De Waterschans NR. 2 2002
De Wverschans nr. 2 2002
handen te spelen van Parma? In de
zomer van 1581, nadat Breda in
Spaanse handen was gevallen (15
juni) nam Jan in het geheim con
tact op met Panna. Alexander Far-
nese, hertog van Parma en zoon
van Margaretha van Parma, was
door Filips II aangewezen als land
voogd van de Nederlanden als op
volger van Don Juan. Hij ontpopte
zich al gauw als een groot strateeg
en een knap diplomaat.
Parma werkte graag met de Bergse
markies mee en stelde troepen be
schikbaar. Jan van Wittem aarzelde
lang, maar besloot uiteindelijk om
Bergen op Zoom op 5 december te
verrassen. Hij verzekerde zich van
de medewerking van enkele beken
den in de stad. Met hun hulp dron
gen soldaten via de Grebbe de stad
binnen, maar helaas voor hen ble
ken de Franse militairen zeer waak
zaam te zijn. De hele onderne
ming werd een fiasco. Twee poor
ters die de markies hadden gehol
pen, moesten dat met de dood be
kopen. Zij werden op de Grote
Markt opgehangen en vervolgens
gevierendeeld. Gelukkig voor de
veroordeelden in deze volgorde.
Voor de markies zat er na de mis
lukte aanslag niets anders meer op
dan openlijk voor Spanje te kiezen.
De Staten van Brabant, die zich als
leenheer van het Markiezaat be
schouwden, besloten in februari
1582 om het gebied voor zolang de
oorlog zou duren in leen te geven
aan Willem van Oranje. Hij werd
geen markies, maar meer een zaak
waarnemer.
Voor de inwoners van de stad had
de verrassing een naar gevolg. Ko
lonel en vestingcommandant De la
Garde beschouwde Bergen op
Zoom na 5 december als een op de
vijand veroverde stad. Dat bete
kende onder meer dat hij de bezit
tingen van de markies als zijnde
oorlogsbuit in beslag nam. De ver
houding tussen poorters en garni
zoen werd nog killer dan ze reeds
was. Iedereen haalde verlicht adem,
toen Willem van Oranje zijn taak
als waarnemend heer van de stad
op zich nam. Jonkheer Arend van
Dorp ontsloeg namens de prins
alle Bergenaren van hun eed van
trouw aan Jan van Wittem en liet
hen daarna trouw zweren aan de
Staten-Generaal, het hoogste or
gaan van de Unie van Utrecht.
5. Van vorstendom naar republiek
Intussen vonden er niet alleen in
de stad, maar ook daarbuiten ingrij
pende veranderingen plaats. De
Staten-Generaal van de opstandige
gewesten besloten in 1581 om ko
ning Filips II af te zweren. De op
standelingen meenden dat te mo
gen doen, omdat Filips II een vorst
was die zijn onderdanen verbood
om God te dienen op een wijze zo
als God die wilde. De afzwering
bood hun de mogelijkheid om
hulp te zoeken in het buitenland,
want men ging op zoek naar een
andere vorst. De idee om iemand
uit eigen midden op de troon te
verheffen, bijvoorbeeld Willem van
Oranje, leefde nog onvoldoende.
