De Waterschans nr. 3 2002
w
2. Zo zag de nieuwe Steenbergse poort gezien vanuit liet westen er in 1671 uit. Een
dubbele ophaalbrug leidt naar de stadspoort rechts. Links het wachthuisje. Het is
een tekening van Valentijn Klotz (Uit Merck toch hoe sterck, p. 60).
over te gaan. Zijn eerste grote suc
ces boekte hij in maart 1590, toen
hij Breda verraste met de list van
het paard van Troje, deze keer uit
gevoerd met een turfschip. Grote
vreugde in Bergen op Zoom, zeker
toen Maurits korte tijd later naar
Steenbergen marcheerde, waar de
Spaanse bezetting al gauw capitu
leerde. Het stadje was leeggebloed.
Er woonden nog amper 18 gezin
nen en van de 200 huizen stonden
er maar 23 meer overeind. De
jonge stadhouder had de smaak te
pakken. In 1591 vielen hem
Zutphen, Deventer, Delfzijl, Hulst
en Nijmegen in handen. Het jaar
daarop nam hij Steenwijk en Coe-
vorden in. Dat was ook het jaar
waarin Panna overleed en Thomas
Morgan zich in Bergen op Zoom
als gouverneur onmogelijk maakte.
Diens opvolger was nu eens geen
Engelsman, maar een echte Berge-
naar, ritmeester Paulus Backx.
Maurits ging door. In 1593 vero
verde hij Geertruidenberg en het
jaar daarop Groningen. Door die
successen werd het iets veiliger in
het land, ook in West-Brabant. En
kele vluchtelingen uit Halsteren,
Heerle, Moerstraten en Wouw
waagden het om terug te keren en
op zoek te gaan naar hun woning.
Wat troffen ze aan na tien jaar
plunderen, brandschatten en ver
nielen? Er was veel moed nodig
om de wederopbouw aan te pak
ken. Op de akkers groeide welig
het onkruid en de polders stonden
onder water. Helemaal veilig was
het nog lang niet, want in het kas
teel van Wouw lagen Spaanse mi
litairen en die vormden een per
manent gevaar voor de omgeving.
Desondanks telde Moerstraten in
1600 weer 16 hutten (in 1574 wa
ren er dat 36) en had Ossendrecht
in 1599 weer 96 inwoners,
Woensdrecht zelfs 129. In Hooger-
heide is in 1600 sprake van een
blijvende terugkeer van een kleine
groep, de voorhoede.
Bergen op Zoom een bolwerk van
de Republiek
Bergen op Zoom was voorlopig
niet uit de gevarenzone. De Span
jaarden bleven loeren op een kans
om de stad te verrassen. Parma
was weliswaar overleden, maar zijn
opvolgers bleken eveneens ervaren
krijgsheren. Gelukkig bleef Filips
II op het politieke terrein blunde
ren. Zo bemoeide hij zich zo in
tens met de Franse binnenlandse
politiek, dat hij krachten en geld
tekort kwam om voldoende aan
dacht te kunnen besteden aan het
neerslaan van de opstand in de
Republiek. Zijn oorlogen waren zo
kostbaar dat Spanje tijdens zijn re
gering (1555-1598) drie keer een
staatsbankroet beleefde. In de
jonge Republiek was het juist an
dersom. Dankzij de goede samen
werking op militair terrein van
Maurits en diens neef Willem Lo-
dewijk, stadhouder van Friesland,
Groningen en Drenthe, verloor
Spanje steeds meer terrein. In po
litiek opzicht was het Oldenbarne-
velt, de landsadvocaat of raadpen
sionaris van Holland, die op ge
niale wijze zowel de binnenlandse
3. Gezicht op Bergen op Zoom omstreeks 1650 uit Bleau Toneel der steden
(Overgenomen uit: Korneel Slootmans: Bergen op Zoom en z'n problemen, in
Brabantia Nostra jrg. 9, nr. april 1951, p. 200).
116
De Waterschans nr. 3 2002
4. Plaatsen van
bestemming voor
Bergse schippers
(Overgenomen uit:
E. Hartel: Bergen
op Zoom. Proeve
van een sociaal-
geografische
stadsanalyse p. 47).
als de buitenlandse politiek in
goede banen wist te leiden. De
welvaart nam toe en daardoor
maakten de Noordelijke Neder
landen het ook financieel steeds
beter. Dat stelde de stadhouders
in staat om goed betaalde en ge
disciplineerde huurtroepen op de
been te houden. Maurits maakte
veel studie van belegeringen, een
belangrijk facet van de Tachtigja
rige Oorlog, en verbeterde zijn le
ger in menig opzicht. Hij benutte
de vele waterwegen om zijn troe
pen snel te verplaatsen en zo de
tegenpartij telkens in het onzekere
te brengen.
In 1594 inspecteerde Maurits Ber
gen op Zoom. Juist tijdens zijn
verblijf probeerden de Spanjaar
den onverwachts de stad in han
den te krijgen,, maar dat mislukte.
Dat de Unie van Utrecht beter bij
kas was, kwam ook de markiezen-
stad ten goede. Lange tijd moest
de magistraat uit eigen middelen
de bouwactiviteiten aan de ves
tingwerken betalen en de kosten
van het garnizoen dragen. In 1595
kwam daar enige verbetering in.
De Staten-Generaal besloten na
melijk om met ingang van 1 okto
ber 1595 het stadsbestuur voor
taan elk jaar drieduizend gulden
uit te keren als vergoeding voor de
buitengewone oorlogslasten. Daar
stond dan wel tegenover dat de
stad een deel van haar soevereini
teit moest inleveren, want de zeg
genschap over de vestingwerken
moest ze in april 1596 afstaan aan
Maurits. Die kwam weldra al weer
op inspectie en gaf toen opdracht
om het Zuiderfort te voltooien.
Dat was het gedeelte tussen de
Bospoort en de Oosterschelde. De
wijk 't Fort heeft er haar naam aan
te danken. De stadhouder nam
meer dan 1.000 werklieden in
dienst om het karwei snel te kla
ren. Vooral de herovering van
Hulst door de Spanjaarden zorgde
voor nieuwe spanning.
Er was overigens ook reden tot
voldoening, want in hetzelfde jaar
sloot de Republiek een verdrag
4^
5. De Slag bij Nieuwpoort op een gravure uit Hugo de Groot: Nederlandsche jaarboeken en historiën (Amsterdam 1681). Links
Maurits met zijn leger en rechts Albertus met zijn troepen.
1 1 7
Bf.rgt.n or Zo
AMSTERDAM
's-GRAVENHAGE
ROTTERDAM
DORDRECHT
2 IERIKZEE
OUDEN BOSCH BREDA
BERGEN OP IOOM
r) I DDE LpURG GOES
RILlAND
MA 1 RE
BftTH
trUiW