De Waterschans nr. 3 2002 De Waterschans nr. 3 2002 Plan of the Breakwater and Harbours prepared by the Commission See Report) 5. Kolonisten of slaven? Na de Vrede van Utrecht (1713) ging het met de economie minder goed in het vaderland. De Staten- Generaal worstelden met een hoge staatsschuld en ook de VOC was over haar hoogtepunt heen. Het bestuur van de Compagnie zocht naar wegen om de verliezen op de Kaapkolonie te verminde ren of liever nog in winst om te zetten. De Heren vroegen zich af, of het niet mogelijk was om daar meer lucratieve cultures in te voe ren. Zo kwanten ze in 1716 op het idee ont een vragenlijst op te stel len en die voor te leggen aan de gouverneur van de Kaapkolonie en aan enkele van zijn hogere ambtenaren. Het begeleidend schrijven is gedateerd 24 juni 1716. Het moet begin januari 1717 in de Kaapkolonie zijn aangekomen, want op 20 januari besluit De Chavonnes met zijn Raad om de lijst te verspreiden. De antwoor den kwamen tenslotte terecht in het archief van de VOC en zijn la ter in het Engels gepubliceerd on der de naam Die Imhoff Reports (Gustaaf Willem baron van Im hoff, 1705-1750, was van 1743 tot 1750 gouverneur-generaal van Ne derlands Oost-Indië). Aan deze rapporten ontleen ik het volgende: 'Is het werken met slaven econo misch voordeliger dan met kolo nisten?' De Chavonnes vond van wel en hij lichtte zijn visie toe met argumenten als: het Kaapdistrict met zijn zand en keien is erg on vruchtbaar. Het gebied kan daar door maar weinig mensen voeden. Voor meer vrije burgers is er on voldoende goede grond en als hun aantal toeneemt, levert dat al leen maar klanten op voor de be deling en het armenfonds. Het fonds klaagt nu al over te veel hulpbehoevenden. Vrije landarbei ders zijn bovendien duurder dan slaven. Trouwe plichtsvervulling van de kolonisten kun je wel ver geten en het huisvesten van nog meer krachten is erg moeilijk, ge zien het gebrek aan woningen. Aan vaklui is er geen gebrek. Zo wel onder de vrijburgers als onder de ambtenaren van de VOC zijn genoeg ambachtslieden. 6. Andere producten? De Heren XVII hadden gehoord dat er steenkool in de Kaapkolo nie gewonnen kon worden en vroegen zich af, of het niet voor deliger was voor de kolonisten om de brandstof daar te winnen dan die vanuit de Republiek te impor teren. De gouverneur zag daar wei nig perspectief in. Nader onder zoek kostte al meteen geld, maar was absoluut nodig voor men met delven kon beginnen. Verder zou het vervoer van de steenkool naar de stad, een afstand van circa 200 km, erg duur uitvallen. Vanwege de slechte wegen waren er veel karren, trekdieren en voerlui no dig. Invoer vanuit Holland bleef naar zijn mening goedkoper. Voor koffie, suiker en indigo zag hij wei nig kansen. (Van indigo maakte men blauwe verf.) De grond was naar zijn mening niet geschikt voor deze gewassen en de vereiste vakkundigheid voor deze cultures ontbrak. De kolonisten deden aan wijnbouw en graanteelt en fokten vee. Schapen en kippen deden het goed. Er was een begin gemaakt met olijfbomen, maar het zou nog jaren vergen voordat er echt ge oogst kon worden. Tabak groeide aan de Kaap voorspoedig, maar had weer het nadeel dat de plan ten niet tot hun recht kwamen door de felle zon en de harde zuidoostenwind. De zon ver droogde de bladeren en de wind blies ze stuk. Vlas tierde niet en er was te weinig water om het te ro ten. Bovendien zou het rotende vlas het water in de beekjes vervui len, zodat het onbruikbaar was voor het vee. Katoen deed het ook goed in de Kaapse grond, maar had weer het nadeel dat de teelt economisch niet aantrekkelijk was vanwege te lage prijzen door de goedkope katoen uit (Engels) In- dië. Moerbeibomen voor de zijde teelt groeiden eveneens voorspoe dig, maar de kolonisten waren bang dat het klimaat te koud zou zijn voor de zijdeworm. En waar moest men de deskundigheid van daan halen voor dit product? Ook hop voor de bierbereiding wees de gouverneur af. Er was te weinig vraag naar en in de pakhuizen lag nog een grote voorraad. De hop plant had trouwens lange staken ter ondersteuning nodig 'net als in Brabant en het Luikse', maar die zouden door de schaarste van het hout uit het moederland moeten komen. Wel stimuleerde Maurice de wijnbouw. Hij liet 'Groot Con- stantia' bouwen, een model wijn boerderij. Het gebouw diende te vens als buitenverblijf voor de fa milie De Chavonnes. Het histo risch monument trekt thans als restaurant heel wat toeristen. 