Bovendien was de Prins overtuigd
dat de Unie van Utrecht de strijd
tegen Spanje, het machtigste land
ter wereld, nooit zou kunnen vol
houden. De successen van Parma
wezen duidelijk in die richting. Wil
lem zocht steun bij Frankrijk, het
land dat zich eveneens zeer be
dreigd voelde door de Habsbur-
gers, zowel door de Spaanse als
door de Oostenrijkse. Die politiek
was niet zo populair bij de gerefor
meerden, want Frankrijk was net
als Spanje een katholiek land en
met schrik dachten de calvinisten
terug aan de Parijse Bloedbruiloft
of St.-Bartholomeusnacht (24 au
gustus 1572) toen duizenden huge
noten in de Franse hoofdstad wer
den vermoord, gevolgd door nog
eens duizenden slachtoffers in de
rest van Frankrijk, totaal circa
20.000. Maar bij andere landen
maakten de opstandelingen geen
kans. Frankrijk stuurde als nieuwe
vorst Frans van Anjou, de vierde
zoon van de Franse koning. Anjou
meende hier als vorst te kunnen
optreden, maar dat was niet de be
doeling. Het was meer om zijn le
ger te doen. Toen Anjou evenwel
probeerde om Antwerpen te bezet
ten, werden zijn soldaten door de
inwoners de stad uitgejaagd (Franse
furie, 18 maart 1583). De Fransman
maakte zich daarmee onmogelijk
en verliet het land. Een jaar later
overleed hij. De Staten-Generaal
wendden zich daarop tot de Franse
koning Hendrik III en boden hem
de soevereiniteit aan. Die weigerde,
want hij had het in zijn eigen land
al moeilijk genoeg met al die bur
geroorlogen tussen katholieken en
hugenoten. Daar kon echt geen
oorlog met Spanje meer bij. Daar-
april tot 2 augustus 1583 vanuit Ant
werpen stelselmatig de hele streek
tussen die stad en Bergen op Zoom
verwoestte, de tactiek van de ver
schroeide aarde. Putte, Ossendrecht,
Woensdrecht, Hoogerheide en Huij-
bergen veranderden in onbewoon
de spookdorpen. Ook Roosendaal,
Wouw, Halsteren, Oudenbosch,
Hoeven, Gastel en Fijnaart kregen
het zwaar te verduren. Daar kwam
bij dat ook het garnizoen van Ber
gen op Zoom en de soldaten in het
kasteel van Wouw op voedsel en
buit uit waren.
Het is te begrijpen dat de bewoners
het platteland verlieten en met hun
vee bescherming zochten binnen
de vestingwerken van de steden.
Dat leverde uiteraard problemen
op, ook in Bergen op Zoom, waar
de magistraat al zoveel had te stel
len met het garnizoen. De Staten
van Zeeland waren wel erg zuinig
met het uitbetalen van de soldaten
zoals afgesproken in de Satisfactie.
Tot tweemaal toe sloegen de mili
tairen in de stad aan het muiten.
Geen wonder dat menig Bergenaar
de stad verliet. De soldaten plun
derden de leegstaande woningen.
De inkomende dorpelingen kon
den, berooid als ze waren, hoog
stens getalsmatig de vertrekkers ver
vangen. Op 8 augustus 1583 kregen
alle inwoners van de stad enkele
dagen verlof 'om hun mest buiten
de stad te brengen' De betalingen
uit de dorpen aan de markies, in dit
geval dus diens vervanger Willem
van Oranje, droogden op en zijn
polders vormden evenmin een bron
van inkomsten, want de Staatse over
heid liet de dijken doorsteken om
de Spanjaarden een verder oprukken
te bemoeilijken. De natuur hielp een
handje door de zoveelste watersnood.
We hebben er het Verdronken Land
van Saeftinge aan te danken.
In augustus verdween Biron uit de
streek, maar de vluchtelingen kon
den niet terug naar de dorpen,
want de oorlog ging door. In 1584
vernamen de Bergenaren dat hun
waarnemende markies Willem van
Oranje was vermoord in Delft. Vol
gens het testament van de Prins
kreeg zijn zoon Frederik Hendrik
het Markiezaat, maar daartegen
verzetten zich de Staten-Generaal.
