Een duk in het Bergs Dep Boekbespreking De Waterschans nr. 3 2002 De Waterschans nr. 3 2002 Drs. N. Grosfeld Enkele aanvullingen op deel VI van de Geschiedenis van Bergen op Zoom door drs G. A. Huijbregts Er is door de auteur van deze reeks bijdragen aan de Waterschans over de geschiedenis van Bergen op Zoom een groots werk verricht. Op een heel leesbare en onderhou dende manier heeft hij de boei ende geschiedenis van onze stad en de mensen die daar een rol in speelden voor ons behandeld. Een compliment is op zijn plaats. Enige jaargangen terugkijkend trof me de titel van een regelmatig te rugkerende rubriek: Bergs Diep. Daarin werd een aantal keren op een bepaald onderwerp wat dieper ingegaan, of er werd op een artikel gereageerd. Ik mis die rubriek al enige tijd en neem daarom maar de vrijheid om onder die titel wat toelichting te geven op het verhaal, dat in de Waterschans nr. 4- 2001 begint op pag. 183 en doorloopt tot pag. 195. Ik wil daarbij proberen bepaalde zaken te verduidelijken of, in een enkel geval, een deel van het ver haal te corrigeren naar de laatste stand van het historisch onder zoek. Want daar zit, zeker voor wat de 16e eeuw betreft, een enorme ontwikkeling in, zowel in binnen-, als buitenland. Op pag. 185, 64, 'Huwelijk en in huldiging van Jan IV 1550' mis ik al direct iets over de opvoeding van de jonge Jan. Korneel Sloot- mans1 noemt enkele namen, waarvan Phallais en Molanus wel enige toelichting verdienen: de eerste is hofmeester van Maria van Hongarije geweest en wapenher aut van het Gulden Vlies en zal Jan IV in de periode voor 1550 herhaaldelijk begeleiden op zijn reizen. De tweede wordt later hoogleraar in Leuven en is de schrijver van een aantal histori sche werken. Die behandelden Brabantse onderwerpen! Het is de vraag of Jan IV, vurig verdediger van het Brabants recht tegen het groeiend absolutisme, van zo'n opvoeder in zijn latere leven de in vloed niet uitdraagt? Aan Maria van Hongarije, die hem op ver zoek van moeder Jacqueline aan het hof in Brussel opneemt, heeft Jan heel wat te danken, ook in de tijd dat hij als jong aanvoerder langs de zuidelijke grenzen zijn eerste oorlogservaring opdoet. Over de reis die Jan, in opdracht van landvoogdes Maria, naar Ge nua maakt vermeldt de Rekenka mer in Rijsel dat hem in 1549 voor de gemaakte onkosten het bedrag van 555 pond werd uitbe taald, bovenop de 500 pond die hij bij zijn vertrek als voorschot had ontvangen2. Een reis die hem, na Genua, met mensen in contact brengt waar hij later nog veel mee te maken zal krijgen (Ruy Gomez, Alva)3. Dat totale bedrag van 1480 pond is méér dan het jaarsalaris dat hij als stadhouder van Hene gouwen zal ontvangen! (1200 pond) Dat Willem van Oranje hem vergezeld heeft op de reis,naar Genua, die elf dagen duurde en gemaakt werd per dili gence en met postpaarden, in bar winterweer, betwijfel ik. Oranje kan toen toch niet ouder geweest zijn dan 15 jaar?4 Voor dit deel van het verhaal rest me nog de vraag of het niet vreemd is de Blijde Inkomst in Bergen op Zoom te laten plaats vinden in het Markiezenhof? Na de kerk volgt toch altijd de eed op de privileges van de stad, en waar kan dat anders gebeuren dan in het stadhuis, dat symbool van ste delijke zelfbewustheid?5 Een van de meest boeiende kan ten van de Habsburgse dynastie is de door haar gevoerde huwelijks politiek. Wat daar de bedoelingen en gevolgen van zijn geweest is een lang verhaal. De schrijver gaat op p. 186 in een nadere toelichting in op het huwelijk van Filips met Mary Tudor. Hij wekt daarbij de indruk, dat dat huwelijk bedisseld werd door Egmont en Jan van Bergen. Dat lijkt in strijd met de feiten. Jan was uiteraard, als hoog edelman en kamerheer van Filips, bij de huwelijkssluiting op 25 juli 1554 aanwezig. Wanneer Thomas Wentworth op 14 maart van dat jaar vanuit Calais het bericht naar Engeland stuurt, dat de markies van Bergen in Calais is aangeko men op weg naar Engeland, belast met dringende zaken6, dan zal dat met de naderende bruiloft te ma ken hebben, en wel met de verlo ving die in maart werd voltrokken.7 Het was echter vooral Simon Re- nard die de voorbereidingen als ambassadeur van Karei V had ge troffen. Granvelle eiste later de eer van dit succes op, en dat zal