De Waterschans nr. i 2002 De Waterschans nr. l 2002 leend met het markiezaat en op 24 februari 1578 had de officiële inhul diging plaats. Nog datzelfde jaar trad zij in het huwelijk met Jan van Wit- tenr. Het waren sobere plechtighe den in een tumultueuze crisistijd met een feest in een uitgekleed hof, al met al een slechte start die niet veel goeds voorspelde. Geraadpleegde literatuur In het vorige nummer van De Wa terschans (nr. 4 van 2001, jaargang 31) noemden we op pagina 194 een aantal werken die we met vrucht hebben geraadpleegd. Hier volgt een korte aanvulling. Voor wat de zeeslag bij Bergen op Zoom betreft wil ik wijzen op het artikel van C.P. Iriks: De zeeslag bij Bergen op Zoom uit 1574 in woord en beeld eveneens in het vorige nummer van De Water schans, p. 174-182. Zie ook mijn arti kel in De Waterschans nr. 4-1997 (jrg. 27): Musea in de regio. Het Zeeuws Museum in Middelburg, (p. 136-139). Een lezenswaardig boek over de Watergeuzen is J.CA de Meij: De Watergeuzen. Piraten en be vrijders. Haarlem 1980. Zie ook: N. Grosfeld, Enkele gedachten bij een testamentDe Waterschans, 1998, nr. 2, p. 66-69. Over de calvinisten die uitweken naar Duitsland, schreef R. van Roosbroeck: Emigranten, neder- landse vluchtelingen in duitsland (1550-1600) Leuven 1968. Afb. 15: Triomfantelijke intocht van Wil lem van Oranje in Brussel op 23 sep tember 1577 (Brussel Prentenkabinet van Kon. Bibliotheek). Afb. 14. Christoforo de Mondragon (1504-1596). 13. Bergen op Zoom los van Spanje 1577 Na de Pacificatie van Gent sprak men niet meer van de Geuzen, maar van het Staatse leger, het leger van de Staten-Generaal. Dit leger maakte zich na de Spaanse furie meester van de macht in Antwerpen. De Duitse soldaten in Spaanse dienst gaven de stad over aan de Staatse troepen. Een compagnie voetvolk van die Hoogduitsers trok onder leiding van officier Fugger van Antwerpen naar Bergen op Zoom, waar ze uiteraard niet welkom wa ren; al helemaal niet toen Fugger meteen geld eiste om zijn soldaten hun achterstallige soldij uit te keren. De Staten-Generaal vonden Bergen op Zoom zo belangrijk dat ze met een aan Champagny, de gouverneur van Antwerpen, opdracht gaven Ber gen op Zoom van Spaanse troepen te zuiveren. Champagny veroverde eerst het kasteel van Wouw en trok daarna naar Bergen op Zoom. Fug ger probeerde het met Champagny op een akkoordje te gooien, maar zijn soldaten waren hem voor. Zij re gelden een vlotte overgave van de stad. Ze zouden Fugger arresteren en uitleveren. Zijn soldaten die aan de Spaanse furie in Antwerpen hadden meegedaan, mochten blijven leven als ze beloofden voorgoed de wa pens neer te zullen leggen. De an dere soldaten, die tijdens de furie al in Bergen waren, kregen vrije aftocht met de belofte dat hun achterstallige soldij in tennijnen zou worden uit betaald. En dat is ook gebeurd. Op 9 augustus 1577 had de capitulatie vol gens afspraak plaats. Intussen was er nog iets belangrijks gebeurd. In het voorjaar van 1577 vond Filips II het tijd worden om het markiezaat van Bergen op Zoom over te dragen aan de wettige erfge name van Jan IV, diens nicht Mar- garetha. We leerden haar reeds ken nen als de dochter van Mencia van Bergen, een zus van de laatste mar kies. Haar vader was Jan IV van Me- rode. Op 3 mei 1577 werd zij be- 5 2 MILITAIR ATTACHÉ VAN HET kONINKUK NéDERLANDS-INDISCH LEGER (K.N.I.L) Bü DE BOERENMAO-ITHEBBERS Militair attaché Op 1 febaiari 1900 stapt de dertigja rige Nederlandse eerste luitenant Carolus Johannes Asselbergs bij Lourenqo Marques, het huidige Ma puto, Mozambique, aan wal nadat hij bijna een maand tevoren uit Na pels was vertrokken. Hij heeft de lange reis ondernomen om als mili tair attaché de oorlogsverrichtingen te volgen bij de staf van de zich ter velde bevindende legers van de Zuid-Afrikaanse Republiek en van Oranje-Vrijstaat. Hij is hiervoor op 27 december 1899 door de Neder landse regering benoemd. Samen met hem is luitenant MJ. Nix, ook van het Koninklijk Neder lands-Indisch Leger (KN.I.L.), kapi tein jonkheer J.H. Ram en luitenant L.WJ.K Thomson, beiden van het Koninklijk Nederlands Leger, als mi litair attaché benoemd. Het was in die tijd gebruikelijk om waarnemers - militaire attaché s - uit neutrale landen naar beide partijen die in oorlog verkeerden, te sturen. Het was een sterke uiting van anti- Britse gevoelens, dat de Nederlandse regering geen waarnemers naar het Britse leger gestuurd had en wel vier waarnemers naar dc Boeren. Bij moderne en goed georganiseerde legers heeft een militair attaché het doorgaans gemakkelijk De Boeren echter waren slecht georganiseerd, wat duidelijk blijkt uit het dagboek van Asselbergs. De enige manier om op de hoogte