Volgens hen mocht Willem van
Oranje niet over dat gebied be
schikken, omdat het geen bezit van
hem was. In 1585 kende het hoog
ste machtscollege het markiezaat
Afb.5. St.-Bartholomeusnacht (23124 aug. 1572) of Parijse Bloedbruiloft. In de nacht na
het huwelijk van de hugenoot Hendrik IV van Bourbon met de katholieke prinses
Margaretha van Valois, bedoeld om de beide partijen met elkaar te verzoenen, brak er
een gruwelijke vetvolging uit van de hugenoten met instemming van de koningin-moe-
der Catharina de Médici (1519-1589). Duizenden hugenoten verloren die nacht het le
ven. Na Parijs zette het bloedbad zich voort in de rest van Frankrijk. Men schat het
aantal slachtoffers op circa 20.000.
op de ontwikkelingen in het mar
kiezaat wat vooruitgelopen. We ne
men de draad weer op in 1582. Van
dat jaar kunnen we nog melden dat
Willem van Oranje een begin
Een van de beruchtste legeraan
voerders in die tijd was de graaf
van Biron. Hij stond in 1583 aan
het hoofd van een leger Franse
soldaten waarmee hij van 23
op reisde er een deputatie naar ko
ningin Elizabeth I van Engeland,
maar ook die durfde geen ja te zeg
gen. Wel zag ze graag de opstand in
de Nederlanden voortgaan, want
hoe meer Spanje daar werd bezig
gehouden, hoe veiliger Engeland
zich voelde. De koningin vond een
middenweg. Ze bood haar vriend
Leicester als landvoogd aan en
stuurde een leger met hem mee,
natuurlijk voor rekening van de Ne
derlanden. Als waarborg kreeg ze
Vlissingen en Den Briel in onder
pand.
Leicester wilde net als Anjou echt
de baas zijn, maar dat was weder
om niet de bedoeling. Ook hij
raakte in conflict met de Hollandse
regenten en ging in 1588 voorgoed
terug naar Engeland. Pas toen be
sloten de opstandige gewesten om
niet langer naar een buitenlandse
vorst te zoeken, maar zelf te gaan
regeren. Zo ontstond de Republiek
der Zeven Verenigde Nederlanden,
een soort statenbond van zeven
landjes, bijeengehouden door de
Unie van Utrecht. Daarmee zijn we
maakte met het veranderen van
het dorp Ruigenhil in een ves
tingstad, die naar hem Willem
stad genoemd zou worden.
6. Een verlaten Zuidwesthoek
De periode 1583 - 1593/94 is
een zwarte bladzijde in de ge
schiedenis van het Markiezaat.
In die jaren vochten Spaanse
en Staatse troepen om de ste
den Antwerpen, Breda, Bergen
op Zoom en Steenbergen en
dat heeft West-Brabant geweten.
In 1583 waren Breda en Steen
bergen (sinds 1582) Spaans en
de twee andere Staats. De gar
nizoenen in die steden plun
derden het platteland leeg om
de vijand maar zoveel mogelijk
tegen te werken. Boerderijen,
molens, kerken en kloosters
(Huijbergen!) werden om de
zelfde reden verwoest. Het was
echt geen leven meer in de
Zuidwesthoek en de bewoners
trokken daarom weg.
Afb.4. Bergen op Zoom bijna door de
soldaten van Parma verrast op 5 decem
ber 1581. Bovenstaand gevecht speelt
zich af in de Korenbeursstraat met
rechts het klooster van de cellebroeders.
Die mochten in de stad blijven, omdat
ze pestlijders verpleegden.
8 O
81
Dan air dis £t IFi-aiitzjcGcrn (jirit£,rm£é(Iêift j/reiffcii (ur wér Dasjte Jat-umf r
P.fjt^nriit,-iijicjïcft süf-affjhrn ScGfyen Jêr^\^ólêyritintfrt lieer ^c6Ci6enJin£Gti
VisJrcrctcmcnt pir lajrartr Ju Byvmgtr/t n.-ci/ant plufitwjlljajs Je la jat Je et cr-janc
t Jcntv jceoitffnqsrrjjftrrttr brawmet aub^ maimer, Jejert* jut Irspourti TniU&Jufrc Jechjffa, etJivulnelr'e J,
*"~s rruilconrtns par
DusJlr Jat-umf rechOftjjlcontrnt
CjcGnScuJIruf Gts sirs ïfir einfr