De Waterschans nr. 1 2002 graving in het schone zand. De hel ling aan de fort-zijde was heel dui delijk zichtbaar. De tegenovergele gen helling (het grachttalud aan de landzijde) werd teaiggevonden op ruim 30 meter afstand. De bodem van de gracht lag naar schatting 2,5 meter onder het huidige maaiveld. In de proefsleuven was ook goed te zien dat het fort op een kleine zand heuvel was gebouwd, omgeven door drassige lage gronden. Uiteindelijk kon het verloop van de gehele noordoostelijke bastionpunt in kaart worden gebracht. Aanvullende grondboringen leverden de gedetail leerde contouren van het bastion op. De zuidoostelijk bastionpunt was helaas behoorlijk vergraven in de jaren '60 en in het begin van de sloopwerkzaamheden. Dit gedeelte kon slechts globaal worden ge traceerd. Conclusies Alle teruggevonden sporen werden door de landmeters ingemeten en gecombineerd met de kadastrale te kening van 1825. Zichtbaar is nu dat het fort precies voor de helft binnen het veilingterrein valt. Het 17de eeuwse voorwerk van fort Moer- mont strekt zich aan de overzijde van de Marconilaan uit. Fort Moer- mont was kleiner dan fort De Roovere en iets groter dan Fort Pinssen. De maximale omvang van noord naar zuid, inclusief de grach ten, bedroeg 165 meter. Duidelijk wordt ook, dat op de kadastrale te kening van 1825 alleen de bodem van de grachten staat weergegeven en niet de eigenlijke breedte van 30 meter, gerekend vanaf maaiveld hoogte. De zandwallen waren onge veer 22 meter breed, vrijwel evenveel als de toenmalige wallen rond de stad. Het middenterrein besloeg on geveer 60 x 60 meter. Helaas kon van de oorspronkelijke bebouwing, bestaande uit (houten?) barakken en bakstenen behuizing, alleen iets van het noordoostelijke gedeelte in beeld worden gebracht. De inrich ting lijkt noord-zuid georiënteerd te zijn geweest, met een brede sloot die de terre in twee helften deelde. Dit wijkt merkwaardigerwijs af van de situatie zoals weergegeven op en kele 18de eeuwse kaarten, waar de oriëntatie van de gebouwen en de sloot juist oost-west is. Wellicht werd de oorspronkelijke inrichting van de bebouwing grondig gewijzigd in het begin van de 18de eeuw, misschien tegelijk met de aanleg van de linie. Vrijwel alle archeologische vondsten dateren vóór het midden van de 18de eeuw. Wat is nu de archeologische waarde van het veilingterrein? Het moet ge zegd worden dat er van de bebou wingssporen weinig meer 'in situ" aanwezig is. De enige resten van be tekenis zijn thans nog de diepere sporen: de dichtgeschoven grachten en de noord-zuid gerichte sloot op het middenterrein. Deze strekken zich uit over de westelijke helft van het veilingterrein. Beperkte grond werkzaamheden zullen er naar ver wachting weinig schade aan toe brengen. Het archeologische voor onderzoek heeft de weinige resten die er nog waren, op tijd in kaart kunnen brengen. Een vervolgonder zoek is dus niet meer aan de orde. Maar wat nu te doen met de 'relic ten' van fort Moermont, ook al zijn ze voor het oog niet meer zichtbaar? Vanuit cultuurhistorisch oogpunt is het zinvol om de herinnering aan het verdwenen fort levend te hou den. Het is immers de enige ontbre kende schakel in de vestinglinie. De andere twee forten, inclusief de li nie, de vestingen Bergen op Zoom, Steenbergen en fort Henricus staan momenteel in het middelpunt van de belangstelling. Onlangs werd een convenant getekend om de West brabantse Waterlinie als waardevol cultuurhistorisch ensemble op te knappen en beter beleefbaar te ma ken. In die lijn ligt het voor de hand om de herinrichting van het veiling terrein te laten inspireren door het vestingverleden. Literatuur; ÏO De Waterschans nr. l 2002 Dr. Hans Bol De feestvreugde over de val van Ber gen op Zoom is niet beperkt geble ven tot Parijs en Versailles! Dat is ge bleken uit een handschrift dat ik bij toeval heb ontdekt in de Bibliotheek te Aix-en-Provence. Het gaat hier om een Te Deum, gecomponeerd door Claude Mathieu Pellegrin en in het najaar van 1747 uitgevoerd in de St-Sauveur (afb. 1te Aix-en-Provence 'a l'occasion de la prise de Bergob- souvm' (2). In de tweede helft van de vorige eeuw is er een begin gemaakt met het ontsluiten van de Franse regio nale muziekgeschiedenis, waardoor composities als genoemd Te Deum als het ware werden 'herontdekt'. Aix-en-Provence was in de 17de en 18de eeuw belangrijk als zetel van het Provengaalse parlement, als bis schopsstad en als administratief en religieus centrum van de Provence. Muzikaal van groot belang was de voortreffelijk georganiseerde koor school (maitrise) van de St-Sauveur, een instituut van uitzonderlijk hoog niveau. De maitrise, gevestigd in het Hotel de la Prévöté (3), leidde per jaar acht tot tien koorknapen op. De kinderen kwamen op zesjarige leef tijd de school binnen. Er werd in Aix geen lesgeld gevraagd, wel moesten de jongens een goede stem en muzi kale aanleg hebben. Na een uitge breide stemtest werden zij met een notarieel contract officieel aangeno men. Na de stemmutatie werden de zangertjes in de gelegenheid gesteld een of meer instrumenten te leren bespelen en compositielessen te vol gen. Op deze manier waren zij al op dertienjarige leeftijd in staal een twee- of driestemmig motet met een instrumentale baspartij te schrijven. Het was door het kapittel in Aix streng verboden wereldlijke muziek te componeren, laat staan uit te voe ren! Voortgekomen uit de middeleeuwse Schola Cantorum kan de koorschool in het algemeen beschouwd worden als een conservatorium avant la let- tre, omdat die instellingen zeer vele zangers, musici en componisten heb- Afb.2. Een gedeelte van de Marche de l'infanterie van Pellegrin in het hand schrift van Barraly. 1 1 -WA van Ham, Merck toch hoe sterck. Bij dragen tot de geschiedenis van de vesting werken van Bergen op Zoom (Bergen op Zoom, 1982, Studies uit Bergen op Zoom nr. 4) 112-119. -J. Sneep e.a. (red.). Atlas van historische ves tingwerken in Nederland. Noord-Brabant (Utrecht, 1996) 60-62. -Afbeeldingen 2 t/m 4: Regionaal Historisch Centrum BoZ; afbeeldingen 5 t/m 10: auteur. 4/6.70. Projectie van fort Moermont op het veilingterrein. Het Te Deum van Claude Mathieu Pellegrin Afb.l De hoofdingang uit de 15de eeuw van de St.- Sauveur in Aix-en-Provence. Tien jaar geleden heb ik u in dit tijd schrift (1) laten kennismaken met de cantate 'Prise de Berg-op-Zoom' van Bernard de Bury, gecomponeerd naar aanleiding van de inname van Bergen op Zoom door het Franse le ger in 1747.

Periodieken

De Waterschans | 2002 | | pagina 6