te blijven, was zich aan te sluiten bij de frontsoldaten; hun tochten mee te maken en alle onge makken van een Boer aan het front te delen. Het was een bijzonder ge geven dat de Nederlandse legerlei ding aan zon jeugdig persoon zo'n belangrijke taak gaf. Dit zou nu juist een groot voordeel zijn. Bovendien was Asselbergs als officier in Nederlands-Indië gewend aan ontberingen. In de Oost Geboren op 28 maart 1869 te Ber gen op Zoom (1), begint hij in 1886 als cadet de officiersopleiding aan G. Asselbergs de Koninklijke Militaire Akademie in Breda. In mei 1891 gaat hij als tweede luitenant, samen met zijn vrouw, Josephine Adèle Adriana Ge- ijsen, met wie hij een maand eerder getrouwd is (2), naar Nederlands-In dië. Eerst wordt hij in Fort de Koek het huidige Bukittinggi, op West-Su matra gestationeerd, maar in 1895, intussen tot eerste luitenant bevor derd, wordt hij naar Atjeh in het noorden van Sumatra overgeplaatst. Hierdoor komt hij terecht in het meest woelige en gevaarlijk gebied in Nederlands-Indië. Vanaf 1873 heeft hier een guerrillaoorlog tegen het Nederlands gezag gewoed, die pas in 1904 beëindigd zou worden. Juist in die tijd heeft de Nederlandse regering nog eens geprobeerd om voorgoed een einde aan die strijd te maken. De Gouverneur-generaal in Batavia, het huidige Jakarta, heeft een regeringscommissaris, generaal Vetter, met een sterke troepenmacht naar Atjeh gestuurd. Asselbergs zou de adjudant van deze generaal wor den. Deze positie heeft hem in staat gesteld om belangrijke waarnemin gen te doen, zo blijkt uit zijn scherp zinnige verslagen van diverse veld tochten, die zich in de collectie As selbergs in Den Haag bevinden (3). Het vroeg veel kracht en energie van de jonge officier. Elke dag trok een bewapende colonne erop uit. Men had de groep in drieën verdeeld, zo dat iedereen om de drie dagen aan de beurt kwam om de binnenlanden in te gaan. Uitgezonderd één die elke dag mee moest. Dat was de ad judant van de regeringscommissaris. En zo stond elke ochtend om 5 uur het paard klaar, dat luitenant Assel bergs naar de verzamelplaats van de troepen moest brengen, van waaaiit de tocht verder werd meegemaakt. In 1896 heeft Asselbergs dc tropi sche ziekte beriberi (gebrek aan vita mine BI) opgedaan. Voor zijn her stel is hij naar een rustiger oord over geplaatst, namelijk als adjudant van het achttiende bataljon te Buiten zorg, vlakbij Batavia. Zuidafrikaanse perikelen Twee jaar later, op 30 juli 1898, wordt hij gevraagd voorbereidingen te treffen voor spoedige terugkeer naar Nederland om daar een cursus krijgskunde aan de Hogere Krijgs school te volgen. Zijn staat van dienst deelt verder mee dat hij een jaar later "in het belang van zijn ver dere vorming in de richting van de algemene krijgskunde" naar Zuid- Afrika gestuurd wordt. Zo is het ge komen, dat hij op 3 januari 1900 te Napels op de boot is gestapt om door hel Suezkanaal naar Mozambi que te varen. Wat hij in Zuid-Afrika beleefd heeft, staat allemaal in zijn dagboeken. Uit zijn scherpzinnige waarnemingen van de militaire toe stand kan afgeleid worden, dat zijn studies en opleiding in ieder geval niet voor niets zijn geweest. Tijdens de gevechten bij Sannaspos, Oranje-Vrijstaat, op 31 maart 1900 is zijn collega MJ. Nix door een gra naatscherf in de ruggengraat ernstig gewond geraakt. Voor een ambu lance konden de Boeren niet zorgen en Asselbergs heeft zich verplicht ge voeld om bij zijn gewonde collega te blijven en de komst van de Engelsen af te wachten. Hij is door een En gelse patrouille gevangen genomen. Eerst moest zijn identiteit vastge steld worden. Daarna konden En gelse officieren een ambulance voor luitenant Nix laten komen. Assel bergs is naar een Engels kamp ge bracht waar hij o.a. met generaal French, de Britse bevelvoerder, ken nis heeft gemaakt. Hiervandaan heeft hij Nix naar Bloemfontein ver gezeld, waar laatstgenoemde tijdens een operatie aan zijn mg is overle den. De Engelsen hebben hem ver boden om weer naar het front terug te keren. Asselbergs besluit dan om via Delagoa Bay, Mozambique weer bij de Boerenlinies aan te sluiten en reist verder via Kaapstad naar Dur ban. Uit de laatste aantekeningen in zijn dagboek blijkt dat hij spoedig na aankomst in Durban ernstig ziek is geworden en twee maanden lang in het ziekenhuis verbleef. Door tijdens 5 3 JfacTtdrm die 'firu/flcr dan jescden Daft der Jrjcf mtt reedt xvurif Hefteden, Dtirt er gedawtt war jar dedendr. ~e4uff vndefhndicdfundamcritt. Von pdtndërn, vnd vort aflm rflcnd. So vdr ifas Spamae regiment Dis i/h cfer Trine ''von Vromen Deftn nam Hedant diredjam Tüftamcn Het levensverhaal van C.J. Asselbergs,

Periodieken

De Waterschans | 2002 | | pagina 27