebied. De
landvoogd bezorgde hem een nog
uitgebreidere instructie dan zijn va
der had gehad. De moderne ambte-
narenstaat was in opmars. Van Hal-
male en Van der Beecke vroegen om
ontslag wegens ouderdom en te wei
nig salaris, maar daar ging Alva niet
op in. De enige nieuwe gecommit
teerde was Nicolaas Pyll. Na het
overlijden van mr. Jaspar van der
Meyen nam hij diens plaats in.
Filibert van Serooskerke bleef super
intendent tot 1574 en werd toen op
gevolgd door jonkheer mr. Simon
van den Werve, een vooraanstaand
burger uit Bergen op Zoom. Deze
drossaard van weleer, reeds in func
tie onder Jan IV, sloot de rij van de
superintendenten. In 1577 besloot
de koning om het markiezaat terug
te geven aan de wettige erfgename
Maria Margaretha van Merode. In
tussen was er op het grote politieke
toneel heel wat gebeurd.
7. Oranje in de aanval tegen Alva
Het optreden van Alva riep verzet
op, niet alleen bij de protestanten.
Veel katholieken ergerden zich aan
zijn bloedige vervolging van de pro
testanten. Meer nog zat hun dwars
dat de landvoogd met geen enkel
van superintendent van het markie
zaat van Bergen op Zoom. De niet
meer zo jonge Jeronimus had al een
mooie staat van dienst achter de mg.
Zo was hij rentmeester, hoogbaljuw
en dijkgraaf geweest van Zeeland Be
oosten Schelde (dit is Zeeland ten
noorden van de Oosterschelde) en
buitengewoon raadsheer in de Raad
van Holland. Een van zijn eerste ta
ken was om alle ambtenaren en an
dere inwoners van het markiezaat
een eed van trouw aan Filips II te-
doen afleggen. Alva vond het verder
uitennate belangrijk dat de finan
ciën goed en doorzichtig werden be
heerd met uitvoerige rapporten aan
de Raad van Financiën te Brussel.
De superintendent kreeg de aanzeg
ging dat hij regelmatig overleg moest
plegen met de notabelen: stadhou
der ridder Peter van Halmale, de
drossaard Comelis van Bergen, de
raadsheer en auditeur mr. Jacob van
der Beecke en de griffier mr. Jaspar
van der Meyen. Zij vormden een col
lege van gecommitteerden.
Van Serooskerke begon goed, maar
op 14 mei 1571 overleed hij in het
Markiezenhof. Zijn zoon Filibert
mocht zijn plaats innemen. Ook die
had ervaring opgedaan in 's konings
dienst. Evenals zijn vader was hij
rentmeester geweest, maar dan in
Zeeland Bewester Schelde. Als be-
'11 II Hl 1'
'Priuater fafl. vnrf aftter ejroff,
tdr anqeigett
ir trcmvc li
taniare.
ERG HE OP ZOOM