7. De laatste jaren van Maurice Pasques de Chavonnes Het is niet eenvoudig om uit de weinige getuigenissen over gouver neur De Chavonnes een verant woorde beoordeling te puren. Men krijgt de indruk dat hij gezien was en daaruit meen ik te mogen opmaken dat het welzijn van zijn onderdanen hem ter harte ging, dat hij eerlijk was en niet uit op zelfverrijking. Een veel voorko mend misbruik onder het perso neel van de Compagnie was hel handelen voor eigen rekening. Dat was streng verboden, maar de ver leiding was zo groot. En hoe hoger iemand opgeklommen was, des te groter waren zijn kansen om te profiteren van de verworven func tie. Elf jaar heeft Maurice R de Cha vonnes over de Kaap geregeerd. Een kortstondige ziekte maakte op 7 september 1725 abrupt een einde aan zijn leven. Hij was toen eenen zeventig jaar. Op 14 september vond de begrafenis plaats vanuit de Grote Kerk van Kaapstad. Zowel militairen als burgers begeleidden hem naar zijn laatste rustplaats. Op kussens werden zijn sporen, zwaard, handschoenen, helm en kuras mee gedragen. Zijn paard, gedrapeerd in een zwart kleed, liep voor de lijkwagen. De eregarde van het plaatselijk re giment vuurde saluutschoten af aan het graf. Ook de cavalerie was present. Vanaf het moment dat de stoet het kasteel verliet tot de te rugkeer van de wacht weerklonk het geschut van de vuurmonden van het kasteel. Zes weken lang luidde men drie keer per dag een uur lang de klokken van de Grote Kerk. Volgens het doopboek van de Ne derlands hervormde kerk van Ber gen op Zoom is de gouverneur in 1724 nog met zijn vrouw in Bergen op Zoom geweest. Op 23 juni van dat jaar lezen we dat Philippus Rochus Kien en Johanna de Jongh die dag hun dochtertje Mauritia Balthasarina hebben la ten dopen en dat als getuigen daarbij aanwezig waren 'De WelEd.geb. Heer Mauritius P. de Chavonnes Gouverneur van de 1 34 6. Een van de plannen voor de aanleg van havendammen in de Tafelbaai. Deze tekening is van 1844. Vijftien jaar later kreeg de baai haar beschermende dammen en daarmee werd een droom van De Chavonnes alsnog werkelijkheid. Caap de Goede Hoop Ordinair Raedt van India en SijnEd. welEd. geb. Huijsvrouw Mevrouw Baltha sarina Kien'. Enige tijd later liet de weduwe bij volmacht een huis kopen, ge naamd 'De Gouden Arend' en ge legen achter de boterwaag op de hoek van het oude kerkhof (Zui- velplein-Parade). Na haar dood is zij begraven in de Grote Kerk van Bergen op Zoom. Het is opvallend dat twee poorters van de Markiezenstad gouverneur zijn geworden van de Kaapkolo nie, eerst Maurice Pasques de Chavonnes van 1714 tot 1725 en later Ryk Tulbagh van 1751 tot 1771 en dat beide gezagsdragers opvielen door hun tactvol en rechtvaardig beleid. Naschrift: Ook bij het schrijven van dit artikel heb ik veel mede werking gehad van de redactie van de Waterschans, met name van de heren G.A. Huijbregts en R. van den Bergh, waarvoor mijn dank. Literatuur: Voor meer informatie over de ge schiedenis van de Kaapkolonie zij o.m. verwezen naar: ES. Gaastra: De geschiedenis van de VOCHaarlem/Antwerpen 1982; C.R. Boxer: Zeevarend Nederland en zijn wereldrijk 1600-1800Lei den 1976. C.F.J. Muller: A history of South Africa en: José Burman: The story of the development of Table Bay 1505-1860Cape Town/Preto ria 1976. Recent verscheen een boek van M. Verstegen: De Indische Zeeherberg. De stichting van Zuid-Afrika dooi de VOC. Zaltbommel 2001. Voor wat het graf van mevrouw De Chavonnes in de Grote Kerk van Bergen op Zoom betreft, zie: K. Booij/W. van Ham: Grafmonumen ten in de Grote of Sint-Gertrudis- kerk te Bergen op Zoom. Bergen op Zoom 1993, pag. 84. Note. The soundings are in ieet taken at low water spring tides. 1 35 o O O CN

Periodieken

De Waterschans | 2002 | | pagina 15