weer leiden tot een lang slepend con flict, waarvan het eind voor Re- nard - in Spanje - heel triest is. Op pag, 190 schetst de auteur de ergernis van de adel over de eisen, die aan kandidaten voor het bis schopsambt werden gesteld. Een universitaire graad was natuurlijk een wel heel fijnmazige zeef. Ro bert van Bergen, geboren in sep tember 1529, komt uiteindelijk en als gevolg van talloze verwikkelin gen in de relatie tussen de rege ring in Brussel en het Kapittel van het Prinsbisdom Luik, aan een be noeming tot coadjutor van de Luikse bisschop, George van Oos tenrijk, met recht van opvolging. Karei V wilde dat, Filips II wenst de goede verstandhouding met het Prinsbisdom veilig te stellen. Kort na het overlijden van George van Oostenrijk op 4 mei 1557 wordt coadjutor Robert in de St. Lam- bertuskathedraal van Luik als bis schop ingewijd. In aanwezigheid van zijn broer Jan en de elect-bis- schop van Kamerijk Maximiliaan van Bergen. Het hele gebeuren rondom deze bisschopskeuze is een prachtig voorbeeld van diplomatieke machinaties en geeft heel duidelijk aan, waarom de twee jaar later geformuleerde ei sen ten aanzien van bisschopsbe noemingen heel verstandig waren. Maar dat gebeurde pas in 1559! 136 fayn-t -MM,A NWv Qv-L. «CC vv ApvtW jyjvJT*'-- yv'ƒ3* f- ««VU7 De post in de rekeningen van de Rekenkamer te Lille (Lille B-1549-foI 232 ro) waarin aan de markies van Bergen het bedrag van 555 pond (=300 écu) wordt betaald, naast de 500 écu die hem in december 1548 waren uitbetaald. De integrale vertaling: 'A jehan marquis de berghes Ia somme de cinq eens cincquante cincq livres dudict pris, que par le commandement et ordonnance de la Royne regentesse en de messeigneurs desdits finances, ledict receveur general luy a bailie et delivre comptant en trois eens escus de franche que Sa ma.te luy a tauxe et ordonne pour la reste et parpaie du voyaige que a lordonnace de sadite Ma.te il a faict en diligence et par la poste devers monseigneur le prince arrive a gennes au mois de decembre XV'C quarantehuict. Et ce oultre et pardessus cincquecens semblables escus quil a receu en preste a son partement audit mois de decembre...'. Overigens aardig te weten, dat Fi lips II vanuit Londen zijn raads man Simon Renard naar de nieuwe bisschop stuurde om hem geluk te wensen. Hij feliciteerde ook zichzelf met de ontvangst die Robert ten deel was gevallen en hoopte op een voortzetting van de goede betrekkingen tussen de twee landen.8 Ik heb met veel interesse het ver slag over de reis en dood van Jan van Bergen op pag. 193 en 194 doorgelezen. Omdat je bij een duik in het Bergs Diep ook weer niet te lang onder water moet blijven onderdruk ik hier de neiging om aan te vullen. Wat drs. Huybregts neerschreef klopt met de feiten. Alleen het ant woord op de vraag waarom dit ge zantschap in 1566 wel mislukken moest zal ik u, hoop ik, binnen niet al te lange tijd kunnen geven. Door drs. GA Huijbregts Reinhilde van der Kroef: Eeuwige Jeugd In Een Oude Stad. Jongeren in Bergen op Zoom 1600 - 1975. Groningen 2001. 96 blz. ISBN 90 7557 008 02 Het boek van Reinhilde van der Kroef is een fraai uitgegeven werk bij gelegenheid van het 25-jarig ju bileum van de Stichting De Zuid wester, officieel als stichting opge richt in 1975 vanuit de Sosjale Joe- nit. Vaak is een dergelijk jubileum een mooie gelegenheid om het nog korte verleden van het betreffende instituut vast te leggen. Maar vol gens het Voorwoord van Fons Broekhoven, de algemeen directeur van de jubilerende stichting, Voelt de organisatie zich te jeugdig om achterom te zien'. Toch moet er vol doende stof zijn voor een boek, want op dezelfde pagina lezen we: 1 3 7 éiiMUcV I'M ZVl 1 Jan Metten Lippen, 370 2 Lille B. 1549, fol.232 ro. 3 Henry Kamen, Philip of Spain. Yale University Press, New Haven/London 1998, 36. 4 Roosbroeck, R. van, Filips II, Koning van Spanje, Soeverein der Nederlanden. Den Haag 1983, 32. 5 Zie kolom 3, 185 6 Gaehard, L., Collection des Voyages des Souver- ains desPays-Bas, IV. Brussel 1874 (appendix) 361 7 Durme, M. van, Antoon Perrenot. Brussel 1953, 126. 8 Tihon, G, La Principauté et le Diocese de Liège sous Robert de Berghes 1557- 1564) Luik, 1922, 45-50

Periodieken

De Waterschans | 2002 | | pagina 16